“Kantelen: CJG met ouders, onderwijs, gemeente en voorschoolse voorzieningen in dialoog over samenwerking rondom een kind.” “Versleten organisaties kantelen – een betoog vol inspiratie.” “Zet ons in een sessie met je favo rapper we kantelen hem en zijn hele crew.” “Toekomstbestendige zorg via #kantelen van volume naar kwaliteit.”

En er is zelfs een kanteldenker actief op Twitter. Zijn eerste bezigheid: “Organisaties en publieke ruimte opschudden”. En de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning kreeg bij de invoering de naam De kanteling mee.

Van Dale ziet kantelen vooral als iets wat je met dingen kunt doen en niet zozeer met wetten. Of het moeten hele dikke grote wetten zijn:

kan·te·len (kantelde, heeft, is gekanteld)
1 op een andere kant zetten
2 op een andere kant vallen

En natuurlijk kent het woordenboek ook kantelen, ‘getand muurwerk aan de bovenkant van muren’, maar daar ligt de klemtoon net ietsje anders.

Volgens de etymologiebank kwam het woord in 1802 voor in combinatie met een schip: het kantelen van een schip dat zoals we nu zouden zeggen omsloeg. De eerste vermelding was in 1782 als telkens op zijn kant zetten. Maar nu is het vooral het beleid of een mening die moet kantelen. Alles moet anders, laten we het op een kant zetten, zoals met de Wet maatschappelijke ondersteuning. En nu met de verkiezingen in aantocht kantelt mogelijk de mening van enkele politici weer, zeker als het gaat om toekomstige samenwerkingspartners.

De politici hopen vast dat u nog gaat kantelen in hun voordeel, ik hoop van niet. Blijf gewoon staan of zitten.