Inhoudsopgave
- 1 Van Aantreden tot Zitvlees
- 2 Over Verhalenschepper
- 3 Van A tot Z
- 3.1 Aantreden
- 3.2 Algemene Rekenkamer
- 3.3 Ambtelijke ondersteuning
- 3.4 Ambtenaren
- 3.5 Ambtsdragers
- 3.6 Ambtstermijn
- 3.7 Amendement
- 3.8 Amicebrief
- 3.9 Beëdiging
- 3.10 Begroting
- 3.11 Belofte of eed
- 3.12 Beschouwingen
- 3.13 Bestuurder
- 3.14 Bijzondere vergadering
- 3.15 Burgemeester
- 3.16 Centraal stembureau
- 3.17 Coalitie
- 3.18 Coalitieakkoord
- 3.19 College van burgemeester en wethouders
- 3.20 Commissaris van de Koning
- 3.21 Commissie
- 3.22 Commissievergadering
- 3.23 Commissievoorzitter
- 3.24 Controversieel verklaren
- 3.25 Crisis
- 3.26 Debat
- 3.27 Demissionair
- 3.28 Dertigledendebatten
- 3.29 Eenmansfractie
- 3.30 Eerste Kamer
- 3.31 Enquête
- 3.32 Extraparlementair kabinet
- 3.33 Formateur
- 3.34 Formatie
- 3.35 Fractie
- 3.36 Fractievoorzitter
- 3.37 Gedeputeerde Staten
- 3.38 Gemeenteraad
- 3.39 Gemeentesecretaris
- 3.40 Gouverneur
- 3.41 Griffie
- 3.42 Griffier
- 3.43 Grondwet
- 3.44 Hamerstuk
- 3.45 Handelingen
- 3.46 Hoge Colleges van Staat
- 3.47 Hoorzitting
- 3.48 Informateur
- 3.49 Initiatief
- 3.50 Interpellatie
- 3.51 Jij-bakken
- 3.52 Kabinet
- 3.53 Kabinetschef
- 3.54 Kamerleden
- 3.55 Kamerstuk
- 3.56 Kiesdeler
- 3.57 Kiesdrempel
- 3.58 Kiesgerechtigde
- 3.59 Kiesraad
- 3.60 Komkommertijd
- 3.61 Koning
- 3.62 Lid
- 3.63 Lobby
- 3.64 Minister
- 3.65 Ministeriële verantwoordelijkheid
- 3.66 Ministerraad
- 3.67 Minister van Staat
- 3.68 Motie
- 3.69 Nationale ombudsman
- 3.70 Nevenfuncties
- 3.71 Notulen
- 3.72 Overheid
- 3.73 Parlement
- 3.74 Petitie
- 3.75 Plucheplakkers
- 3.76 Politieke ambtsdrager
- 3.77 Premier
- 3.78 Presentielijst
- 3.79 Presidium
- 3.80 Prinsjesdag
- 3.81 Proefballon
- 3.82 Provinciale Staten
- 3.83 Provinciesecretaris
- 3.84 Publieke tribune
- 3.85 Quorum
- 3.86 Raadsleden
- 3.87 Raad van State
- 3.88 Reces
- 3.89 Regeerakkoord
- 3.90 Regering
- 3.91 Regeringsprogramma
- 3.92 Regeringsverklaring
- 3.93 Roffel
- 3.94 Senatoren
- 3.95 Staatshoofd
- 3.96 Staatssecretaris
- 3.97 Staten-Generaal
- 3.98 Statenleden
- 3.99 Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
- 3.100 Stemgerechtigde
- 3.101 Stemmingen
- 3.102 Stenografisch verslag
- 3.103 Subsidie
- 3.104 Trias Politica
- 3.105 Troonrede
- 3.106 Tweede Kamer
- 3.107 Ultimatum
- 3.108 Verantwoordingsdag
- 3.109 Verenigde vergadering
- 3.110 Vergaderdag
- 3.111 Verkenner
- 3.112 Verkiezingen
- 3.113 Verkiezingsuitslag
- 3.114 Volksvertegenwoordiger
- 3.115 Voorkeurscampagne
- 3.116 Voorkeurdrempel
- 3.117 Voorkeurstemmen
- 3.118 Voorzitter
- 3.119 Vragenrecht
- 3.120 Vragenuur
- 3.121 Wachtgeld
- 3.122 Waterschap
- 3.123 Wetgevingsoverleg
- 3.124 Wethouder
- 3.125 Xenofoob
- 3.126 Yuppificatie
- 3.127 Zetel
- 3.128 Zetelverdeling
- 3.129 Zitvlees
Van Aantreden tot Zitvlees
Hoe zit dat nou in de politiek, die vraag krijg ik vaak en ik leg het graag uit. Dat doe ik nu vooral op verjaardagsfeestjes en in artikelen.
