“Als iemand me zoekt ben ik even wat laaghangend fruit aan het plukken qua quick wins.” “Eens, politiek is het vooral veel schreeuwen met puntige qoutes om aandacht te vragen en de snelle stem. Veel ad-hoc, quick wins en de lange termijn wordt onderbelicht.” “Kilometers geluidsschermen vervangen door zonnepanelen is ook nog zo’n Quick win.” “Ga je voor quick wins en kortetermijn-groei, of voor langetermijn-waarde?”
Meteen maar een bekentenis: ik heb deze woorden laten staan in een stuk wat ik laatst moest bewerken. Jaren lang heb ik deze woorden niet kunnen lezen zonder aan quick and dirty te moeten denken. En eigenlijk komt dat deels ook wel overeen. Snel en vies is een snelle winst. En daar gaat menig organisatie voor en ook degene waar ik voor werk en daarom heb ik het laten staan. De taal van mijn lezer volgend. Maar er zijn eerlijk gezegd ook veel Nederlandse alternatieven die ik had kunnen opschrijven: snelle acties, korte klappen, die laatste hoor je bijna niet meer, maar was voorheen ook populair in kantorenland. β
Quick win staat niet in de Van Dale en toch vindt Delpher de eerste vermelding al in 1925 bij een artikel over een voetbalwedstrijd. De etymologiebank heeft ook niks te melden maar dat de uitdrukking uit het Engels komt, is wel duidelijk. Zoals bij veel Engelse termen in kantorenland zijn ze via de marketing binnengekomen. Hoe behaal je snel resultaten zonder dat het veel moeite kost, snel en vies via de snelle winstpunten. Misschien vind ik het daarom nog steeds een beetje vies klinken.