John van Hamond was benieuwd naar het leven in probleemwijk de Graafsewijk in Den Bosch. Voor zijn afstuderen aan de Fotoacademie ging hij naar die wijk. ‘Ik ben op de fiets gestapt en erheen gereden. Ik wilde weten wie daar woont en ben een half jaar lang een paar dagen per week en een paar uur per dag in de wijk geweest.’

De Graafsewijk kwam in 2000 en 2005 groots in het nieuws door rellen. De eerste keer was de aanleiding het neerschieten van een voetbalsupporter van FC Den Bosch door een politieagent, de tweede keer wilden de bewoners dat een pedofiel de wijk zou verlaten. Beide keren liep het uit de hand en leidde de onrust tot rellen en veel aanhoudingen van wijkbewoners.

Ruim tien jaar later stapte John op zijn fiets. ‘Het zijn mensen in een volksbuurt. De bewoners daar hebben het hart op de tong. Die directheid vind ik een mooie eigenschap. Dat moet gezien worden.’

Dat was het niet altijd gemakkelijk. ‘Vooral in het begin kreeg ik veel kritiek, zoals van de vrouw die de deur dichttrekt: geen interesse. Ik heb ook een aanvaring gehad op straat.’ Mensen hadden geen trek in iemand met fotocamera na alle negatieve aandacht uit het verleden. John liet zich niet afschrikken. ‘Da ge de tering krègt mee oew foto’s, haha’, hoorde hij.

Als iemand negatief tegen hem was, probeerde hij het een week later gewoon nog eens. Vaak met succes. En bij sommige bewoners was hij meteen al welkom. Hij ging met ze in gesprek en bleef fotograferen. ‘Ik wil de mooie dingen laten zien. Iemand zei tegen mij: hier ligt niemand drie maanden dood in huis.’ John voegt eraan toe: ‘Er gebeuren misschien dingen die niet door de beugel kunnen, maar daar staat een flinke dosis saamhorigheid, zorgzaamheid en humor tegenover.’

Het project is nu af. John heeft er een krant van gemaakt. ‘Ik heb de krant uitgedeeld in de wijk en ben bezig met verspreiding in de stad. Die vorm heb ik heel bewust gekozen: De wijk stond en staat vaak negatief in de krant. In mijn krant presenteer ik een genuanceerd beeld met ook positieve kanten, maar ik laat de wijk en de bewoners zien zoals ze zijn.’