In aanloop naar de verkiezingen van 22 november 2023 ontstond het idee om begrippen uit de politiek eens in een woordenlijst te vatten met de begrippen uitgelegd in duidelijke taal. Zo onstond Politiek van A tot Z > Van Aantreden tot Zitvlees.
Het biedt een verzameling aan termen die rond de politiek hangen met een uitleg erbij. Het is een poging de politiek in heldere taal uit te leggen, hoe werkt het, welke rechten en plichten zijn er en welke termen hangen eromheen. De lijst is 129 begrippen lang en ongetwijfeld niet volledig, maar de belangrijkste termen en wat leuke feitjes zijn in de lijst terechtgekomen.
Over Verhalenschepper
Nieuwsgierig was ik altijd al. Ik maakte er mijn werk van en ging de journalistiek in. Ik heb gewerkt voor kranten, bladen, sites en omroepen. Ik kan schrijven, interviewen, debatten leiden en filmen. Mijn drijfveer is om ingewikkelde zaken zo goed mogelijk uit te leggen, zodat iedereen het snapt.
De liefde voor het politieke spel zat er ook al vroeg in. Met natte haartjes op de bank naar de RSV enquête kijken en ik herinner me een vakantie op Texel waar Lubbers debatteerde over het reiskostenforfait. Op de Academie voor Journalistiek had ik een mentor die dat aanspoorde en zo kwam ik in Den Haag terecht. De politiek ben ik blijven volgen, voor werk en als het even niet zo uitkwam voor mijn plezier. Tijdens debatten krijg ik regelmatig appjes van mensen die om een toelichting vragen en zo ontstond na wat andere politieke projecten als een blad Politiek&zo en de site allesispolitiek.nl het idee voor dit alfabet. Verder ben ik in te huren om ook uw verhaal in duidelijke taal weer te geven. Meer weten? Mail naar elske@verhalenschepper.nl
Van A tot Z
Aantreden
Het aantreden als nieuwe volksvertegenwoordiger of bestuurder betekent dat je je werk kan beginnen na verkiezingen en/of vorming van een nieuw bestuur. Dat gebeurt met het afleggen van de eed of belofte. Die komt erop neer dat je niet bent omgekocht om op een lijst te staan of volksvertegenwoordiger te zijn en dat je dus niet chantabel bent. Je moet je keuzes onafhankelijk kunnen maken en daarom wil het presidium, de dagelijkse leiding van het orgaan waar je volksvertegenwoordiger bent, zeker weten dat je niet een marionet bent van een mogelijke geldschieter of dat iemand anderszins vat op jouw stemgedrag heeft.
Algemene Rekenkamer
De Algemene Rekenkamer zorgt voor het toezicht op de uitgaven van de rijksoverheid en controleert of deze rechtmatig en doelmatig zijn. Gevraagd en ongevraagd brengt de Algemene Rekenkamer daarover verslag uit aan de Tweede Kamer. Dit kan voor de Tweede Kamer aanleiding zijn om ministers ter verantwoording te roepen. De rapporten van de Algemene Rekenkamer worden als Kamerstuk gedrukt. Dit geldt ook voor de stukken die gemaakt worden voor Verantwoordingsdag. De Algemene Rekenkamer is een Hoog College van Staat.
