“”Nee, ik zal de kus niet goedpraten,” — en praat de kus dan goed. Ooo ik heb hier even helemaal geen energie voor.” “Waarom zouden ze? Zo’n lastige taal als NL leren terwijl ze over de hele wereld in het Eng. les kunnen geven. Daar gaat een deel geen energie in steken voor de paar jaar dat ze hier zijn.” “Leer aan welke knoppen je kunt draaien voor meer vitaliteit en energie.” “Gebruik je eigen energie maak je niet druk om iedere wind.” “Ik zit vandaag laag in mijn energie.” “Ik zoek iemand met goede vrouwelijke energie.”

Uit het etymologisch woordenboek: Vnnl. energie ‘kracht’ [1658; Meijer], energi ‘volhardende geestkracht’ [1790; WNT vonk I]. Met name gebruikt als term in de natuurwetenschap sinds de 19e eeuw.
Ontleend aan Frans énergie [ca. 1500; Rey] < Laatlatijn energia ‘werkzaamheid’ < Grieks enérgeia ‘werkzaamheid’, afleiding van energḗs ‘actief, energiek’, letterlijk ‘met werk in zich’, gevormd uit en ‘in’ en het zn. érgon ‘werk’, verwant met werk. Het Griekse voorzetsel en, als voorvoegsel ook in de vorm e- (voor l) en em- (voor stemhebbende medeklinkers en f), is verwant met Nederlands in en betekent in het algemeen ‘in, naar binnen’ en komt ook voor in andere leenwoorden uit of op basis van het Grieks, zoals bijv. ellips, embryo, empirie, enthousiast.
energiek bn. ‘vol energie’. Nnl. energiek ‘met geestkracht begaafd’ [1800; WNT]. Ontleend aan Frans énergique ‘id.’ [1584; Rey], afleiding van énergie.

Energie is in mijn ogen iets wat je krijgt door activiteiten te ondernemen, iets te lezen of uit contact met anderen. Je kunt het hebben of even niet, bijvoorbeeld na weken van slapeloosheid. Maar laag erin zitten, dat kan volgens mij niet. Het is psychologentaal. En door B&B vol liefde heel populair: vrouwelijke en mannelijke energie, een fabel. Je hebt het of je hebt het niet en als je het niet hebt, kun je iets doen, mensen ontmoeten om het weer te krijgen of gaan slapen om bij te tanken. Dat is pas echt duurzame energie, als het lukt en je niet leidt aan slapeloosheid dan. En als je het hebt, kun je het steken in de juiste dingen, bijvoorbeeld in het leren van een taal, of een nieuwe vaardigheid.

Van Dale omschrijft het alsvolgt: ener·gie (de; v) 1(natuurkunde) vermogen om arbeid (2) te verrichten, kracht waardoor machines en apparaten kunnen werken: kernenergie, windenergie, zonne-energie; groene energie die op (relatief) milieuvriendelijke wijze wordt opgewekt, zoals windenergie en zonne-energie 2kracht en zin om iets te doen; = veerkracht: nieuwe energie krijgen van iets; veel energie in iets steken.

Geen woord over mannelijke of vrouwelijke energie, aangezien het woord energie al vrouwelijk is, volgens de woordenboekenmaker. Dus vergeet dat onderscheid, want het is er niet, alleen voor mannen die vrouwen in een bepaalde hoek willen duwen: zachtaardig, verzorgend, passend in een verouderd, traditioneel rollenpatroon. Duurzame energie is noodzakelijk om uitputting van de aarde tegen te gaan, maar laten we verder ook duurzaam omgaan met het woord energie. En zoek het op, hoe moeilijk ook, nieuwe energie in welke vorm dan ook, is altijd wel ergens te vinden.