Het servituut uit 1912 met regels over bebouwing en bestemming aan de Johan de Wittlaan is geen belemmering voor de bouw van Eurojust. Dat hebben juristen van Pels Rijcken uitgezocht. Zij speuren nog verder in het kadaster tot 1848 naar overige documenten die mogelijk de bouw in de weg staan.
Wethouder Marjolein de Jong stuurde een brief met deze voorlopige uitslag naar de Haagse gemeenteraad. Dit betekent een tegenslag voor Adorée Colijn uit de Jan Willem Frisolaan. Zij kreeg in oktober 2010 bezoek van de wethouder die haar kwam vertellen dat de grond waarop haar huis stond was aangeboden aan Eurojust. Colijn vertrouwde op het servituut om sloop van haar huis tegen te gaan. “Ik vind het moeilijk te geloven dat het servituut geen betekenis heeft. Eerst konden ze het niet vinden en nu zeggen zij dit. Wij hebben ook een advocaat en die doet eigen onderzoek. Eurojust past hier helemaal niet. Volgens het bestemmingplan is dit een vriendelijke woonwijk!”
Colijn vestigt nu haar hoop op de rest van het onderzoek naar mogelijke erfdienstbaarheden in het gebied rond de Scheveningseweg, de Johan de Wittlaan en de Adriaan Goekooplaan en wat deze erfdienstbaarheden inhouden. Het onderzoek vergt extra tijd, omdat de servituten pas sinds 1950 geregistreerd worden. Eerdere documenten moeten stuk voor stuk in het kadaster worden teruggezocht. Het oudste document stamt uit 1848. Een beloofde brief van De Jong over het onderzoek naar de andere servituten was niet op tijd klaar, omdat het onderzoek nog niet volledig is afgerond. Deze brief had deze week moeten verschijnen, voor de commissievergadering.
Het debat over de voornemens voor de bouw van Eurojust op het terrein van Colijn wordt volgende week aan de hand van de brieven van De Jong in de raadscommissie voortgezet. Als de tweede brief op tijd komt, beslist de raad waarschijnlijk donderdag 31 maart of de wethouder door mag gaan met haar plannen voor Eurojust op de door haar gewenste locatie in de Internationale Zone.