Ambtelijke ondersteuning
Ambtelijke ondersteuning voor Kamerleden, Statenleden en raadsleden komt van de griffie. Deze ondersteuning kan bestaan uit bijvoorbeeld het verstrekken van feitelijke informatie en omvat ook meer dan technische bijstand in de vorm van assistentie bij de redactie van initiatiefvoorstellen, amendementen en moties.
Bewindspersonen nemen vaak ambtelijke ondersteuning mee naar Kamerdebatten. Zij helpen bij het snel formuleren van de juiste antwoorden op vragen van de Kamerleden en eventueel leveren zij tijdens het debat gevraagde stukken aan.
Ambtenaren
Volgens de Ambtenarenwet 2017 is een ambtenaar een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met een overheidswerkgever. Een ambtenaar kan een gemeenteambtenaar zijn, maar ook medewerkers bij de provincies, waterschappen en rijksoverheid zijn ambtenaren.
Zij doen hun werk onder verantwoordelijkheid van de gedeputeerden, waterschap, minister of wethouder waar hun werkveld onder valt. Zij maken de wetsvoorstellen, bereiden debatten en werkbezoeken voor, doen het dagelijkse werk om de bestuurders te laten functioneren. Als zij fouten maken, hoort de bestuurder hiervoor verantwoordelijkheid te nemen. De fouten zijn immers gemaakt onder diens leiding.
Bij de overheid werken tienduizenden ambtenaren. Sommigen bereiden beleid en wetgeving voor, anderen voeren beleid uit, zoals politiemensen, militairen, leraren in het openbare onderwijs.
Ambtsdragers
Politieke ambtsdragers zijn de mensen die in het bestuur zitten van het land, de provincies, waterschappen en gemeenten besturen. Dat zijn bijvoorbeeld ministers, burgemeesters, wethouders en gedeputeerden. Politieke ambtsdragers zijn geen ‘gewone’ werknemers of ambtenaren, zij doen hun werk in dienst van land, provincie, waterschap of gemeente.; Voor hen gelden daarom soms andere regels dan voor gemiddelde werkenden. Die regels gaan onder andere over de rechtspositie, onkostenvergoedingen, ziekte en arbeidsongeschiktheid, pensioen en ontslag.
Ambtstermijn
Een ambtstermijn is de tijdspanne waarvoor iemand een bepaalde functie mag uitoefenen. Naast de duur van elke termijn kan ook het aantal ambtstermijnen dat iemand de functie mag uitoefenen. Voor ministers, is dit vier jaar, voor commissarissen van de koning/gouverneur en burgemeesters is dat zes jaar.
Amendement
Een amendement is een hulpmiddel voor Tweede Kamer, Statenleden en gemeenteraad om bij de behandeling van een voorstel de tekst te wijzigen. Als de meerderheid van de het volksvertegenwoordigend orgaan voor het amendement stemt, komt de wijziging in het voorstel terecht. Een lid dient het amendement schriftelijk in bij de voorzitter van de raad tijdens de vergadering en deze kan de wijziging eventueel mondeling toelichten bij de indiening tijdens het debat over het voorstel. De tekst van een amendement moet geschikt zijn om direct letterlijk over te nemen in het voorstel.
Amicebrief
De aanhef ‘amice’ of ‘amica’ wordt gebruikt voor het aanschrijven van min of meer bevriende mannelijke respectievelijk vrouwelijke collega’s of beroepsgenoten. In de politiek sturen politici, meestal met de hand geschreven, brieven als zij een verzoek doen aan een collega-politicus. Bovenaan staat dan vaak Amice en daarom is dit een Amicebrief gaan heten.
