De politie Haaglanden heeft een nieuwe categorie toegevoegd aan jeugdbendes: het criminele netwerk. De politie volgt de leden, kijkt met wie ze omgaan, wat ze aan hebben en welke auto ze hebben. Zo willen zij verbanden in kaart brengen en de pakkans vergroten.
“Uitroeien is een illusie. Criminele jeugdgroepen zijn van alle tijden, alleen noemden we ze eerst anders”, zegt Hanneke Ekelmans, directeur Opsporing en Informatie van de politie Haaglanden. “Wij benoemen het probleem en dat helpt ons bij het in kaart brengen en aanpakken van de groepen. We proberen de netwerken te ontregelen door degene met de meeste connecties eruit te halen. Dan staat er wel weer een nieuwe leider op, maar de groep is even uit evenwicht. We zetten de schijnwerper erop en daar werken alle collega’s aan mee. Ze hebben foto’s mee en op het bureau hangen posters met de top 25. Hun opdracht is goed kijken en alles vastleggen. Die heeft een groene jas en rijdt rond in zo’n auto”.
Netwerken
Politie, justitie en de gemeente hebben de afgelopen tijd twee criminele netwerken zien ontstaan van jeugdbendes. De ene bestaat uit zes criminele jeugdgroepen rond bureau De Heemstraat, de ander uit twee rond de Berensteinlaan. “We onderscheiden nu twee criminele jeugdnetwerken, omdat het onze aanpak kan bevorderen. We brengen iedereen in kaart en houden in de gaten wie waar met wie zit”. De acties rond de Zevensprong, de kruising De La Reyweg, Apeldoornselaan, Paul Krugerlaan, Beeklaan, Regentesselaan, Loosduinseweg-en kade blijkt daarbij een bron van informatie. “Daar komen verschillende groepen samen om plannen te maken. We kwamen daar onlangs twee kopstukken tegen uit de groepen Bouwlust en Mariahoeve. Ze zoeken wie ze nodig hebben voor een klus, als ze een motor missen, kijken ze bij de andere groepen wie er een heeft”. Opvallend is wel dat de afspraken dus regelmatig bij de Zevensprong worden gemaakt, terwijl de groepen daar niet actief zijn.
De politie Haaglanden kwam er door een samenwerking met korps Hollands Midden ook achter dat er in Mariahoeve een criminele groep actief was. “Dat bleek uit een gezamenlijk onderzoek. Zonder die samenwerking hadden we die groep niet in kaart kunnen brengen. We laten meer zien wat er gebeurt en hoe de verbanden zitten. Maar dat zal de leden van die groepen een zorg zijn. Zij zoeken naar manieren waardoor ze het minst last van ons hebben. Bijvoorbeeld door een kluiskraak te plegen aan de andere kant van het land”.
Nieuwe aanwas
Wijkagenten spelen in deze aanpak een belangrijke rol. Zij kennen de jeugd in hun buurt en zien ook wie opvallend gedrag vertoond. Daarbij wordt ook de nieuwe aanwas, broertjes, neefjes en andere buurtkinderen die omgaan met de leden in kaart gebracht. “Het heeft weinig zin om te wachten tot ze wat doen, we proberen er voor die tijd bij te zijn”. Het probleem is onuitroeibaar, maar de politie wil de veiligheid in de buurten waar de bendes actief zijn zo veel mogelijk vergroten en hun macht inperken. “We houden ook de nieuwe aanwas in de gaten, of zoals onze korpschef zei in zijn nieuwjaarstoespraak: ‘de aanpak begint al op het consultatiebureau’ “, aldus Ekelmans. Zij wijst er wel op dat de rol van de politie vooral signalerend is. De aanpak moet gebeuren met instanties en de ouders.
Aanpak werkt
De aanpak werkt wel, blijkt uit de cijfers. Het aantal aangiften neemt af, het aantal inbraken is rond de Delftselaan met 40 procent gedaald, maar er zijn pieken in overvallen. De veiligheid neemt toe, maar het gaat om de subjectieve ervaring ervan. “En dat is ook logisch. Je zult maar het slachtoffer zijn, dan voel je je niet veilig meer”. Rond de Delftselaan en de De Heemstraat is volgens Ekelmans al veel bereikt om de veiligheid te vergroten. “Daar zijn we ook erg actief en ook hier geen illusie: als je stopt met surveilleren komt de criminaliteit zo terug”.