Ze is met dertig jaar momenteel de jongste senator in Nederland. En niet wars van ambitie: Christine Teunissen wil de Eerste Kamer renoveren. ‘Volgend jaar ga ik zeker lekker veel debatten voeren en heel Den Haag wakker schudden, zowel in de gemeenteraad als in de Eerste Kamer’.
Dit jaar heeft Teunissen voor haar Partij voor de Dieren nog niet veel plenaire debatten in de Eerste Kamer kunnen voeren. Ze komt in de stenografische verslagen vooral voor in de presentielijst bovenaan. Maar het werk van de senator ligt vooral in de commissievergaderingen en in de schriftelijke rondes voor elke wetsbehandeling in de plenaire zaal.
Het lijkt een saai bestaan en iets voor oude mannen –de gemiddelde leeftijd is 56 en er zijn 26 vrouwelijke en 49 mannelijke senatoren. Teunissen denkt daar anders over. ‘Toen de kandidaatstelling voor de Eerste Kamer eraan kwam, leek het me meteen leuk. Ook de combinatie met mijn werk als raadslid in Den Haag. Daar hebben we het over vergunningverlening en hier behandelen we de Omgevingswet. De uitwerking daarvan zie ik direct terug in mijn werk als raadslid. Hier in de Eerste Kamer zijn we wat abstracter bezig met wetgeving. Het draait hier om uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en rechtmatigheid. De sfeer is gemoedelijk en kalm, in de raad is het hectischer.’ Haar fractiegenoot Niko Koffeman kende ze al van haar werk als persvoorlichter voor de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer. En nu vervangt ze hem in het college van senioren, het fractievoorzittersoverleg in de Eerste Kamer.
Een beetje onderuitgezakt zit ze in de ontmoetingsruimte van de Eerste Kamer. We hebben net koffie gehaald in de koffiekamer en zitten nu op de groene bankjes, die alleen in kleur lijken op de bankjes in de vergaderzaal. Teunissen voelt zich hier zichtbaar thuis. ‘Het werk in de Eerste Kamer bevalt me erg goed. Er hangt een goede sfeer en hier ben je in de luwte politiek aan het bedrijven. Maar het is ook dynamisch, omdat er meer ruimte is voor inhoud en debat. Onlangs hadden we een deskundigenbijeenkomst over de Natuurbeschermingswet. Dat is voor ons een erg belangrijke wet, omdat daarin onder meer staat dat plezierjacht is toegestaan. Daar zijn we fel op tegen. Hier in de senaat is er ruimte voor een goed debat en worden de deskundigen ook echt gehoord.’
De Partij voor de Dieren is een partij voor activisten. Hoe uit je dat als senator?
‘Op Prinsjesdag droeg ik als protest tegen de proefboringen van Shell in het Noordpoolgebied een wit jurkje met zwarte handafdrukken van olie erop en een geel-rood schelpje in mijn haar. Tijdens de viering van 200 jaar tweekamerstelsel droeg ik een jurk met de tekst van artikel 1 van de Grondwet en een tekening van Banksy met een klein Indiaas jongetje dat achter een naaimachine slingers met de Nederlandse vlag in elkaar zet.
De fractievoorzitter in de Tweede Kamer, Marianne Thieme, besluit elke inbreng met ´Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio/industrie.´ Iets voor jou?
´Dat ga ik niet nadoen. Je moet daarmee oppassen, omdat het al gauw een zwakkere kopie is. Maar bij de behandeling van wetten die de dieren en de wereld aangaan in de Eerste Kamer die belangrijk zijn voor mijn partij kun je misschien een ludieke actie van me verwachten.’
Een jurkje met veren?
´Nee, zeker niet. Ik vind veren mooi op dieren. Je kunt niet goed zien of het echt of nep is. Daarom doe ik ook niets met nepbont aan. Het risico is te groot dat mensen dat nadoen en zonder het te weten echt bont dragen of iets van veren van levend geplukte ganzen. Het jagershoedje van Marianne Thieme hangt in een museum. Misschien bedenk ik nog wel iets.’
Hoe kwam je bij de Partij voor de Dieren terecht?
