‘Zoooo de mannen worden er nu al bij bosjes af gereden. De tijdlimiet wordt een dingetje vandaag.’ ‘Ik deed een juppen dingetje op loopfietsen.’ ‘Objectiviteit is ook maar een naar principe-dingetje.’ ‘Wat is dat pokémon-dingetje? Een generatiekloof-dingetje?’ ‘Vergrijzing is vooral een blank dingetje.’ Rouw op het werk, een moeilijk dingetje.’
Maak het maar klein, dan is het niet zo erg en als je het niet meer weet, is alles een dingetje. Zelfs dat jonge ding uit de achterban van Remco Campert. In van Dale staat het ook:
ding (het; o; meervoud: dingen; verkleinwoord: dingetje)
1 voorwerp, zaak
2 gebeurtenis: de dingen die komen en gaan
3 waarderende aanduiding voor een persoon: wat een pienter ding
Nu is het woord dingetje vooral in zwang als iets groots, vreemd genoeg. Iets is een dingetje wil vaak zeggen dat het iets groots is. Iets wat het opmerken waard is en waar ook goed op gelet moet worden. Dat dingetje. Of een eigenschap. Ik las ook dat is een binnenkerkelijk dingetje. Dan lijkt het te duiden op een eigenschap. Zo is dingetje een eigen leven gaan leiden en je hoort het overal. Schreef Paulien Cornelisse nog over taal is niet zo mijn ding, nu zou het dingetje moeten zijn en daarvoor was het dinges. Eigenlijk was alles toen dinges. Nu is het mijn ding of een dingetje. Maar wat dat dingetje precies is, moet je maar raden.
Want vaak ontbreekt de uitleg of het dingetje goed is, of juist slecht. Het is een dingetje, ja, maar moet je er wat mee of niet? Ook dat blijft vaak gissen. Een dingetje kan ook wijzen op iets kleins, een blog, bijvoorbeeld. Maar dat zijn de gebruikers van nu vaak vergeten. Zij hebben het over iets groots, want ‘het is wel een dingetje’. Ze willen alleen niet onder ogen zien, zeggen en horen hoe groot het werkelijk is. En een dingetje klinkt wel lief en kan dus wijzen op een enge ziekte, een nare eigenschap, of een grote gebeurtenis. Zelfs een aanslag is volgens veel twitteraars een dingetje. Maar dat is het toch juist niet, lijkt mij.
Hou het bij de oorsprong als verkleinwoord van iets waar je even de naam niet meer van weet, maar ga grote gebeurtenissen of eigenschappen niet bagatelliseren. Dat werkwoord komt van bagatel, kleinigheid. Dat vind ik zeker bij aanslagen zeer ongepast.