De Rekenkamer Den Haag is kritisch over de risico’s die de gemeente Den Haag neemt met gemeentegeld. Belangrijkste kritiekpunt is een lening die is aangegaan vanaf 2031 waarvoor de rente nu al is vastgelegd.

De lening van €150 miljoen is afgesloten voor over twintig jaar, dus gaat in per 2031 en heeft een looptijd van 30 jaar tot 2061. in de periode 2011 tot 2031 ontvangt de gemeente €20,625 per jaar. De lening is aangegaan met de Bank Nederlandse Gemeenten, de huisbankier van de gemeente en de rente is vastgelegd op 3,215 %. Als deze lager uitvalt, dan moet de gemeente een onderpand hebben van ongeveer €15 miljoen. Als de rente in 2031 hoger blijkt te zijn, dan moet de bank een vergelijkbaar onderpand hebben en is de gemeente spekkoper.

Te weinig onderbouwd

Volgens de rekenkamer zijn nut en noodzaak van deze constructie te weinig onderbouwd door het gemeentebestuur. Het college zegt het geld nodig te hebben voor een toekomstige financieringsbehoefte. Peter Jongmans, voorzitter van de Rekenkamer Den Haag: “De gemeente zou moeten werken aan betere waarschijnlijkheidsscenario’s en de raad  moeten betrekken bij dergelijke constructies”. De lening beperkt immers de budgetruimte van de raad, die uiteindelijk het laatste woord heeft over de gemeentefinanciën.

Onafhankelijk advies

De Rekenkamer vindt verder dat bij dit soort complexe leningen een onafhankelijk extern advies ingewonnen moet worden. Volgens de rekenkamer is nog niet duidelijk of deze lening gunstig uitpakt voor de gemeente, of juist niet. De gemeente kan er overigens nog onderuit, omdat de zogenoemde renteswap uit vier onderdelen bestaat die onafhankelijk van elkaar te verhandelen zijn. De rekenkamer betwijfelt of de afdeling Treasury van de gemeente  wel toegerust is op het financieel beheer in deze moeilijke tijden van stevige bezuinigingen en forse financiële turbulentie. Deze zou mogelijk zwaarder opgetuigd moeten worden en sancties moeten hebben als een van de diensten zich niet aan de regels houdt.

Begrijpelijke taal

Een andere kritische noot is richting de accountant die vindt dat de raadsleden de rapporten moeten kunnen lezen, terwijl het volgens de rekenkamer andersom zou moeten zijn, dat de complexe zaken in begrijpelijke taal worden uitgelegd. De rekenkamercommissie zou hier ook zelf op kunnen letten als onderdeel van de gemeenteraad en eventueel zelfs een stuk terug kunnen sturen als het niet in begrijpelijke taal is geschreven. Dat de rekenkamercommissie ook beter gaat letten op planningsoptimisme van het gemeentebestuur vindt Jongmans alleen maar goed. Hij hoopt ook dat de raad alsnog zijn licht laat schijnen over de renteswap, omdat die nog steeds opengebroken kan worden.

De rekenkamer beveelt de gemeente aan om leningen af te lossen, zodat meer flexibiliteit in het budget ontstaat. Momenteel is er € 800 miljoen aan opgenomen leningen tegenover €600 miljoen aan uitgezette middelen waarvan €300 miljoen leningen aan derden.