Wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie) is blij met het resultaat van een proef ter voorkoming van meisjesbesnijdenis. Door voorlichting zijn 2500 mensen bereikt en tijdens 69 huisbezoeken is het onderwerp bespreekbaar gemaakt. Hij wil de proef nu verlengen.

Samen met vijf andere steden en het ministerie van Volksgezondheid werkt Den Haag sinds november 2006 mee aan een proef om meisjesbesnijdenis te voorkomen. De eigen inbreng in de proef van Den Haag was het bespreekbaar maken van de besnijdenis en bekend maken van de negatieve effecten zoals gezondheidsklachten. In Den Haag is het project gericht op groepen uit risicolanden Soedan, Somaliƫ, Ethiopiƫ, Ghana, Nigeria en Sierra Leone.

Over de voortgang van de proef heeft de wethouder een brief gestuurd aan de raad. In totaal zijn in Den Haag dertien mensen actief die getraind zijn om als tussenpersoon tussen zorg en de doelgroepen proberen meisjesbesnijdenis bespreekbaar te maken. Deze mensen komen uit de risicolanden. Naast voorlichtingsbijeenkomsten is ook contact gezocht met mensen uit de doelgroep met een hoog aanzien, in de hoop dat zij hun achterban op de gevaren van meisjesbesnijdenis wijzen. Ook zijn er afspraken gemaakt over informatieoverdracht door gynaecologen over besneden vrouwen met een dochter aan de Jeugdgezondheidszorg.

Bespreekbaar

Volgens Van Alphen is door de proef het onderwerp bespreekbaar gemaakt en praten jongeren er nu gemakkelijker over dan twee jaar geleden. Ook zijn er initiatieven om een dag voor gezondheid te houden en om te kijken of de werkwijze van Senegal, waar per dorp een contract tegen besnijdenis wordt ondertekend, ook kan werken in Soedan.

Vanwege het succes van de proef wil wethouder Van Alphen deze in 2010 voortzetten. Daarvoor is met de deelnemende organisaties gesproken over het instellen van een VGV-team, met daarin de politie, meldpunt kindermishandeling, een gynaecoloog, de jeugdgezondheidszorg, de Raad voor de Kinderbescherming en de GGD. De contactpersonen met dezelfde achtergrond als de doelgroepen zijn op afroep beschikbaar.

Het ministerie van Volksgezondheid heeft laten weten dat de proef definitief eind 2009 eindigt. Het komend half jaar kijkt het ministerie met de deelnemende steden hoe het voorkomen van meisjesbesnijdenis structureel kan worden aangepakt. Na de zomer is er hierover bestuurlijk overleg waar ook de financiering wordt besproken.