In vijf weken is de zomerschool voor kinderen onder de twaalf in Den Haag geregeld. Een Nederlandse primeur is de zomervoorschool voor de allerkleinsten van 2 tot 4 jaar. “We dachten aan 60 kinderen voor de hele zomerschool 12min, maar we hebben er nu 150”, zegt coördinator zomerschool 12min Jos Molhoek.
Molhoek werkt voor welzijnsorganisatie Zebra en ontwikkelde het concept voor de zomerschool voor kinderen onder de twaalf (12min). Voor de zomerschool werkt de organisatie samen met basisschool ’t Palet van Lucasonderwijs, het Novacollege, ROC Mondriaan en de gemeente Den Haag en is onderdeel van campus Teniersplantsoen, een samenwerkingsverband van verschillende organisaties in de Schilderswijk. Hij belt elke ochtend met de afwezige kinderen, om te achterhalen waarom ze er niet zijn. “Ook voor de ouders zijn cursussen georganiseerd in de zomerschool. En in principe zouden ook grootouders mee kunnen doen, dus eigenlijk is de zomerschool voor iedereen”, zegt Molhoek.
Zomervoorschool
Op het moment heersen de waterpokken. Voor de zomervoorschool in de Houtwurm betekent dat drie zieken. De andere achttien kinderen zijn er. Zij zijn in de loop van de ochtend gebracht door hun ouders. Moeder Samira komt haar dochter Nawal brengen. “We gaan deze zomer niet op vakantie, omdat mijn man moet werken. Ik wil niet dat Nawal de hele dag binnen zit en zo leert ze nog wat. In het begin was het voor haar wel wennen met andere juffen. Kadija en Fatma zijn gediplomeerde leidsters van ’t Palet en Hamertje Tik die voor deze gelegenheid dus in de Houtwurm staan. De kinderen komen ook van verschillende scholen en hebben elkaar vorige week leren kennen.
De kinderen kleuren, mogen even spelen en dan klinkt muziek met de tekst ‘we gaan opruimen’. De kinderen schuiven stoelen terug en ruimen puzzels op. Als ze klaar zijn, gaan ze aan tafel. Daar staat een grote schaal vol fruit. En beginnen onder leiding van juf Khadija en juf Fatma met een rondje goedemorgen. Alle kinderen moeten dat terug zeggen. Een belangrijk onderdeel van de zomervoorschool is de taal. En het centrale thema is water en deze week ook nog gezond eten.
Lesprogramma’s
De lesprogramma’s hebben de docenten zelf gemaakt. “De eerste die ik aannam had twee weken en de laatste een halve week”, zegt Molhoek. Juf Kadija heeft haar programma ook uitgewerkt. De eerste week was kennismaking, vandaag eten ze fruit, later gezonde pannenkoeken. “Ik neem van thuis de spullen mee. Mijn blender staat hier ook al, want we hadden vorige week met die hitte milkshakes”. Elke donderdag komen de ouders mee naar de zomervoorschool. “Die vinden het zo leuk, dat ze bijna niet meer weg wilden. We zijn vorige week vreselijk uitgelopen door de ouders. Ze stonden wat te praten en een moeder wilde heel graag op de foto. Dat zie je hier niet vaak”, zegt Kadija.
Nu houdt de juf druiven omhoog. “Wat zijn dit?”. “Druiven”, zeggen de kinderen, soms aarzelend, soms gedecideerd. Met de kersen en nectarines hebben ze meer moeite. Kiwi’s kennen ze wel allemaal en die gaan ze proeven. Het eerste jongetje hoeft hem niet en legt hem voor zich neer. DAndere kinderen houden hun mond open ten teken dat ze wel een hapje willen en de juf legt er een stukje kiwi in. Een ander jongetje hoeft niet, maar na enig aandringen, neemt hij toch. “Lekker”. “Zie je nu wel, eerst proeven voor je zegt dat je iets niet lust”, antwoordt de juf.
Volgen
Onderwijswethouder Ingrid van Engelshoven hoopt dat meer gemeenten dit voorbeeld gaan volgen. “Je probeert kinderen met een taalachterstand zo snel mogelijk bij te spijkeren. Met dit initiatief voorkom je dat ze in de zomer terugvallen, want zes weken is lang, zeker als er thuis te weinig Nederlands wordt gesproken. Kinderen kunnen dan veel kwijtraken van wat ze het schooljaar hebben geleerd. Met taal, sport en creatieve krijgen ze nu een zinvollere invulling van de zomer”. Wat haar opviel tijdens het bezoek aan de school is het plezier van de kinderen. “Ik moest zelf op de middelbare school naar een zomerschool om mijn Frans bij te spijkeren. Ik vond dat heel erg, deze kinderen helemaal niet”.
Het geld voor de zomerschool komt voornamelijk uit de gemeentekas. “ in had bij de opening van de zomerschool had ze goed nieuws: Deze collegeperiode is er genoeg geld om de zomerschool voort te zetten. Dus de komende drie jaar zijn gegarandeerd. Molhoek: “Ze heeft nog niet gezegd hoeveel geld ze beschikbaar heeft en voor welke zomerschool”. Als het aan de wethouder ligt, komen er meer zomerscholen bij. Hoeveel geld dat precies gaat kosten, gaat de gemeente berekenen als bekend is hoe veel het deze zomer heeft gekost.