Ik ben vandaag behoorlijk teleurgesteld in de koning Willem-Alexander. Een paardensprong naar rechts naast hem staat op de groepsfoto met de Olympiërs chef de mission Maurits Hendriks, die van de verliezersvlucht. Hij was ook erg gretig, want de eerste die op de fiets van het Binnenhof vertrok op weg naar de koning. Het ging vandaag toch om de Olympische sporters?
De Olympische gedachte is en blijft: meedoen is belangrijker dan winnen. Maar in Nederland telt die niet, want iedereen op de trap achter Paleis Noordeinde heeft een medaille. Bijna iedereen. Hendriks niet en ook de koning en koningin niet. Den Haag, de stad voor recht en vrede had voor de lieve vrede ook best de andere Olympische sporters mogen eren en de Koning, als erelid van het Internationaal Olympisch Comité had toch ook kunnen zeggen: “Beste meneer Hendriks, neem alle sporters mee en vooral die Yuri van Gelder, want ik hou ook wel van een pilsje”.
Maar niets van dat alles. In plaats daarvan mocht Hendriks de show stelen als eerste op de fiets door de erehaag en op de tweede rij, als tweede hoofd naast koningin Máxima. Zij kwam overigens net na de sporters via de achterkant het paleis in gelopen. Die erehaag was voor veel kinderen een grote sof. Ze stonden klaar met hun handtekeningboekjes, maar niemand stopte om te tekenen. Al denk ik dat Hendriks misschien wel in de verleiding kwam. Veel staken hun hand op om hun onmacht te tonen. De ceremonie was uitgelopen en de koning stond te wachten. En zij waren niet de enige die klaagden. Achter het paleis moest het journaille een uur in de hitte staan wachten, zonder enige vorm van verkoeling of drinken. Sterker nog, als het aan de beveiligers had gelegen, moesten ze in de volle zon blijven staan.
Gelukkig was er voor de sporters binnen wel wat verkoeling na de fietstocht in de zon. Zij werden voor paleis Noordeinde nog toegezongen door het publiek met ondersteuning van Kleintje Pils, het bekende dweilorkest uit Sassenheim. Ook dat pleit ervoor dat Van Gelder en alle andere Nederlandse deelnemers aan de Spelen er best bij hadden kunnen zijn. De kroegeigenaar van een terras langs de route zei na de laatste fietsende sporter richting Noordeinde op het terras tegen een gast: “Yuri komt zo, die houdt vandaag hier een kroegentocht”. Lachen mag, want hoe Nederland deze zomer omgaat met de Olympische gedachte is om te huilen. Eén lichtpuntje: voor de paralympiërs is er geen verliezersvlucht geboekt.