Het was voor Jozias van Aartsen een emotioneel en enerverend moment toen hij de ambtsketen kreeg omgehangen. Dat was ook het moment waarop hij voor zijn eigen gevoel echt burgemeester was van Den Haag.

Vrienden, bekenden en familie waren erbij tijdens de installatie van Van Aartsen in de bijzondere raadsvergadering. Afwezig waren Jan Franssen, staatssecretaris Ank Bijsterveld en minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken. De laatste kwam nog wel even langs om de net geïnstalleerde burgemeester te feliciteren. “Tijdens de installatie kon ik niet komen en ik ga niet naar elke installatie, maar ik werk hier toch tegenover”, zegt de minister. Zij kijkt met veel plezier uit naar de samenwerking en denkt dat Van Aartsen een goede eerste burger wordt. “Ik ben blij met zo’n burgemeester die de gemeente belangrijk vindt en die dat ook al deed voordat hij burgemeester was”, zegt Ter Horst. Zij verwijst daarmee naar een rapport van Van Aartsen met de titel ‘de eerste overheid’.

Eerste overheid

Zelf verwees van Aartsen in zijn installatierede ook naar de eerste overheid. “Het gebouw van de staat begint bij gemeenten: burgers lopen het huis van Thorbecke binnen door de deur van gemeenten”. “Waarom kunnen we niet gaan werken aan een staat waarin de gemeente de dragende bestuurslaag is”, vroeg de kersverse burgemeester zich af. Van Aartsen dankte in zijn rede zijn voorganger Wim Deetman. “Je hebt zonder fanfares, maar met jouw kenmerkende onverzettelijkheid gewerkt aan een solide beleid voor de stad… Onder jouw bewind is Den Haag internationaler geworden”. Na deze woorden klonk applaus en Deetman leek daar ongemakkelijk onder. Hij is wel tevreden over de keuze voor zijn opvolger. “Hij hield een stimulerende en uitstekende speech. Ik ben blij dat er iemand is die het spoor wil doortrekken”, zegt Deetman. Zijn installatierede ging in 1996 over het samen stad zijn. Van Aartsen verwees daarnaar met de woorden: “De stad is van ons allemaal”. Later kwam hij er nog op terug: “Hiermee maak ik uw ambities tot de mijne. ‘Samen stad zijn’, ‘sociale cohesie’, burgerschap blijven lege begrippen als de stad niet zindert van activiteit, ook de culturele activiteit, waarin de Hagenaar zijn of haar levensbestemming vindt”.

Over de internationale organisaties in de stad zei Van Aartsen hoe meer hoe beter. “Ook ik zal daaraan werken”, beloofde hij zijn toehoorders. Hij noemde de vier krachtwijken die met steun van het Rijk worden opgeknapt. “In het volgende decennium zijn die wijken mooier, jongeren maken hun opleiding af, winkels en winkeltjes floreren. Ieder verstaat en spreekt Nederlands en heeft werk. Zo scheppen we voorwaarden voor Haagse vrede en gerechtigheid”.

Genodigden

In de zaal zaten ook dertig speciale genodigden, actieve Haagse burgers. Zij mochten samen met vele prominenten de hand schudden van de nieuwe burgemeester. Twee uur lang kreeg van Aartsen de felicitaties van VVD-prominenten als Mark Rutte, Arthur Docters van Leeuwen en Loek Hermans, Saskia Stuiveling (president van de Algemene Rekenkamer en staatssecretaris toen Van Aartsen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken werkte), de Rotterdamse burgemeester Ivo Opstelten, maar ook van collega-burgemeesters uit de regio Haaglanden, de bekende Hagenaar Paul van Vliet en oud-collegaministers in Paars1: de D66’ers Els Borst en Hans van Mierlo.

Volgens Van Aartsen heeft hij met het burgemeesterschap zijn partijvoorkeur afgelegd. Hij zal in de raadszaal zijn voorkeur van de democraat blijven belijden. Dat is iemand die hij omschrijft als bruggenbouwer. “Ik zie volksvertegenwoordigers als de veerlui tussen de individuele burger en het gemeenschappelijk belang. Zij varen de belangen, eisen, verlangens en emoties van het volk naar de overheid… gemakzuchtige politici wagen zich niet het water op. De populist blijft staan schreeuwen op de ene oever. De regent wil het liefst alles stilletjes regelen op de andere oever. De een isoleert zich en de ander vergeet dat hij is gekozen. De een toont geen verantwoordelijkheid, de ander legt geen verantwoording af. De derde soort politicus doet beide wel. Dat is de democraat’.

Van Aartsen was nog wat onwennig als voorzitter van de bijzondere raadsvergadering. Hij zit vanavond zijn eerste gewone raadsvergadering voor.