Jet Bussemaker doet in het AD een oproep voor meer vrouwelijke lijsttrekkers. Minder dan een jaar voor de verkiezingen komt die oproep rijkelijk laat, zeker van een minister voor emancipatie. Ze had zelf kunnen zorgen dat meteen na de verkiezingen een groep vrouwen een cursus politiek leiderschap kreeg, maar nee. Nu roept ze het achteraf. 

En dat weet ze zelf ook. Ze legt de schuld bij de partijvoorzitters. “Voor hen is er werk aan de winkel. Maar nu is dat te laat: ze hadden een kweekvijver moeten aanleggen.” Een kweekvijver, een tenenkrommend woord, maar ze had al kunnen zien aankomen dat die er niet was. Bij de VVD stapt de ene na de andere prominente vrouw uit de politiek en de nummer twee van de vorige verkiezingen, Edith Schippers, wil niet meer op de kandidatenlijst. Alle hoop is nu gevestigd op Jeanine Hennis, de huidige minister van Defensie. 

Bussemaker is niet de eerste, want juist Neelie Kroes, de grand dame van Hennis’ VVD deed de oproep al veel eerder. Zij pleitte ook voor een vrouwenquotum in het kabinet. Tevergeefs. En zij heeft ook een verklaring voor de afwezigheid van vrouwen in de politieke top: “Vrouwen zijn geneigd om te kiezen voor veiligheid, terwijl mannen niet zomaar zullen terugdeinzen voor een uitdaging.”

Die uitdaging gaat Bussemaker op dit moment uit de weg. Ze had als minister voor emancipatie de voorbeeldfunctie kunnen vervullen en een stap naar voren kunnen doen. Maar ze gaat ze niet voor het leiderschap van haar PvdA. Ze laat weten dat ze ‘op dit moment geen behoefte voelt om zich in de discussie omtrent het lijsttrekkerschap te mengen.’

Hoogstwaarschijnlijk is Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren na de verkiezingen van maart 2017 weer de enige vrouwelijke fractievoorzitter. Dat is wel eens anders geweest. In 2008 waren er vijf vrouwelijke fractievoorzitters, evenveel als mannelijke. Naast Thieme waren dat Mariëtte Hamer (PvdA), Agnes Kant (SP), Femke Halsema (GroenLinks) en Rita Verdonk (Groep-Verdonk). Daarmee was het record van twaalf jaar eerder verbroken. In 1986 waren er vier vrouwelijke fractievoorzitters, toevalligerwijs van de vier partijen die later opgingen in GroenLinks: Ria Beckers (PPR), Ina Brouwer (CPN), Andrée van Es (PSP) en Cathy Ubels (EVP).  

Bussemaker vindt dat het trieste, dat Nederland ooit voorop liep en nu weer achteraan bungelt. “Maar dit bewijst maar weer: emancipatie vraagt onderhoud.” Waar was zij dan om dat onderhoud te plegen? Zij heeft daar nu al bijna vier jaar de tijd voor gehad. Dit bewijst dat een vrouwelijke minister op de portefeuille geen garantie is voor succes. Mijn idee is een verplichte lijsttrekkersverkiezing met mannelijke en vrouwelijke kandidaten voor alle partijen. Ja, ook de SGP. Dan valt er pas wat te kiezen. En dan hebben alle partijen nu alvast de kans om hun leden (m/v) een cursus politiek leiderschap te laten volgen.