Wethouder Karsten Klein (CDA, sport) moet dartsport als speerpunt in zijn sportbeleid opnemen. Een motie van de Haagse Stadspartij om van Den Haag dartstad te maken, kreeg steun van een meerderheid van de raad.
Klein kreeg van een deel van de raad dat hij in zijn sportnota te veel aandacht geeft aan elitesporten. De sportnota had als speerpunten hockey, zeezeilen, voetbal, beachsporten, schaatsen, tennis en lange afstandslopen. De motie van de Haagse Stadspartij vindt dat het college meer aandacht moet besteden aan volkssporten. En met Raymond van Barneveld die de sport voor Den Haag op de kaart zette, was darten een logische keuze. Extra argument voor de Haagse Stadspartij is dat darten in 2012 een demonstratiesport is bij de Olympische Spelen in Londen. Bovendien kan het een stimulans zijn voor de Haagse horeca. De motie kreeg steun van de PvdA, PVV, GroenLinks, Partij voor de Dieren, Partij voor de Eenheid, Politieke Partij Scheveningen, de Islam Democraten en de SP.
De wethouder is het niet eens met de kwalificatie van elitesporten en vindt dat die sporten bij de stad horen. “Zeilen is evident voor een stad aan zee en hockey is historisch bepaald”, aldus Klein. Het ledenaantal dat deze sporten beoefent groeit volgens hem ook nog. “En ik heb geen flauw idee hoeveel darters er zijn”, voegt de wethouder toe. Hij gaat de komende tijd wel serieus onderzoeken hoe darten een plek krijgt in zijn sportbeleid. “Het moet wel een beetje inhoud hebben en die zie ik nu nog niet”, zei hij vlak nadat de raad de motie aannam. Extra geld voor het darten komt er volgens Klein niet.
Met de sportnota is 43 miljoen gemoeid voor de komende vier jaar. Een deel van het geld wordt gebruikt om de accommodaties van de sportclubs multifunctioneler te maken. Deze moeten een alternatief worden voor de twintig buurthuizen die de komende jaren moeten sluiten.