‘Harder aan de slag’ heet het plan van VVD-raadslid Martin Wörsdörfer waarmee hij meer bijstandsgerechtigden aan de slag wil hebben. Het goed aansluiten van databanken tot het innemen van de Ooievaarspas zijn enkele van zijn maatregelen om het bestand bijstandsgerechtigden te verminderen.
In Den Haag waren er 19.606 mensen met een bijstandsuitkering en 21.128 niet werkende werkzoekenden op 1 januari 2012. In 2011 waren er zo’n 7.700 mensen die in de bijstand terechtkwamen en ongeveer 7.100 mensen die er uit kwamen. Dat betekent dat er ruim 500 bijstandsgerechtigden bijkwamen.
“Ik wil dat dat aantal omlaag gaat. Wethouder Henk Kool (PvdA, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zegt wel dat we het goed doen, maar zolang het aantal bijstandsgerechtigden stijgt moeten we op zoek naar verbeteringen”, aldus de VVD’er die Kool al heeft ingelicht over zijn plan.
Het plan omvat onder meer een beter profiel van werkzoekenden in de databank en het beter koppelen van bestanden. Daarnaast wil Wörsdörfer dat er meer bijstandsgerechtigden flexbanen aannemen, bijvoorbeeld met hulp van een bemiddelingsbureau. Re-integratiebureaus moeten daarbij worden afgerekend op de resultaten. Den Haag heeft al een werkgeversservicepunt als een soort bemiddelaar tussen werkgevers en werkzoekenden met daarin UWV Werkbedrijf, de gemeente en de Haeghegroep. Maar volgens Wörsdörfer kan het efficiënter, bijvoorbeeld met ondersteuning van een uitzendbureau.
Mensen die in de bijstand zitten, maar geen re-integratietraject volgen zouden drie dagen in de week een tegenprestatie moeten leveren door aan het werk te gaan voor de gemeente. Het college wil dat zij acht uur in de week aan de slag gaan, maar dat vindt Wörsdörfer niet genoeg. Hij wil dat de tegenprestatie ten nutte van de maatschappij drie dagen in de week duurt, en dat de bijstandsgerechtigden de andere twee dagen gebruiken voor sollicitaties.
Als zij daar met de pet naar gooien moeten werkgevers dat kunnen melden. “Ik heb van werkgevers begrepen dat daar behoefte aan is als iemand onverzorgd of ongeïnteresseerd naar een gesprek komt. Dan moet er een gesprek volgen waarom zij zo verschijnen, hoor en wederhoor, voor een sanctie volgt. Als zij echt geen geld voor schone kleren hebben, is daar wel een potje voor”. Dat potje is de bijzondere bijstand. Het gevaar is dat door de wens van Wörsdörfer om de huishoudtoets alsnog in te voeren hier meer aanspraak op wordt gemaakt. Dat betekent namelijk dat als een kind dat bij zijn bijstandsgerechtigde ouders woont werk vindt, die worden gekort op hun uitkering. “We willen dat de uitkering een vangnet is en geen hangmat. Mensen moeten aan het werk, daarmee staan zij midden in de maatschappij, het is goed voor de economie en het scheelt ons allemaal belastinggeld. Het argument dat er meer mensen in de schuldhulpverlening komen, zal ik wel vaker horen, maar daar geloof ik niet in. Het gaat mij om de mensen die wel kunnen, maar niet willen werken. En voor die andere groep is er de bijzondere bijstand”. Overigens verwacht de VVD’er niet dat zijn plannen veel geld kosten: “Dit is de kans om processen te reorganiseren”.