Het Gemeentemuseum beslist zelf of de restauratie van 20 werken van Mondriaan al dan niet in het openbaar gebeurt. Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders in antwoord op schriftelijke vragen van CDA-raadslid Michel Santbergen. Zijn suggestie het Gemeentemuseum te vernoemen naar Mondriaan geeft het college ‘vanzelfsprekend’ door.
“Of het mogelijk en verantwoord is om de schilderijen te behandelen op zaal hangt af van de aard van de werkzaamheden en de daarvoor benodigde stoffen en apparatuur en is ter beoordeling aan het museum”, aldus het college.
De te restaureren werken van Mondriaan zijn eigendom van de gemeente. Bij de verzelfstandiging van het Gemeentemuseum in 1999 zijn ze daar in beheer gegeven. De werken van Mondriaan van net na de Eerste Wereldoorlog zijn met minder goede materialen gemaakt, omdat goede materialen toen schaars waren. De populariteit van de werken maakte dat ze veel reisden langs verschillende musea. Een halve eeuw geleden waren de klimatologische omstandigheden en transportmogelijkheden nog niet zo geavanceerd als nu. Ook daaronder hebben de werken geleden. Volgens het college hoort het bij goed museaal beheer dat de weken nu worden gerestaureerd, omdat de collectie een zekere ouderdom heeft bereikt. Overigens blijft er van de collectie nog genoeg te zien, ook als de restaurateurs achter gesloten deuren hun werk doen. De werken die voor behandeling in aanmerking komen, maken deel uit van de totale Mondriaanverzameling van bijna 300 werken, waarvan zo’n 170 schilderijen.
Santbergen stelde in zijn vragen voor het Gemeentemuseum te vernoemen naar de maker van deze topcollectie: Mondriaan. “Een eventuele naamsverandering is, sinds de verzelfstandiging van het museum in 1999, een bevoegdheid van de directie en de Raad van Toezicht van het Gemeentemuseum Den Haag. Wij zullen vanzelfsprekend uw suggestie aan hen doen toekomen”, besluit het college.