WIE Annet Bertram, 49 jaar, getrouwd met Kees, twee dochters
OPLEIDING Sociologie en Rechten aan de Technische Universiteit Delft
VORIGE BAAN Directeur-generaal Wonen, ministerie van VROM
HUIDIGE BAAN Gemeentesecretaris Den Haag
De probleemwijken zijn een hardnekkig probleem en prioriteit van het kabinet. Annet Bertram stond aan de wieg van adoptiewijken en past dit nu ook toe in de krachtwijken in Den Haag.
De klok tikt door voor de probleemwijken. Over acht jaar moeten ze in alle opzichten bloeien. Annet Bertram, gemeentesecretaris in Den Haag, heeft de hulp ingeroepen van vier bewindslieden. ‘Het helpt echt als je een directe lijn hebt naar de bestuurlijke top.’
Tekst Elske Koopman
Beeld Arenda Oomen
Sinds haar studie sociologie interesseerde Annet Bertram (49), gemeentesecretaris van de gemeente Den Haag, zich al voor probleemwijken. Zij deed onderzoek in een stadsvernieuwingswijk, wijdde haar scriptie eraan, maar wilde meer van de problematiek weten. Ze plakte er een studie rechten aan vast, om meer te weten over volkshuisvestingsrecht. In 1985 kreeg ze een baan bij het ministerie van VROM en na verschillende functies werd zij in 2002 directeur-generaal Wonen. Vijf jaar later koos ze voor een baan bij de gemeente Den Haag, waar vier van de veertig Vogelaarwijken liggen: Schilderswijk, Stationsbuurt, Transvaal en Zuidwest.
Je bent één van de architecten van de adoptiewijken.
Lacht… ‘Ja, en hoe kwam dat… Ik was net directeur-generaal en Calvinist genoeg om te zeggen dat als iets niets oplevert, het anders moet. Je moet een goed onderbouwd verhaal hebben. Aantonen wat de slechtste wijken zijn en weten dat het wat oplevert als je er geld instopt. We hebben twee jaar onderzoek gedaan en een methodiek ontwikkeld waar ik, samen met mijn collega’s bij Financiën en Léon van Halder, toenmalig directeur-generaal Grotestedenbeleid en mijn opvolger bij VROM, helemaal achter stonden. We hebben toen adoptie bedacht.’
Hoe gaat dat?
‘We hebben adoptieteams voor de wijken samengesteld, dwars door de kokers heen. Daarin zaten wethouders uit de stad zelf, een bewindspersoon, een onafhankelijk deskundige en een topambtenaar met verschillende achtergronden. De opdracht was simpel: laat partijen vertellen waar ze tegenaan lopen en probeer daar wat aan te doen in regelgeving, bijvoorbeeld. De betrokken directeuren-generaal overlegden elke zes weken over de vorderingen. Ik had mezelf twee wijken toebedeeld: Overtoomse veld in Amsterdam waar de Ru Parée school wordt omgevormd tot Community Center met allerlei activiteiten. Mijn adoptieminister was toen Gerrit Zalm van Financiën. In Utrecht-Overvecht begeleidden we, met toenmalig minister Aart-Jan de Geus van Sociale Zaken en wethouder Rinda den Besten, onder meer een autopimpbedrijf waar tien tot twintig jongeren werden opgeleid die echt niet vooruit kwamen, geen lieverdjes.’
Kom je daar nog wel eens?
‘Ik ben nog voorzitter bij de vergaderingen over de Ru Paréeschool en dat Community Center komt er. Wouter Bos zet zich daar ook voor in. De man uit Utrecht belt me nog regelmatig voor advies en toevallig was ik daar pas nog.’
Er was wel kritiek op het woord adoptie en de actiefste begeleiders bereikten het meest.
‘Dat is zo. Ik heb zelf het hele project laten begeleiden door onderzoekers. Je hebt mensen nodig die op onorthodoxe manier willen sjouwen. In sommige groepen ontbrak de chemie. Na dit project wilde ik ook echt bij een gemeente werken, om in de praktijk dwars door de kokers te kijken. Ik heb ervan geleerd en de aanbevelingen toegepast in Den Haag.’
Welke?
‘Je moet je richten op het echte probleem. Geen carrousel van dertig projecten van een bezoek bij 75-plussers tot het opknappen van de markt. En de gemeentetop moet in de wijk zitten, omdat je anders niet door de regels en kaders komt. Je moet snel contact kunnen leggen met meerdere ministeries, want het probleem zit niet op één onderwerp. Ik heb echt twaalf hulpverleners per gezin gezien, we willen naar één gezinscoach en met verschillende instanties gaat dat niet zomaar. Je hebt de juiste connecties nodig om dat te bereiken. In feite heeft die autopimpman dat met mij.’