‘Ik ben opgegroeid met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Mijn vader zei altijd: we verzetten ons tegen alles wat het leven ontluistert. Toen ik een affiche van de Partij voor de Dieren zag met een aantal punten, zag ik daarin veel terugkomen van waar ik voor sta. De dieren zijn een vertrekpunt. We komen op voor de aarde en van de natuur. Ik was veel bezig met de oneerlijke verdeling tussen het Westen en ontwikkelingslanden, en ik wilde ontwikkelingswerk doen. Ik was in Ghana en dacht over het oprichten van een schooltje. Toen ik debatten bij ging wonen, dacht ik: wauw! Hier kun je ook echt iets veranderen. Think global, act local. Verandering kan ook vanaf lokaal niveau uitgroeien tot iets moois, bijvoorbeeld door zelf duurzame energie op te wekken. Een betere wereld begint bij jezelf.’
In de Haagse gemeenteraad trok je veel op met vrouwelijke collega’s in de oppositie, jullie kregen zelfs bijnamen als het vrouwenpact. Ga je dat ook in de Eerste Kamer doen?
‘Nee. Ik denk dat ik ook goed een pact kan vormen met mannen. Mannen van boven de vijftig kunnen bijna per definitie goed overweg met vrouwen van dertig, dacht ik zo. Vrouwen zijn goed in oppositie voeren en hebben gevoel voor grotere thema’s. Ik ben ervan overtuigd dat de bankencrisis niet had bestaan als er meer vrouwen in de politiek en in de top van het bankwezen hadden gezeten. Nu zijn de banken alleen voor de korte termijn gered. Vrouwen kijken hoe veel geld ze in de portemonnee hebben en op basis daarvan kijken hoe ze de samenleving inrichten. Mannen kopen liever eerst nog een auto en een huis en denken dat het goed komt. Met meer vrouwen was er meer oog geweest voor de langere termijn. ’
Hoe vordert je campagnebelofte om de Eerste Kamer te renoveren?
’Daar ben ik aardig ver mee. Tijdens mijn campagne heb ik gezegd: we moeten af van de politieke matchfixing, een term uit het voetbal waarbij illegaal afspraken gemaakt zijn over de uitslag. Ik zag vaak dat de Tweede Kamer bepaalde hoe de Eerste Kamer zou stemmen. Ik ben voor een open debatcultuur waarbij de Eerste Kamer inhoudelijke afwegingen maakt en geen politieke speelbal is. De coalitie van VVD en PvdA heeft 21 van de 75 zetels en daarmee kunnen de twee stemmen van de Partij voor de Dieren in vrijwel elk debat doorslaggevend zijn. Over drie jaar wil ik bereikt hebben dat ze in de partij zeggen: “Christine dat heb je goed gedaan, wil je nog een termijn blijven?” Ik wil hier niet alleen als stemvee zitten.’
Maar in de Eerste Kamer toets je wetten en kun je ze niet veranderen, alleen goed- of afkeuren.
‘Je kunt hier wel vragen om evaluaties, of de regering wat meegeven voor de uitvoering van de wet. Als de Natuurbeschermingswet onverhoopt wordt aangenomen, willen we heel snel een evaluatie, want door de plezierjacht gaan veel dieren onnodig dood, zonder dat ze schade veroorzaken, puur voor de lol van de jager. Ook het welzijn van de overblijvende dieren is in het gedrang, omdat populaties aan flarden worden geschoten .’
De Eerste Kamer heeft een stoffig imago. Heb je daar last van?
‘Helemaal niet. Ik heb elke dag dat ik hier kom het idee dat ik een museum inloop. Maar het is hier ook zo mooi. Heb je dat sigarenbakje gezien in de koffiekamer? Geweldig toch? Ik kreeg eerder dit jaar de vraag wat ik als vrouw van dertig moet in zo’n stoffig geheel. Dat zie ik niet zo. Er is niets mis met een gedegen imago, dat moeten we zo houden.’
Je wilt af van politieke matchfixing, maar de politiek is toch de plek van compromissen sluiten, waarbij de uitslag vaak voor het debat al vastligt?
