Ik had gisteren in de Tweede Kamer medelijden. Medelijden met maar één man. En dit keer eens niet de man die terwijl er crisisoverleg over zijn positie was, een kopje koffie dronk met zijn vriendin. Dat was dezelfde man die eens niet een oranje das droeg, maar het bij een streepje oranje hield. Nee, het was de man die naast hem zat. Premier Mark Rutte.

Terwijl de oppositie het hakblok voor zijn minister van Veiligheid en Justitie minister Ard van der Steur de vergaderzaal van de Tweede Kamer insleepte, zat hij met een somber gezicht ernaast. Bloedserieus, misschien een beetje gespannen en bij moeilijke of gevaarlijke antwoorden even schuin omhoog kijkend. Verder was hij veel op zijn telefoon bezig, maar het land moet geregeerd. Maar zo’n strak gezicht, dat zien we zelden van deze premier. Hij kreeg veel kritiek op het weglachen van zware zaken, maar gisteren nam hij dat bloedserieus. Echt bloedserieus. Zijn mondhoeken zelden wijkend. En dat bijna zes uur lang. Voor een man die zo graag kwinken slaat en vrolijk is. Hij zei dat het debat over de Teevendeal het moeilijkste was, maar hier had hij het duidelijk nog moeilijker.

En daarna heel ruiterlijk de chefs rol op zich nemend. Als het fout gaat ligt het aan hem en als het goed gaat, komt het door zijn ploeg. Een ware leider, maar misschien had hij beter ook eerder kunnen waarschuwen dat zijn ploeg de bronnen beter controleert en gegevens minstens drie keer bekijkt op waarheid en feitelijke juistheid voordat ze de wereld in gaan. EN leert sorry te zeggen, door Elton John al het moeilijkste woord genoemd. Minister van Binnenlandse Zaken, Ronald Plasterk was een van de eerste die fout zat met taps uit de Verenigde Staten te noemen die later van zijn eigen AIVD bleken te zijn en nu weer Van der Steur met de gegevens van de FBI die van de New Yorkse politie bleken te zijn.

Waar de ministersploeg wel steeds beter in wordt, is door het stof gaan. Gisteren bood Van der Steur na lang aandringen van de Tweede Kamer excuses aan en hij was het hele debat o, zo begripvol. Ik hoor wat u zegt en ik begrijp u, ik weet waar de pijn zit en ik deel die, ik zal pro-actiever zijn (na een interruptiedebat van bijna een uur met diverse oppositieleden die hem dat probeerden te ontlokken).