De Haagse rekenkamer heft de raad een checklist grote projecten gestuurd voor het beheersbaar houden van grote projecten. Het biedt een handvat om de risico’s van projecten te beoordelen. Volgens lid van de rekenkamercommissie Pieter Welp biedt het geen garantie dat alle projecten vlekkeloos gaan verlopen.

Het doel van de checklist is om informatie over grote projecten te kunnen beoordelen op kwaliteit en volledigheid. De lijst is op verschillende beleidsterreinen toepasbaar, zoals infrastructuur (bijvoorbeeld tramtunnel en Randstadrail), stedelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld Erasmusveld en Kijkduin) en sociale projecten (zoals de invoering Wet maatschappelijke ondersteuning en re-integratie).

In de lijst staan verschillende aandachtspunten, zoals een duidelijke probleemanalyse en een afgebakende projectdefinitie, wat valt er wel en wat niet in het project. Aandachtspunten bij de raming van projecten is bijvoorbeeld hoe die tot stand is gekomen en of die is getoetst. Daarnaast is de opzet van de projectorganisatie van belang, net als de informatievoorziening van het college van burgemeester en wethouders aan de raad.

“De checklist biedt geen garantie dat er geen Noord-Zuidlijn meer komt, maar de kans wordt zo klein mogelijk en de raad gaat er met open ogen in. Het geeft aan welke informatie de raad moet hebben. Nu krijgt de raad te vaak onvolledige, te weinig of verkeerde informatie”, zegt Welp. De rekenkamer heeft in de voorbereiding snel de masterplannen voor Den Haag bekeken of daar de volgens de checklist benodigde informatie aanwezig was, maar daar werd Welp niet vrolijk van. De Haagse rekenkamer gaat nu in een vervolgonderzoek een aantal grote projecten nader bekijken. “We hebben de raad gevraagd naar projecten, maar we kunnen niet alles. We zoeken naar interessante projecten, zowel in de planfase als die al een eind op streek zijn.”

De geplande tunnel onder de Koningskade is er eentje die op de shortlist staat voor dit onderzoek, maar ook de Hubertustunnel als goed voorbeeld. Het ADO-stadion staat er niet op. Volgens Welp ligt dat niet voor de hand, na het onderzoek van de commissie De Vries. Dit onderzoek moet in het najaar klaar zijn en dan kan de raad beslissen of ze een regeling wil voor Grote Projecten. Landelijk is er al zo’n regeling, maar de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn bewijzen dat dat geen garantie is. Na een parlementair onderzoek van de commissie Duivesteijn is besloten een Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven in te stellen om de Tweede Kamer te ondersteunen bij het beoordelen van grote projecten. Welp werkt daar als senior medewerker naast zijn lidmaatschap van de Haagse rekenkamer.

“Ik zou er niet voor pleiten zo’n bureau op lokaal niveau. Je moet uitkijken dat je het werk van het bestuur niet gaat overdoen. Het is handiger als je snel door de stukken gaat en incidenteel deskundigen inhuurt. Dat is efficiënter “, stelt Welp. Hij noemt ook andere mogelijkheden om de vinger aan de pols te houden, bijvoorbeeld met een second opinion door juristen op contracten voor grote projecten, of een onderzoek van de Haagse rekenkamer of de accountantsdienst. Het onderzoeksbudget van de gemeenteraad zou hiervoor kunnen worden aangewend.