Een offensief moet de slapende Verenigingen van Eigenaren van 100.000 appartementen zo snel mogelijk activeren. Voorlichting van het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie en gemeentelijke acties zoals een VVE-loket in Den Haag bieden hulp.

Een vijfde van de 506.000 koopappartementen in Nederland heeft geen actieve Vereniging van Eigenaren (VVE). Vanaf 1 mei 2008 is voor deze verenigingen verplicht dat ze een onderhoudsfonds hebben. Gemeenten en het ministerie van VROM doen hun best de slapende verenigingen wakker te schudden. Minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) vindt het belangrijk dat de VVE´s actief worden, omdat ze zich verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit van het particulier woningbezit.

‘Wij geven al jaren voorlichting over het belang van een goed functionerende VVE, maar we krijgen vooral vragen van al actieve verenigingen’, zegt Hans André de la Porte van Vereniging Eigen Huis. Stichting VVEbelang herkent dat: ‘Het probleem ligt juist in de probleemwijken met portiekwoningen, waar mensen soms niet eens weten dat ze deel uitmaken van een VVE’, zegt Raymond Keulen, directeur van de belangenorganisatie voor VVE´s.

Het activeren van de VVE´s moet de verloedering van koopwoningen tegengaan. Het instellen van een reservefonds voor groot onderhoud aan de appartementen in de VVE is daarom vanaf 1 mei verplicht. Voor nieuwe VVE´s geldt deze regel al sinds 1 mei 2005, bestaande verenigingen kregen een overgangsperiode van drie jaar. Het blijkt dat veel verenigingen nog niet actief zijn en geen fonds bezitten. ‘De minister riep onlangs in de Tweede Kamer dat belangenorganisaties en gemeenten vooral veel aan voorlichting moeten doen. Dat had ze ook drie jaar geleden kunnen zeggen’, zegt Keulen. ‘We hebben hier wel ruchtbaarheid aangegeven. Het is niet zo dat we nu pas beginnen’, zegt Nynke van der Zee, woordvoerder van minister Vogelaar.

Het probleem van het onderhoudsfonds is dat VVE´s zelf beslissen hoeveel zij op de gezamenlijke rekening storten. ‘We proberen met een campagne het eigen belang van een actieve VVE en geld voor onderhoud te benadrukken’, zegt Van der Zee. Vereniging Eigen Huis en VVEbelang vinden het terecht dat de inhoud van het fonds niet wordt verplicht. In plaats van boetes moeten VVE’s in hun ogen juist een aansporing krijgen. Vogelaar werkt samen met onder meer VVEbelang en de VNG wel aan een richtlijn voor de hoogte van het fonds voor VVE’s, afhankelijk van aantal leden.

De Haagse wethouder Wonen Marnix Norder opende vorige week met Vogelaar het eerste VVEloket in zijn stad, waar gratis advies kan worden ingewonnen. Hij vindt het een gemiste kans dat wettelijk geen bedrag voor het onderhoudsfonds is vastgesteld. ´We kunnen als gemeente niets afdwingen. Het zou goed zijn als we in wijken waar het nodig is, weigeraars kunnen dwingen mee te werken aan noodzakelijk woningonderhoud’, aldus Norder. In Utrecht, waar de problematiek maar matig speelt vanwege een grote opknapactie begin jaren tachtig, geeft de gemeente juridisch advies aan VVE’s met een weigeraar. Deze gemeente heeft weinig behoefte aan meer invloed, het direct aanspreken van VVE’s op onderhoud helpt daar voldoende.

Vogelaar bekijkt wel hoe gemeenten meer invloed kunnen krijgen in achterblijvende VVE’s. Gemeenten kunnen VVE´s nu alleen aanschrijven als door het gebrek aan onderhoud een pand niet meer voldoet aan het Bouwbesluit. Het gaat dan vaak om gevaarlijke situaties, zoals instortingsgevaar, of het mogelijk afwaaien van loszittende dakpannen. Vogelaar wil nu dat gemeenten via de rechter een plek kunnen afdwingen in een VVE die panden laat verloederen. Op die manier kunnen zij van binnenuit invloed uitoefenen. Hierover is zij al in gesprek met gemeenten. De benodigde wetswijziging zal pas op zijn vroegst medio 2009 van kracht zijn. De la Porte steunt het voorstel: ‘Als door gebrek aan samenhang of samenwerking een pand of deel van de wijk verloedert, moet je als gemeente wel kunnen ingrijpen’.

De Rotterdamse wethouder Wonen, Hamit Karakus, deed eerder het voorstel om VVE´s in de grote steden te laten fuseren tot 50 leden. Het beheer zou dan gemakkelijker uit handen kunnen worden gegeven. Volgens Vogelaar is dat ‘juridisch geen begaanbare weg gebleken’.