Beëdiging
Het staatshoofd ontvangt de kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen van het nieuwe kabinet. Het staatshoofd en de minister-president tekenen de Koninklijke besluiten betreffende ontslag van de vertrekkende en benoeming van de nieuwe bewindspersonen. Vervolgens vindt de beëdiging van de ministers plaats ten overstaan van het staatshoofd. De directeur van het Kabinet van de Koning leest de eed of belofte voor in de Oranjezaal van het Paleis. Vervolgens bevestigen de ministers deze, ieder afzonderlijk. Direct na de beëdiging gaan het staatshoofd en de ministers naar buiten voor de traditionele bordesfoto. Later die dag leggen ook de staatssecretarissen de eed of belofte af. Dit gebeurt in eenzelfde aparte ceremonie, ook met het staatshoofd. Bij de beëdiging leggen de bewindslieden een eed of verklaring en belofte van zuivering af. Ook zweren of beloven zij trouw aan de Koning, het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet en een getrouwe vervulling van de plichten die het ambt hen oplegt.
Statenleden worden beëdigd door de commissaris van de Koning/gouverneur en gemeenteraadsleden door de burgemeester.
Begroting
Politiek bestuur geeft elk jaar in september aan welke keuzes het wil maken en welke prijskaartjes daaraan hangen. Hier kunnen coalities op landelijk, provinciaal en lokaal niveau hun coalitieakkoord bijstellen en aanvullen met zaken die op dat moment nodig of gewenst zijn. De Prinsjesdag voor verkiezingen, komen vaak de mooie plannen in de begroting om kiezers gunstig te stemmen. Midden in de regeerperiode komen vaak de minder populaire maatregelen die wel nodig zijn, zoals bezuinigingen.
Belofte of eed
De beëdiging van nieuwe Kamerleden, Statenleden en gemeenteraadsleden vindt plaats in de plenaire zaal. Bij het begin van het uitoefenen van politieke en bestuurlijke functies moeten ambtsdragers namelijk een bij de wet voorgeschreven tekst uitspreken: een eed of verklaring en belofte. Iedere volksvertegenwoordiger legt bij de beëdiging de eed of verklaring en belofte af.
Voor nieuwe Kamerleden is de eed of belofte als volgt:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof), dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet. Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt oplegt getrouw zal vervullen.”
Wie de eed aflegt, moet vervolgens de twee voorste vingers van zijn rechterhand aaneengesloten opsteken en daarbij de woorden uitspreken: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Wie de belofte aflegt, spreekt de woorden: “Dat verklaar en beloof ik” (bron: Tweede Kamer).
Beschouwingen
De Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer en politieke beschouwingen in gemeente en provincie zijn de debatten over de begroting en de door het bestuur uitgestippelde beleidskeuzes van het komende politieke jaar. In de Tweede Kamer zijn deze de twee dagen na Prinsjesdag als de begroting openbaar is gemaakt.
Bestuurder
In de politiek is een bestuurder een politieke ambtsdrager. Politieke ambtsdragers zijn de mensen die het land, de provincies, waterschappen en gemeenten besturen. Denk aan ministers, burgemeesters, wethouders en gedeputeerden van provincies. Politieke ambtsdragers zijn geen ‘gewone’ werknemers of ambtenaren. Voor hen gelden daarom soms aparte regels. Die regels gaan onder andere over de rechtspositie, onkostenvergoedingen, ziekte en arbeidsongeschiktheid, pensioen en ontslag.
Bijzondere vergadering
Een bijzondere vergadering is bijvoorbeeld op Prinsjesdag als de Tweede en Eerste Kamer samen vergaderen tijdens de Troonrede. Een echte vergadering is het niet, omdat er geen debat is, maar de zitting wordt keurig geopend en gesloten. Dit heet de Verenigde Vergadering. Deze vindt ook plaats tijdens een kroning. Bijzondere vergaderingen in provincie en gemeente zijn er vaak rondom het aftreden of aantreden van een nieuwe voorzitter, commissaris van de Koning/gouverneur of burgemeester.
Burgemeester
De burgemeester vormt samen met de wethouders het dagelijks bestuur van de gemeente. De burgemeester heeft eigen taken en bevoegdheden en is voorzitter van de gemeenteraad. Een burgemeester wordt benoemd door de Koning en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (‘de Kroon’). Dit gebeurt op basis van een aanbeveling van de gemeenteraad. De ambtstermijn van de burgemeester duurt zes jaar. Na iedere periode van zes jaar kan een burgemeester worden herbenoemd.
