Het gedoe rond het Nationaal Historisch Museum (NHM) kan Den Haag in de kaart spelen. Burgemeester Jozias van Aartsen voert een stille diplomatie om Den Haag nogmaals op de kaart te zetten als thuisbasis voor het museum nadat vorig jaar Arnhem de strijd won.
De Tweede Kamer houdt volgende week een hoorzitting over het Nationaal Historisch Museum. Aanleiding is het veranderen van de plannen voor het museum door de directie in Arnhem. Zo is de gewenste locatie nu bij de John Frostbrug en niet meer naast het Openluchtmuseum. Een deel van de Tweede Kamer reageerde gepikeerd en vindt dat de plannen nu weer opnieuw bekeken moeten worden. Daarbij zouden ook de plannen voor het Haagse idee van een Nationaal Historisch Museum moeten worden betrokken. De gelopen race ligt daarmee weer een beetje open. Van Aartsen zei vorige week tijdens een commissievergadering dat hij niet actief aan het lobbyen is, ‘maar ik spreek nog wel eens iemand’.
Jan Marijnissen pleitte vorige week tijdens een debat over het Nationaal Historisch Museum voor het opnieuw overwegen van de plannen. De vraag of Van Aartsen hem alweer heeft gesproken hierover, beantwoordt de burgemeester ontwijkend met ‘ik ken Jan Marijnissen erg goed’. “Het is de keuze van de minister en de Tweede Kamer. Men moet ons willen en wat mij betreft kan het museum nergens beter dan in Den Haag en inderdaad ik doe wel eens wat daarvoor”. Hij vindt het bovendien goed te combineren met het Huis voor de Democratie waar hij ook hard voor werkt. “En in Arnhem brengt het NHM vooral gedoe. Zoiets kun je beter aan Den Haag overlaten”, grijnst hij.
Cultuurminister Ronald Plasterk zei in de Tweede Kamer dat het besluit voor Arnhem in principe onomkeerbaar is. Op 11 juni debatteert de Tweede Kamer opnieuw over het museum.