De politiek is er dol op en steeds meer mensen lijken het woord te kust en te keur te gebruiken. Zelfs collega-journalisten nemen het woord soms in de mond: doorpakken. En ook Twitter staat er vol mee: ‘Nu doorpakken dus. Aan de politie ligt het niet’,  ‘Niet bij de pakken neerzitten, maar doorpakken’, ‘Dealen en doorpakken’, ‘Doorpakken is oplossing’.

Maar niet volgens het nationaal taalgeweten de online versie van Van Dale:

Geen Resultaat Voor ‘Doorpakken ‘

Het woord is verkeerd gespeld of het staat niet in het gratis woordenboek.

Onze taal meldt het woord wel in de lijst met ouderwetse of formele woorden:

doorpakken doorgaan, volhouden, niet stoppen

En in Google geeft het woord 113.000 resultaten. Het is voor politici vaak een mooie dooddoener: nu gaan we doorpakken. Wellicht als overtreffende trap bedoeld van aanpakken. Maar waar door pak je iets dan en wat is er mis met doorgaan? Overigens schreef Ewoud Sanders in 2006 al voor NRC over doorpakken. Toen leverde het nog 2160 zoekresultaten op op internet. In het stuk staat dat het woord al heel oud is: “Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), het wetenschappelijke woordenboek van het Nederlands, kent het in de betekenis ‘zich wegpakken, maken dat men wegkomt’. In deze betekenis was dit woord echter al in de 19de eeuw verouderd.” In het artikel staat ook dat Van Dale het woord toen wel vermeldde en wel sinds 1999. EN volgens het onderzoek van toen kwam het woord al in 1992 in de krantenarchieven voor. De eerste gebruiker: de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Vries.

Het woord klinkt wel pro-actief hoorde je minister Ard van der Steur bijna denken in het slotakkoord van het debat over de aanslagen in Brussel. De oppositie verweet hem een te passieve houding en toen gooide hij doorpakken een paar keer in zijn betoog. Het werkte. Een meerderheid bleef hem steunen. Zo is doorpakken ook een reddingsboei. Maar mooi Nederlands? Nee.