Centraal stembureau
Voor de Tweede Kamerverkiezing is Nederland verdeeld in 20 kieskringen. Elke kieskring heeft één hoofdstembureau. De Kiesraad treedt voor de Tweede Kamerverkiezing op als centraal stembureau. Verder heeft elke gemeente een gemeentelijk stembureau. Tijdens gemeenteraadsverkiezingen en provinciale verkiezingen zijn er ook centrale stembureaus met aan het hoofd de burgemeester van het gemeentelijk centraal stembureau of de commissaris van de Koning bij het provinciaal centraal stembureau. De taken van het centraal stembureau zijn het in ontvangst nemen, beoordelen en nummmeren van de kandidatenlijsten en het vaststellen van de verkiezingsuitslag. Dat laatste gebeurt in een openbare zitting na de verkiezingen en dan maakt het centraal stembureau ook bekend wie met voorkeurstemmen gekozen is. De Kiesraad heeft als landelijk centraal stembureau ook de taak van registratie van namen en logo’s van politieke partijen.
Coalitie
Coalitie is volgens het woordenboek: verbond van twee of meer partijen, volken enz. In de politiek is het de naam voor partijen die na verkiezingen en formatie gaan reageren. Zij vormen samen de coalitie en los zijn ze coalitiepartij of coalitiepartner. De oppositie, de overige partijen van de volksvertegenwoordiging, staat tegenover de coalitie. Een coalitie bestaat over het algemeen uit minstens de helft plus één zetel.
Coalitieakkoord
Het coalitieakkoord is een stel afspraken die de regerende partijen samen maken direct na de verkiezingen waarin ze aangeven waar hun bestuur voor staat, welke keuzes ze willen maken en waar die toe leiden. Vaak bevat deze ook een financiële paragraaf waar de coalitie in de begroting per jaar de voortgang en eventuele bijstellingen weergeeft.
College van burgemeester en wethouders
De wethouders en de burgemeester besturen de gemeente. Ze zijn samen het college van burgemeester en wethouders (college van B&W). Het aantal wethouders van een gemeente is afhankelijk van het aantal raadsleden. Het aantal raadsleden is afhankelijk van het aantal inwoners.
Het college van burgemeester en wethouders voert de besluiten van de gemeenteraad uit. Het college voert ook wetten en regelingen van het Rijk en de provincie uit (medebewind). Voorbeelden daarvan zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet werk en bijstand en de Wet milieubeheer. Het college is verder verantwoordelijk voor de financiën van de gemeente en de organisatie.
Commissaris van de Koning
De commissaris van de Koning (CvdK) is in Nederland de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten van de provincies, en in die functie ook vaak het ‘gezicht’ van het bestuur van de provincie. Zo gaat de commissaris van de Koning altijd mee tijdens als begeleider van de koning tijdens werkbezoeken in de provincie. De commissaris van de Koning beëdigd de burgemeesters in de provincie.
De commissaris van de Koning in de provincie Limburg, wordt traditiegetrouw officieus aangeduid met gouverneur, in navolging van hoe dat gebruikelijk was ten tijde van het hertogdom Limburg (1839-1866). De regering benoemt een commissaris van de Koning of de gouverneur voor zes jaar. Herbenoeming voor nog eens zes jaar is mogelijk.
Commissie
Een commissie bestaat uit een aantal leden van de volksvertegenwoordiging. Vaak van alle partijen eentje en vaak hebben zij ook nog een vaste vervanger. Commissies zijn geordend naar onderwerpen, vaak volgen die de indeling van de portefeuilles van het bestuur. Bijvoorbeeld de commissie voor Binnenlandse Zaken, de commissie voor Ruimtelijke Ordening en Milieu, de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij bereiden de behandelingen van de onderwerpen voor, stellen technische vragen en uiteindelijk maken zij een voorstel zo geschikt voor behandeling in de plenaire zaal. Zo hoeven niet alle Kamerleden, Statenleden en raadsleden over alle details te vergaderen en kunnen de plenaire vergaderingen over hoofdzaken gaan. Over het algemeen voeren de commissieleden het woord in het plenaire debat over hun onderwerpen, tenzij het zo belangrijk is dat de fractievoorzitters dat doen. Daarnaast zijn er ook specifieke commissies, bijvoorbeeld de enquêtecommissie rondom grote onderzoeken, enquêtes, naar bepaalde onderwerpen, zoals opsporingsmethoden en Bijlmerramp, bijvoorbeeld.
