‘Met huidige kennis en middelen moet dat ook nog te waarborgen zijn’, ‘Ik eis waarborgen vr handhaving van mijn cultuur/vrijheid’, ‘Zijn er genoeg waarborgen voor burgers bij verzameling&gebruik van gegevens door overheid?’ ‘Had motie waarborgen #Binnenhof als attractie gesteund’, ‘Waarborgen dat niemand op straat hoeft te slapen’ , ‘Opvoeden is: uniciteit erkennen, zichtbaar maken en waarborgen’.

Och arme, zeker als dat laatste echt klopt. En dat terwijl wij mensen kuddedieren zijn. Dat blijkt al uit mijn wekelijkse zoektochten voor de taalblogs. We praten elkaar graag na. Waarborgen is iets zeker stellen, maar in het dagelijks taalgebruik en vooral weer in kantooromgevingen is het woord een eigen leven gaan leiden. Volgens Van Dale is het:

waar·borg (de; m)1(meervoud: waarborgen) zekerheid, garantie2borgsom, bv. bij een huurcontract
waar·bor·gen (waarborgde, heeft gewaarborgd)1instaan voor iets; garanderen

Onze Taal schaart het woord onder ouderwets taalgebruik en geeft modernere alernatieven:

waarborgen zorgen dat iets blijft bestaan, vasthouden

En ik hoop het bij deze nooit meer in beleidsnota’s of welke stukken dan ook te lezen. Het is een vorm van vaag taalgebruik geworden en dat is helemaal niet nodig. Eigenlijk is het in onze taal een overbodig woord en er zijn genoeg alternatieven voor.

Maar gebruik dan liever niet het woord dat hier vaak als verkorting voor wordt gebruikt: borgen. Iets in veiligheid brengen, bijvoorbeeld de lading van gestrande schepen of het beveiligen tegen losgaan, bijvoorbeeld met een moer of een haak. Maar nee. Hoewel dit wel iets met een haakje te maken heeft: ‘Hoe borgen we dat we over 50 jaar nog steeds vis kunnen eten?!’. Dat haakje leidt ook een eigen leven, maar daarover een volgende keer meer.