Tien ondernemingen bieden bezoekers van het Gemeentemuseum vanaf 22 juni een kijkje in hun bedrijfscollecties. De tentoonstelling ‘PUBLIC / PRIVATE – Bedrijfscollecties – gezien vanuit een Haags perspectief’ is een initiatief van VVD-raadslid, kunstliefhebber en voormalig wethouder van Economische Zaken Rob van de Laar.
Het idee van private kunst het gemeente museum ontstond begin vorig jaar. Van de Laar zag hoe de overheid zich steeds meer terugtrekt uit de cultuur. Zowel kunst als ondernemers gaan hem aan het hart en hij wilde de twee zaken combineren. Toen hij een oriënterend bezoek bracht bij de directeur van het Gemeentemuseum Benno Tempel was die meteen enthousiast. Van de Laar benaderde daarop twee partijgenoten, oud-wethouder Cultuur Louise Engering, oud-raadslid Thessa Oosterholt en kunstenaar Loek Bos om hem te helpen zijn idee te verwezenlijken.
In verschillende samenstelling gingen ze op pad om met de conservatoren en beheerders van de bedrijfscollecties te praten. “Ik had eerst nog gedacht dat ze misschien schuchter zouden zijn, omdat ook andere bedrijven meededen, maar ze waren allemaal enthousiast”, aldus Van de Laar. Het eerste gesprek was bij ING. Daarnaast zijn werken te zien uit de collecties van Aegon, VNO NCW, ABN-Amro, KPMG, KPN, BNG, Nationale Nederlanden en het NIBC. De Vereniging van Bedrijfscollecties Nederland ondersteunt de tentoonstelling. De initiatiefnemers wilden vooral de aandacht richten op collecties van bedrijven met een Haags tintje.
Wisselbad
“De bezoeker komt in een soort wisselbad terecht. Elke bedrijfscollectie heeft een eigen sfeer”, zegt Franz Kaiser, hoofd tentoonstellingen van het Gemeentemuseum. “De ruimte is zo ingedeeld dat de omvang van de collectie ook in beeld komt. ING heeft met 13.000 werken de grootste verzameling, die krijgt drie zalen. BAM heeft maar één beeld uitgeleend, maar heeft ook geen aankoopbeleid. Ik heb in dit proces geleerd dat een aannemer kleine winstmarges heeft – niet voldoende om systematisch kunst te kopen”.
Bedrijven hebben hun eigen motief voor deelname, bijvoorbeeld om bij collega’s eens onder de aandacht te brengen wat ze voor mooie kunst in huis hebben. “Er zijn bedrijven waar de collectie vooral een interne rol heeft, andere, zoals de Rabobank treden er juist veel meer mee naar buiten, bijvoorbeeld met eigen tentoonstellingen, onder meer in Parijs. Dat is ook de reden dat die nu niet meedoet, ze hadden het te druk”. Een andere multinational met Haagse wortels die ontbreekt, is Shell. “Die heeft naar eigen zeggen geen aansprekende collectie, dus doet niet mee. De Shell doet eerder aan sponsoring”, aldus Van de Laar.
Verschillen
“We willen met de tentoonstelling ook duidelijk maken dat er verschillen tussen musea en bedrijven zijn: Bedrijfscollecties kunnen musea niet vervangen.”, zegt Kaiser. Musea hebben een openbare publiekstoegankelijke functie, terwijl bij bedrijven zaken en financiële resultaten tellen. De kunstcollectie is bijzaak en zijn meestal niet toegankelijk voor het publiek.
Tijdens de collectie zijn wel wat topstukken te zien. Bijvoorbeeld van Anish Kapoor, Jan Dibbets, Karel Appel, Anton Corbijn, Folkert de Jong, Michael Raedecker, Don Brown, Pyke Koch en Wim Schuhmacher. ”Ik verheug me op het werk van Anish Kapoor en van Pyke Koch, een groot werk met de titel Oogst. Die heb ik nog nooit in het echt gezien, ik wist niet dat die erbij zat, dat was wel een ontdekking”.
In de gesprekrondes kwam Nationale Nederlanden zelf met een suggestie voor een aanvullende expositie. Het bedrijf had de jonge kunstenaar Sander van Wettum opdracht gegeven om foto’s van kantoren te maken. Tijdens diens zoektocht in het archief stuitte hij op foto’s van Philip Mechanicus die in de jaren 70 kantoren had gefotografeerd. Die werken hangen straks naast elkaar in het Cordia-kabinet.
De opening is op 22 juni door burgemeester Jozias van Aartsen en de bedrijfscollecties zijn te zien tot 23 september. Als het aan Van de Laar ligt, komt er een vervolg, bijvoorbeeld met collecties van internationale instellingen of van ministeries.