Commissievergadering
In de commissievergadering bespreken commissieleden voorstellen op hun aandachtsgebied. In procedurevergaderingen bepalen zij wat ze bespreken en doorsturen naar de plenaire vergadering en met wie ze de zaken willen bespreken. Zij kunnen ook besluiten eerst een hoorzitting te houden bijvoorbeeld. De commissievergadering vindt plaats met een afvaardiging van de volksvertegenwoordiger, de commissieleden en vaak is er een bestuurder aanwezig met ambtelijke ondersteuning om voorstellen inhoudelijk te bespreken. De inhoudelijke bespreking dient ter voorbereiding voor eventuele plenaire debatten. Mocht er niet heel veel te bespreken zijn, dan kan een onderwerp als hamerstuk door.
Commissievoorzitter
De commissievoorzitter leidt het debat in commissies in goede banen. Commissievoorzitters worden gekozen door de commissieleden en debatteren over het algemeen niet mee over de onderwerpen. Bij vervanging kan dat soms wel het geval zijn, maar dan neemt een ander commissielid het voorzitterschap even waar. De commissievoorzitter vat aan het eind van de vergadering de conclusies samen en geeft een opsomming van de toezeggingen van de bestuurder tijdens de commissievergadering. Daarnaast treedt de commissievoorzitter ook naar voren als vertegenwoordiger, bijvoorbeeld bij het in ontvangst nemen van petities of bij werkbezoeken en hoorzittingen.
Controversieel verklaren
Na de val van een kabinet beslist de Tweede Kamer welke onderwerpen nog wel ter behandeling voor komen te liggen en welke niet meer. Die laatste zijn dan controversieel verklaard. Een demissionair kabinet mag lopende zaken afhandelen en de Tweede Kamer beslist dus welke dat zijn.
Crisis
Een politieke crisis ontstaat als het bestuur geen vertrouwen heeft van de meerderheid van het volksvertegenwoordigend orgaan. Bijvoorbeeld omdat een bestuurder opstapt, al dan niet uit eigen beweging, of omdat beleid niet (langer) de steun heeft van een meerderheid. Daarna is het in de landelijke politiek vaak een kwestie van lijmen of nieuwe verkiezingen. Andere organen als Provinciale Staten, waterschappen en gemeenteraden kennen alleen de optie lijmen. Daar staat vooraf vast wanneer de volgende verkiezingen zijn.
Debat
Hier draait de Nederlandse democratie op. Je kunt het eens zijn of oneens over bepaalde onderwerpen en daar voer je debat over. Het helpt ook om standpunten duidelijk te maken en te krijgen. De Tweede Kamerleden met het kabinet en met elkaar, Statenleden met Gedeputeerde Staten en elkaar en gemeenteraden met college van burgemeester en wethouders en elkaar. In Nederland coalitieland staat vooraf de uitkomst vaak al vast, omdat de coalitie elkaar vasthoudt of bij een andere keuze van een coalitiegenoot al steun van een oppositiepartij vaststaat.
Demissionair
Een gevallen kabinet gaat meestal nog een tijd demissionair verder. Dat betekent dat ze in functie blijven tot de verkiezingen en de daaropvolgende formatie van een nieuw kabinet zijn afgerond. Dat houdt in dat de demissionaire bewindslieden op de winkel passen. Ze behandelen lopende zaken en zorgen dat het land geregeerd blijft. Dringende zaken worden voorgelegd aan de Tweede Kamer en controversieel verklaarde onderwerpen moeten wachten tot een volgend kabinet aantreedt.
Dertigledendebatten
Een dertigledendebat is een plenair debat dat door een minderheid (nu minimaal dertig leden) van de Tweede Kamer is aangevraagd. Sinds 2011 heet een dergelijk debat een ‘dertigledendebat’; daarvoor (sinds 2004) was de benaming ‘spoeddebat’.
