Binnenkort komt er een nieuw bestemmingsplan voor het Benoordenhout. De wijkvereniging is niet gerust op de uitkomst daarvan en heeft het college per brief opgeroepen tot overleg.

Oud-wijkbestuurder Sander van Sonsbeeck hielp bij het opstellen van de brief. “Een aantal oud-bestuurders die het opstellen van het eerste bestemmingsplan van Den Haag voor deze wijk in de jaren tachtig heeft meegemaakt, is betrokken bij het schrijven van de brief. Toen heeft de gemeenteraad gekozen voor een gedetailleerd conserverend bestemmingsplan om het Benoordenhout te beschermen als hoogwaardige woonwijk. Mede daardoor is het nu een van de meest gewilde wijken van Den Haag. Dat moet zo blijven en daarom willen we geen experimenten hier”.

Eén van de zorgen is dat de wijk in verschillende bestemmingsplannen wordt opgedeeld. “Dat was in de jaren tachtig al een wens van de gemeente. Die wilde toen de Nassaubuurt al betrekken bij het centrum en er een soort Manhattan van maken met hoogbouw”. Dat is toen niet gebeurd en er kwam één bestemmingsplan voor de wijk. “Dit is één wijk met één karakter, het Benoordenhout. Daar horen geen verschillende regimes te gelden, want dan gaat de samenhang verloren”. De wijkvereniging is ook tegen de mogelijkheid van vijf bouwlagen bij doorgaande wegen. Dat zou volgens hen afbreuk doen aan de herkenbaarheid van de wijk van buitenaf.

Verandering kan toch ook gunstig zijn voor een wijk? “Benoordenhout is dynamisch genoeg, u ziet de verhuiswagens in de buurt. Er komen genoeg mensen bij, kinderen groeien hier op en er is een bloeiend wijkleven. Je moet van de stad geen museum maken, wordt wel gezegd, maar voor de aantrekkelijkheid moet je het hier juist zo houden. Sterker nog, nieuwe bewoners komen daar voor. Als zij bellen met de gemeente, dan horen ze dat er niks verandert en met die toezegging durven ze veel geld uit te geven voor hun woning hier”, zegt Van Sonsbeeck. Daarom vindt hij dat het behoudend bestemmingsplan ook voor de achtertuinen moet gelden, die ondanks afscheidingen een grote buitenruimte vormen. Volgens de wet mogen daar bouwwerken verrijzen tot 3,8 meter hoog, maar een bestemmingsplan kan dat voorkomen.

Overigens verandert  de wijk wèl  door  sommige grote bouwprojecten, maar volgens Van Sonsbeeck niet in gunstige zin. Denk maar aan het Internationale Strafhof, waarvoor kantoortorens van veertig meter  verrijzen op een mooi stuk duin. En aan Park Arendsdorp dat dreigt te worden opgeofferd aan hoogbouw”.

De wijkvereniging pleit voor overleg al in de beginfase over het bestemmingsplan, dus bij het formuleren van de uitgangspunten. “Zo hebben we dat in de jaren tachtig gedaan en daarmee voorkom je veel narigheid en er is ook geen wettelijke bepaling die zich daartegen verzet”.

De Dienst Stedelijke Ontwikkeling werkt momenteel aan een schetsontwerp van het nieuwe bestemmingsplan dat naar verwachting volgende maand naar de wethouder gaat. Daarna wordt het verder uitgewerkt. Het is nog onbekend wanneer de raad zich hierover kan buigen.