Bizar. Dat is bizar. Ik heb zoiets bizars meegemaakt. Het dagelijks leven, menig dialoog, het zit ineens vol met het woord bizar. Het woord is aan deflatie onderhevig. Want ook de gewoonste dingen, zijn op Twitter, in de tram en op straat ineens bizar.
bi·zar (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: bizarder, overtreffende trap:bizarst)1zonderling, vreemd, grillig
Zo staat het in Van Dale en ik verwacht dat het bizar van nu binnen afzienbare tijd ook bizarst wordt. In mijn ogen is bizar inderdaad iets zonderlings. Maar het woord lijkt nu een synoniem voor raar. Een overtreffende trap om ergens nadruk op te leggen, waar die niet hoort. Een modewoord, een stopwoord. Jorien Ter Mors heeft een bizar seizoen, de discussie over huurtoeslag is bizar, rechters die in scheiding liggen en geen uitspraak meer mogen doen over echtscheidingen: bizar en vannacht bizar gewekt door brand bij buurman. Het is een greep uit tweets met het woord bizar.
Voor mij is bizar echt iets waar je met je gedachten niet bij kunt. Zonderling, ongelooflijk en met een hoog ik-kan-er-met-mijn-pet-niet-bij gehalte. Een woord waar je zuinig op moet zijn. Voor extreem rare dingen. Zo heb ik dat ooit geleerd. Toegegeven, het woord glipt soms over mijn lippen. Maar vaak heb ik dan ook grote ogen en stokt mijn adem even. Ik heb het woord in dit blog nu meer gebruikt dan in mijn hele leven. En nu gaat het weer terug in mijn hoofd, in het hoekje voor hele rare dingen. De echte rare dingen.