De stad Den Haag moet een belangrijke stem krijgen in de toekomst van het Nationaal Historisch Museum. Dat zegt wethouder Marjolein de Jong (D66, cultuur) in reactie op het schrappen van de bouwplannen voor het museum in Arnhem. Zij zou het mooi vinden als het museum samen zou gaan met het Huis voor de Democratie.
“Het schrappen van de plannen betekent allereerst dat er op andere vlakken van het cultuurbeleid minder wordt bezuinigd. Dat is mooi meegenomen. Als Den Haag hebben wij het altijd een vreemde keuze gevonden dat het museum naar Arnhem ging. Ik heb zelf vanaf dag één dat in de week gelegd bij verschillende fracties in de Tweede Kamer. Het is een mooi instituut voor Den Haag waar de democratie geboren is. Het zaadje is geplant en groeit gestaag”, aldus de wethouder.
In de aanloop naar het Nationaal Historisch Museum was eerst het idee om een centrum voor geschiedenis en politiek te maken. Toen toenmalig minister Ronald Plasterk (PvdA, Cultuur) besloot dat het Nationaal Historisch Museum in Arnhem moest komen was er geen sprake meer van een koppeling aan de democratie. “Wij zijn ook de enige stad waar het Huis voor de Democratie en Rechtstaat kan functioneren”, zegt De Jong. Van haar mag het museum alsnog en met alle liefde naar Den Haag komen. “We hebben er plek voor. Er lag een prachtig ontwerp voor het museum op de plek van het Marca-gebouw waar nu de Albert Heijn in zit, maar er zijn meer plekken te bedenken”.
Zij vindt wel dat nu even pas op de plaats gemaakt moet worden, om te bezien of het Huis voor Democratie en Rechtstaat en het Nationaal Historisch Museum moeten worden samengevoegd of apart verder gaan. “Er zijn veel argumenten voor allebei de opties. Ik begrijp de beslissing voor het schrappen van het gebouw in Arnhem en vindt dat Den Haag een belangrijke stem moet hebben over de toekomst van het museum. Ik zou het mooi vinden als het samenging in een gebouw. Democratie is onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Bij voldoende meerderheid in mensen en middelen vind ik dat Den Haag weer in beeld moet zijn als locatie”.
De directeuren van het Nationaal Historisch Museum, Erik Schilp en Valentijn Byvanck hebben direct na het kabinetsbesluit voor het schrappen van het gebouw in Arnhem diverse media te woord gestaan. Het museum gaat door met de activiteiten en het inrichten van exposities door het hele land. Beide willen graag op een of andere manier een gebouw realiseren en denken eventueel aan particuliere investeerders, of het huren van een gebouw vanuit de subsidies die het museum krijgt.
Byvanck zei in het radioprogramma OVT van de VPRO dat al gesprekken gaande zijn met het Rijksmuseum en het Huis voor Democratie en Rechtstaat in Den Haag. “Daar weet ik niks van”, reageert interim-directeur van het Huis, Nel van Dijk. “Ik spreek ze wel eens, maar de laatste keer was voor de zomer tijdens een overleg in de Tweede Kamer. Toen heb ik gezegd dat we als het wat rustiger zou zijn wel een gesprek moesten voeren. Ik heb daar niets meer op gehoord. Ik ben altijd bereid tot samenwerking, maar mij is daarover nog niets gevraagd of gezegd”, aldus Van Dijk.
Intussen is zij volop bezig met het ontwikkelen van het Huis en wacht ze op uitsluitsel daarover van de stuurgroep. Dat zal in ieder geval niet deze week zijn, omdat er geen vergadering is ingepland van de stuurgroep, zegt een woordvoerder van burgemeester Jozias van Aartsen.