Veel mensen durven niet toe te geven dat zij in armoede leven en ze vragen al helemaal geen hulp. Dat moet veranderen en daarom is het proefproject ‘Segbroek maakt werk van armoede’ gestart.
Stadsdeelwethouder Marieke Bolle (PvdA) gaf samen met stadsdeeldirecteur Annita de Bruijne het startsein. Bolle reikte het eerste exemplaar van een informatiewaaier over hulp bij armoede uit aan de tachtigjarige Gerrit van de Ridder. “Nee, ik ben niet arm. In het verleden heb ik wel veel met armoede te maken gehad als kaderlid van de vakbond.” Zelf woont hij in een van de betere gedeelten van stadsdeel Segbroek. “Maar dat betekent niet dat daar geen armoede is. Een buurvrouw heeft een kind in groep 1 en haar vriend is er vandoor. Daar zit je dan”, zegt Van de Ridder. “Het gaat hier om de mensen die zelf niet de durf hebben iets aan hun situatie te doen.”
In Segbroek hebben 3.100 huishoudens een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum. Daarnaast zijn er mensen met schulden en mensen die geïsoleerd leven. Voor al die mensen komt er hulp. Zogenaamde intermediairs, zoals consultatiebureaus, thuiszorg, religieuze instellingen en huisartsen krijgen een waaier waarmee zij leren hoe ze armoede moeten signaleren en welke regelingen er eventueel zijn voor die mensen om aanspraak op te maken. Belangrijke signalen zijn volgens de waaier bijvoorbeeld stapels ongeopende post, weinig meubels in huis, kinderen zijn geen lid van vereniging, nauwelijks het huis uitkomen en geen geld voor drie gezonde maaltijden per dag. Vervolgens staat er per onderwerp welke regelingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld vergoeding van schoolkosten, schuldhulpverlening of een goedkope zorgverzekering. Intermediairs die toch vastlopen, kunnen bellen met een speciaal intermediair meldpunt voor overleg of advies.
Die telefoontjes komen dan bijvoorbeeld terecht bij Saskia Oostrom, coördinator van Den Haag OpMaat. “Het doel van deze proef is armoedebestrijding in de breedste zin van het woord. Huisartsen, woningcorporaties en bijvoorbeeld consultatiebureaus doen mee en gebruiken de waaier voor het signaleren en helpen van arme en eenzame mensen.” De mensen die in armoede leven of eenzaam zijn, durven daar nauwelijks voor uit te komen. Mede daardoor wordt er weinig gebruik gemaakt van de beschikbare regelingen. Daar moet deze proef een eind aan maken. De proef is volgens Van Oostrom bewust niet in één van de krachtwijken gehouden. “Daar gebeurt al zoveel.”
Bolle: “De ambitie is om nul arme huishoudens in Segbroek te hebben. Maar voor mij kan de pilot niet mislukken. Per definitie gaan er mensen aan de slag en ontstaan sociale banden. Of ik tevreden ben als er volgend jaar nog 3.100 huishoudens onder het minimum zitten? Nee.” Zij beaamt dat het lastig wordt om de mensen uit hun sociale isolement te halen. Stadsdeeldirecteur De Bruijne is ontzettend blij met de hulp. Ook omdat er hulp komt van diverse organisaties, zoals de Lions Club. “Die hebben hun hulp aangeboden. Ook in de Vogelwijk is veel verborgen armoede, weduwen die in een afbetaald huis wonen zonder pensioen kunnen in lastige situaties terechtkomen. Dat is weer een heel andere doelgroep.” De regels zijn nu behoorlijk versnipperd, zo blijkt al uit de folder. “Natuurlijk moet daar iets aan gebeuren, we pakken het nu van twee kanten aan.”
Voor de intermediairs is er de waaier en een telefonisch meldpunt, voor de bewoners is er een boekje gemaakt ‘Krap bij kas? Segbroek geeft u supergraag een steuntje in de rug’ en zijn er informatiepunten ingericht, bijvoorbeeld op het stadsdeelkantoor aan de Fahrenheitstraat.