‘Dat geldt niet voor de Partij voor de Dieren, want dat is een getuigenispartij. Wij blijven bij onze idealen en wijken daar niet vanaf met compromissen. Als we geen meerderheid krijgen, zetten we het onderwerp terug op de agenda. Natuurlijk zou het fijn zijn als mijn moties een meerderheid krijgen, maar we willen vooral iets toevoegen aan het debat. Als getuigenispartij willen we laten zien dat natuurwaarden voorop staan. Natuur is het kostbaarste wat we hebben. Als ik dat duidelijk krijg, is dat voor mij al een renovatie.’
Hoe is je band met fractievoorzitter Thieme en Kamerlid Esther Ouwehand in de Tweede Kamer?
‘Goed. We zien elkaar wekelijks om op de hoogte te zijn van wat er speelt en om informatie te delen. In onze partij gaat het misschien wel te goed. Zeker bij een startende beweging kan het bijna niet dat alles klopt. Er is één keer een onenigheid geweest in de Tweede Kamerfractie en nu nog hoor ik van mensen dat Esther en Marianne het niet met elkaar kunnen vinden. Dat is gewoon niet waar. Die onenigheid was zes jaar geleden, maar op één of andere manier blijft het hangen. Het gaat bij ons beter dan bij andere fracties. Daar zie je problemen met declaraties en machtsspelletjes, om maar iets te noemen. Bij ons niet.’
Het aantal vrouwen in de Eerste Kamer is blijven steken op 26. Jij wil er meer?
‘Ik wil laten zien hoe belangrijk en leuk het is in de Eerste Kamer en hoe je veranderingen kunt aanbrengen. Ik hoop dat ik met mijn inbreng in debatten andere vrouwen kan aanmoedigen om voor hun idealen te staan, dat je hier echt wat kunt betekenen en dat het een fijne werkomgeving is.’
Wat was je beste moment van 2015?
‘Dat was zeker de installatie als Eerste Kamerlid op 9 juni, een hele bijzondere dag. Toen dacht ik: het is gelukt, ik krijg nu echt de kans om de Eerste Kamer te renoveren. De fysieke renovatie van dit gebouw en het Binnenhof komt nog. Ik vind het verkeerd om de parlementaire vertegenwoordiging ergens anders te zetten dan in het hart van de democratie. En de bouwherrie sluit goed aan bij mijn boodschap voor renovatie’.
En je minst leuke moment?
‘Het dieptepunt was in de raad die niets deed aan de kap van de bomen aan het Tournooiveld in Den Haag. Dat is echt eeuwig zonde. Ik denk iedere keer als ik er langs fiets aan de bomen die daar stonden en weg moesten vanwege de bouw van een parkeergarage in het centrum van Den Haag. Ik dacht met de nieuwe raad een vuist te kunnen maken tegen dat besluit. Tevergeefs. Een gemiste kans en niet meer van deze tijd om een parkeergarage in de binnenstad te bouwen. Dat doet alleen Den Haag. Dan speel je als raad niet goed in op de laatste ontwikkelingen en laat je je leiden door politieke spelletjes en economische belangen.’
Wat zijn je plannen voor volgend jaar?
‘Ik ga zeker lekker veel debatten voeren en heel Den Haag wakker schudden, zowel in de gemeenteraad als in de Eerste Kamer. Daar kijk ik echt naar uit. Ik ga me zeker niet als stemvee laten behandelen. Ik wil een verschil maken.’
Teunissen in 108 woorden
Geboren: 6 september 1985 in Leidschendam
Opleiding: Sociale geschiedenis, Universiteit Leiden
Loopbaan: Persvoorlichter bij de Partij voor de Dieren van augustus 2012 tot 2014, lid gemeenteraad van ‘s-Gravenhage, vanaf 24 maart 2014, medewerker van de Eerste Kamerfractie voor de partij van januari tot juni 2015, lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, vanaf 9 juni 2015
Motto: verzet je tegen alles wat het leven ontluistert
Boek op nachtkastje: Prosperity without Growth door Tim Jackson
Lievelingsfilm: Cowspiracy
Held: Gandhi
Laatste keer gedanst: deze week (moderne dans en salsa)
Laatste keer gehuild: vorige week tijdens de fractievergadering, van het lachen, we hebben veel plezier daar.
Onaantrekkelijkste eigenschap: ik ben een slecht keukenhulpje