Dus alle vertrouwen in adoptie?
‘Het helpt… het helpt echt.’
Hoe heb je dat toegepast in de vier Haagse krachtwijken?
‘We hebben eerst wijkplannen gemaakt. Het college van burgemeester en wethouders zei bij het begin al dat als er vier dezelfde plannen lagen, er iets niet klopt. De wijken zijn te verschillend. We hebben vijf pijlers benoemd waar we ons op richten: Schoon, heel en veilig, Jongeren en gezondheid, Multiprobleemgezinnen, Werk, inburgering en wijkeconomie en Leefbaar wonen. We hebben vier wethouders uit het college bereid gevonden om koplopers te zijn en de kar te trekken, maar het hele college doet natuurlijk mee. Samen met de betrokken directeuren vorm ik een ontstoppersteam, dat snel problemen op kan lossen. In de wijken zitten teams met mensen van verschillende achtergronden met een directe lijn naar de gemeentetop.’
Maar ook dit keer zijn er bewindslieden in het spel.
‘We hebben bewindspersonen gekoppeld aan businesscases. Staatssecretaris Marja van Bijsterveldt van onderwijs begeleidt het 7/24 project op het Novacollege, waar jongeren en ouders zeven dagen per week een activiteitenprogramma krijgen aangeboden, zodat ze niet buiten de boot vallen. Ernst Hirsch Ballin, minister van Justitie, begeleidt het veiligheidsonderdeel, staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk begeleidt de economische ontwikkeling van Transvaal en Ab Klink, minister van Volksgezondheid, heeft het gezondheidsprogramma onder zijn hoede. Een coalitie met zorgverzekeraars en zorginstellingen zet zich in voor preventie. We willen mensen in beweging krijgen en anticiperen op specifieke ziektes, zoals suikerziekte bij Hindostanen. Het is handig als je de departementen achter je hebt staan’
Is adoptie het middel tegen de kwaal probleemwijken?
‘Niet de adoptie, wel de gerichte aandacht op de wijk. Kars Veling van het Novacollege wilde alleen meedoen met steun van gemeente en Rijk, omdat hij tegen veel regels opliep. De bereidheid van de overheid om mee te doen, geeft mensen energie.’
Horen probleemwijken niet gewoon bij Nederland?
‘Ja, natuurlijk. Maar dat betekent niet dat je een hek erom moet zetten en klaar.’
Ben je bang dat na de opknapbeurt omliggende wijken problemen krijgen?
‘Ah, het waterbedeffect. Nee. We beginnen bij de wijken waar het om gaat. Daar bouwen we kennis op die we later in andere wijken kunnen gebruiken. We hebben nu dertig miljoen uitgetrokken voor 2.200 ondergrondse vuilcontainers in de krachtwijken, maar de bedoeling is dat ze in de hele stad komen. Pieter Winsemius (oud-minister van VROM, EK) zei eens: als een huis in brand staat, begin je toch niet met het afblussen van de panden eromheen. Dan begin je bij de brand. Mooie beeldspraak vind ik dat.’
Kunnen andere gemeenten leren van de Haagse aanpak?
‘Poeh. Het staat nog wel in de kinderschoenen. Ik hoop wel dat we in de loop van dit jaar ervaringen kunnen uitwisselen over de wijken. Deze maand moet de aanpak echt op stoom komen en dit jaar moeten we resultaten boeken, vindt het college.’
Het is ook het laatste jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010.
‘Daarom.’
Is er al wat gebeurd in de krachtwijken?
‘Eind deze maand begint het Novacollege met de zaterdagschool, met activiteiten voor de jeugd. We zijn ver met de gezincoaches en met het instellen van een Veiligheidshuis, een samenwerkingsverband voor een veiliger stad. De eerste ondergrondse container gaat hopelijk dit kwartaal de grond in. Tijdens een speciale participatietop deed het bedrijfsleven toezeggingen. Ballast Nedam betrekt de jeugd in een renovatie- en reparatiewerkplaats in Transvaal en Albert Heijn opent filialen in alle krachtwijken.’
Hoe ziet de toekomst van de wijken eruit?
‘Dit soort processen hebben wel tien jaar nodig. In Den Haag zie ik al beweging. Partijen willen ervoor gaan en dat moeten we vasthouden. Als het ons lukt voor de komst van een nieuw kabinet resultaten te laten zien, maken we een kans. Je moet het wel samen goed doen. Niet iedereen kan onconventioneel doorsjouwen en risico’s nemen.’
En de toekomst van Annet Bertram?
Ik heb heel bewust voor deze baan gekozen. Mijn takenpakket is breder dan de krachtwijken en gaat ook over Den Haag internationale stad en de gemeentelijke organisatie. Je gaat pas weg als je klaar bent.’