Dit soort debatten hebben als doel snel op de actuele gebeurtenissen in de samenleving te kunnen reageren. Daarnaast is het hierdoor mogelijk om met een minderheid toch een onderwerp op de agenda te laten zetten.
Eenmansfractie
Een ruzie in de partij of fractie, een koerswijziging, persoonlijke vetes of verkeerd gevallen uitspraken kunnen leiden tot een afsplitsing van de partij. Deze leden gaan dan vaak alleen verder als eenmansfractie. Zij krijgen tot een officiële naamswijziging door verkiezingen de naam Groep met de achternaam van het Kamer- Staten- of raadslid erachter. Groep de Mos heeft de naam nog een raadsverkiezing aangehouden en daarna veranderd in Groep de Mos/Hart voor Den Haag.
Eerste Kamer
De leden van de Eerste Kamer, Senaat, ofwel chambre de réflection zijn niet direct verkiesbaar. De Provinciale Statenleden stemmen direct na hun aantreden op de leden van de Eerste Kamer. De Eerste Kamer komt in het wetgevingstraject pas aan bod nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel niet meer wijzigen. Formeel kan de Senaat het wetsvoorstel alleen aannemen of verwerpen. In de praktijk zijn er een aantal middelen (novelle, toezeggingen, moties) om invloed uit te oefenen om het wetsvoorstel aangepast te krijgen. De Eerste Kamer is een Hoog College van Staat.
Enquête
Volksvertegenwoordigers hebben het recht van enquête. Het recht houdt in dat volksvertegenwoordigers een onderzoek kunnen instellen naar een specifiek onderwerp, om op die manier de regering te controleren. In de praktijk wordt het recht vooral door de Provinciale Staten, gemeenteraden en Tweede Kamer gebruikt. De Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering hebben het recht ook, maar nog nooit gebruikt, hoewel er in de Eerste Kamer wel pogingen zijn gedaan om er eentje te starten. Bekende enquêtes zijn die naar de opsporingsmethoden Aardgaswinning, Bijlmerramp, Bouwfraude, Fraudebestrijding, de Fyra, IRT (Interregionaal rechercheteam Noord-Holland/Utrecht) en RSV (over ondergang scheepsbouwer Rijn, Schelde, Verolme) in de Tweede Kamer, naar de integriteit van gedeputeerde Ger Koopmans in Limburg naar de parkeergarage Museumpark in Rotterdam, de Noord Zuidlijn in Amsterdam, en cultuurgebouw Amare in Den Haag en de budgetoverschrijding bij het onderbrengen van Theater Bouwkunde en Filmhuis De Keizer in één gebouw in Deventer, bijvoorbeeld.
De enquêtecommissie krijgt ambtelijke ondersteuning bij het onderzoek en bij het voorbereiden van de verhoren. De verhoren zijn meestal openbaar en onder ede. Na het openbare deel werkt de commissie de resultaten uit in een rapport. Daarop volgt een reactie van het bestuur en daarna debatteren de volksvertegenwoordigers eerst met de commissie en dan met het bestuur over de resultaten.
Extraparlementair kabinet
Een extraparlementair kabinet wordt buiten het parlement om gevormd. In plaats van een regeerakkoord heeft deze vorm van kabinet een regeringsprogramma als basis. De Tweede Kamer kan eventueel wel bij de formatie betrokken zijn, bijvoorbeeld omdat fractievoorzitters met elkaar overleggen, maar dat hoeft niet. Als fractie bij de formatie betrokken zijn, zullen ze geen steun geven aan een motie van wantrouwen bij het aantreden van een kabinet.
Formateur
Een formateur is een persoon die in het kader van een kabinetsformatie een kabinet vormt. De Tweede Kamer benoemt sinds 2012 de formateur. Daarvoor deed het staatshoofd dat. Die blijft wel nog geïnformeerd over het hele proces door de voorzitter van de Tweede Kamer, mogelijke verkenners, informateurs en formateur. De formateur is vaak de beoogde minister-president.
