De vier grote steden gaan samen bekijken hoe zij meer armslag kunnen krijgen. Uitgangspunt daarbij is de notitie ‘De eerste overheid’, geschreven onder leiding van een commissie onder leiding van Jozias van Aartsen.
De Haagse burgemeester schreef het rapport in de eerste helft van 2007, voordat oud-burgemeester Wim Deetman zijn vertrek aankondigde. Desondanks is het geen toeval dat dit rapport juist nu onderwerp van gesprek is tussen de vier grote steden, geeft hij toe. “Ik zit weer helemaal in het onderwerp”.
De notitie is geschreven in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en gaat ervan uit dat de gemeente de belangrijkste overheidslaag is. Bij de presentatie vatte Van Aartsen het rapport kort samen: “De centrale overheid ziet wat binnen haar verwachtingen en categorieën past, maar is vaak blind voor wat daarbuiten valt… De gemeente is de eerste uitkijkpost van de overheid in een turbulente samenleving. Die gemeente moet niet langer worden gezien als een lagere overheid. Zij is in onze visie de eerste overheid.” Aanbevelingen waren bijvoorbeeld het beschermen in de grondwet van de gemeentelijke autonomie, provincies die hun belastingopbrengsten afdragen aan gemeenten om het belastinggebied van gemeenten te vergroten, gemeentelijke belastingen moeten met 30 tot 40 procent weer een substantiële inkomstenbron vormen en de gemeenten moeten groter worden zodat ze meer bestuurskracht hebben en de aanvullende taken die nu nog bij rijk en provincie liggen over kunnen nemen.
De vier grootste gemeenten gaan over twee weken in het Kurhaus verder praten over hoe zij meer bewegingsvrijheid kunnen krijgen ten opzichte van de Staat. Bij die bijeenkomst zal het niet blijven. “We willen de komende jaren enkele goede voorzetten geven en mogelijk gebeurt daar wat mee na 2011”, aldus Van Aartsen. In dat jaar zijn er landelijke verkiezingen en is de huidige kabinetsperiode voorbij.