“Kerstmis 2016 roept dan ook tegenstrijdige gevoelens op. Daarom heb ik geworsteld met deze Kersttoespraak.” “Ziekenhuizen worstelen met registratie-infarct.” “2016, het jaar van de belediging. @wietekevanzeil schetst hoe we worstelen met woorden die wel of niet moeten kunnen.” “Zie hoe fossiele Kamerleden nog immer worstelen met de uitvinding van de elektriciteit.” “Kamerleden worstelen met hackbevoegdheid politie.” “Mooi interview met vertrekkend RvB lid ABN AMRO: ‘We worstelen nog met vertrouwen’ – NRC.”
Het zijn dus niet alleen politici die worstelen. De Koning doet het ook, zo onthulde hij tijdens de kersttoespraak. Even zag ik hem – in plaats van voor zijn raam in zijn huis De Eikenhorst- in de vechthouding gaan staan. Knieën gebogen, kont naar achteren armen naar voren, klaar om iets beet te pakken. Maar hij bleef staan, armen keurig tegen zijn lijf, de handen gevouwen. In de Tweede Kamer betekent het vaak dat iemand liever tegen zou zijn, maar om politieke redenen voor is.
Van Dale omschrijft het zo:
wor·ste·len (worstelde, heeft geworsteld) 1 elkaar beetgrijpen en proberen op de grond te krijgen 2(algemeen) zwaar strijden
Het is ook een heel oud woord, de eerste vermelding was volgens de etymologiebank al in de dertiende eeuw, toen er ook veel werd gevochten. worstelen* [strijden] {worstelen, wrastelen 1201-1250} middelnederduits worstelen, oudfries wrāxlia, oudengelswræstlian, wrāxlian (engels to wrestle); van dezelfde stam als worden (vgl. worgen, worst).
Ik wil best geloven dat de Koning hard heeft nagedacht over zijn woorden. Maar zwaar gestreden? En toch hoop ik dat hij als symbool voor het land ook de taal hoog houdt. Maar net als u, wens ik ook hem een gezegend Kerstfeest en een vrolijk en een zalig en een gezellig Kerstfeest.