Veel kenners op en om het Binnenhof hadden het al verwacht, maar nu is het officieel: De Tweede Kamercommissie van onderzoek heeft het lek uit de Tweede Kamercommissie Stiekem niet gevonden. Daarin zitten de fractievoorzitters en de informatie die zij daar krijgen, moet binnen de commissie blijven. Volgens commissievoorzitter Carola Schouten is er geen lek gevonden, zijn er wel tien berichten in de media verschenen die rechtstreeks tot de commissie zijn terug te voeren en is er geen aanleiding om aan te nemen dat de fractievoorzitters tegen de commissie hebben gelogen. 

Daar klopt toch iets niet. Maar door de huidige wetgeving heeft de commissie niet veel middelen tot haar beschikking om de zaak grondig te onderzoeken, jammerde Schouten. Zij kon wel onder ede horen, maar die informatie kon niet worden gebruikt in een juridisch proces, bijvoorbeeld. Het onderzoek van Justitie waar één of twee verdachten uit zouden zijn gekomen – Kamerleden, benadrukte de commissievoorzitter, bevatte volgens haar geen concrete verdachten. Dat rapport was wel de reden van de Tweede Kamer om een commissie van Onderzoek in te stellen, omdat Justitie niet bevoegd is ambtsmisdrijven daar te onderzoeken, de Kamer zelf wel.

Schouten pleit daarom voor het moderniseren van de wetten, zodat een commissie van Onderzoek in de toekomst meer middelen heeft om ambtsmisdrijven te onderzoeken. Maar nog blijft het een lastig te onderzoeken deict. Je hebt een bekentenis nodig of belastende getuigen. Maar in zo’n geval zal de journalist wel oppassen om zich als getuige op te werpen. Die hoort dan nooit meer iets uit de commissie Stiekem of welke commissie dan ook. En de fractievoorzitter zelf zal ook wel uitkijken. Die is dan nooit meer te vertrouwen en wil ook geen schade oplopen door een veroordeling. Vooralsnog kunnen zij er dus op los lekken. Daar helpt zelfs geen moderne wet aan.

Dus is er een onderzoek gedaan, ondersteund door mensen uit de staf van de Tweede Kamer, door drie rechtsgeleerden en door de vice-voorzitter van het college van procureurs-generaal. Het kostte een lieve duit om te weten wat we eigenlijk al wisten: van zoiets kun je de dader niet vinden. Tenzij iemand gaat praten en die kans is door dit rapport alleen geslonken. Het is wachten op de memoires van de fractievoorzitters van toen, of van de NRC-redacteur. Of op hun loslippigheid, maar die kans acht ik net zo klein als het succes van deze commissie. Dan moren maar op zoek naar het Kamerlid dat vannacht voor het eerst sinds tijden weer eens goed slaapt.