“Yes-R & Tim Akkerman droppen de video van ‘Verder'”. “Is Sinterklaas nu ook al fout in de ogen van Jumbo? Zullen we gelijk alle oer-Hollandse tradities maar droppen dan?” “ik ga speciaal foto’s blijven droppen van mezelf.” “Kzou hier zo een naam bij kunnen droppen maar heb geen zin in.” “Ik ga maar weer eens video’s uploaden morgen een video droppen?” “Mense geve niks meer om hun privacy ze droppen alles online.” “Na school standaard tas ergens droppen en de zetel in.”

Ik ken het vooral van het irritante naam droppen waar veel mensen van houden en ook mee pochen. Ik hou niet van engelse termen, maar hele volksstammen lijken niet meer te weten waar dit woord vandaan komt. Video droppen kwam ik veel tegen. Een video laten vallen? Gelukkig gaat het tegenwoordig digitaal en klopt het beeld bij mij dat je een band laat vallen op de harde vloer, zodat de band uit zijn behuizing loopt niet meer. Een groot deel van de twitteraars die hierboven hun uitspraken deden, weet niet eens meer wat een videoband is.

Etomologiebank legt haarfijn bloot dat we al zeventig jaar woorden uit het Engels pikken:

droppen ww. ‘laten neerkomen, achterlaten’
Nnl. droppen ‘uit vliegtuigen laten vallen’ [1946b; Vooys], ‘in het donker achterlaten op een onbekende plek met de opdracht zelf terug te keren’ [1960; Koenen], een opvatting droppen ‘kenbaar maken’ [1993; Reinsma 1999].
Ontleend aan Engels drop in de betekenis ‘(iets) afgeven, (iemand) afzetten’ [1796; OED], eerder al ‘laten neerkomen’ [1315; OED], Oudengels dropian, van dezelfde stam als → druipen.
De oudste betekenis ontstond door het droppen van parachutisten en voedselpakketten in de Tweede Wereldoorlog. De daaruit voortvloeiende figuurlijke betekenissen zijn wrsch. een inheemse ontwikkeling. Overigens was voor de inburgering van het Engelse woord Nederlands droppen al in gebruik als nevenvorm van → druppen.

Dit woord heeft dus nog een oorlogsgeschiedenis, we namen de taal vanonze bevrijders over. En die taal is ook in de Van Dale terechtgekomen:

1drop (de; m; meervoud: droppen)1drup (zie aldaar)
2drop (de/het; v(m) en o; meervoud: droppen)1snoepgoed: aftreksel van de zoethoutwortel
drop·pen (dropte, heeft gedropt)1neerwerpen uit een vliegtuig2ergens neerzetten
drup (de; m; meervoud: druppen), drop (de; m; meervoud: droppen)1druppel: van de regen in de drup komen in een nog slechtere toestand belanden

En omdat Nederlandse politici dol zijn op Amerika, voorspel ik dat we mogelijk in de verkiezingscampagne komend half jaar ook een micdrop tegen zullen komen. En er worden vast ook ideeën gedropt, oneliners gedropt en proefballonnen opgelaten. Het is dat ik niet erg dol ben op drop, anders zou ik vast een zakje kopen voor bij de komende verkiezingsdebatten.