Formatie
De procedure voor de kabinetsformatie is vooral gebaseerd op ongeschreven staatsrecht en gewoontes en kan van formatie tot formatie verschillen. Wel doorloopt iedere kabinetsformatie grofweg de volgende stappen: verkiezingen, informatie, coalitieakkoord, formatie en beëdiging.
De regie voor de kabinetsformatie ligt sinds 2012 bij de Tweede Kamer. Dit heeft de Kamer vastgelegd in haar Reglement van Orde. Concreet betekent dit dat de Kamer ‘onverwijld na de installatie van een nieuw gekozen Kamer, maar uiterlijk een week na de installatie, in plenaire vergadering beraadslaagt over de verkiezingsuitslag. Het doel van die vergadering is één of meer informateurs of formateurs aan te wijzen, en de door hen uit te voeren opdracht vast te stellen.’
De langste formatie was die van het laatste kabinet onder leiding van Mark Rutte en duurde 299 dagen.
Fractie
Een fractie is een onderdeel van de volksvertegenwoordigende organen en betekent het aantal leden van een politieke partij. Een fractie coördineert de activiteiten van zo’n groep politici en tijdens de wekelijkse fractievergadering bepalen de leden gezamenlijk standpunten over onderwerpen die in hun Kamer-, Staten- of raadsvergadering aan de orde zijn. Als de fractie uit meer dan één lid bestaat, verdelen de fractieleden de onderwerpen. Zij adviseren de fractie ook hoe zij op bepaalde moties, amendementen en voorstellen moeten stemmen. Afsplitsingen van fracties vormen vaak eenmansfracties, tenzij meerdere leden zich in één keer afsplitsen.
Fractievoorzitter
Een fractievoorzitter is de na de verkiezingen door de eigen fractie gekozen leider. Deze treedt op als woordvoerder van belangrijke debatten. Bij ledencongressen is dat ook de aangewezen persoon om keuzes uit te leggen en te verdedigen. Bij kabinetsformaties is de fractievoorzitter degene die gaat praten en eventueel onderhandelen. Als een fractie niet deelneemt aan het kabinet is de voorzitter ook vaak de politiek leider van die partij.
Gedeputeerde Staten
Het college van Gedeputeerde Staten (GS) vormt het dagelijks bestuur van de provincie. Het bestaat uit leden (gedeputeerden) en de commissaris van de Koning. De leden van Provinciale Staten kiezen de gedeputeerden eens in de vier jaar. Het minimumaantal leden voor Gedeputeerde Staten is drie en maximum zeven in voltijd of negen met deeltijdfuncties.
Iedere gedeputeerde heeft zijn eigen taakgebied (portefeuille) in het college van Gedeputeerde Staten. Bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer of natuur en milieu. In het college van Gedeputeerde Staten komt de gedeputeerde op voor de belangen in zijn taakgebied. Alle taken van de gedeputeerden staan in de Provinciewet.
Gemeenteraad
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan in de gemeente. De gemeenteraad geeft aan wat er in een gemeente moet gebeuren en ziet toe op het werk van de burgemeester en wethouders. De inwoners van een gemeente kiezen de gemeenteraad, die bestaat uit negen tot 45 raadsleden, afhankelijk van hoeveel inwoners een gemeente heeft. Het aantal is wel altijd oneven. De taken van de gemeenteraad zijn het vormen van de volksvertegenwoordiging, het stellen van kaders en het controleren van het college van burgemeester en wethouders. De raad komt ongeveer eens per maand bij elkaar en de onderwerpen van de vergaderingen zijn vaak al voorbereid in de commissies. Het Presidium stelt de agenda vast.
Gemeentesecretaris
Als hoogste ambtenaar is de gemeentesecretaris verantwoordelijk voor de verbinding tussen de ambtelijke organisatie met het bestuur en de maatschappelijke opgaven. De gemeentesecretaris werkt daarom voor en met de bestuurders van de gemeente, vaak als directeur van de ambtelijke organisatie, samen met de gemeenteraad en samenwerkingspartners in en buiten de stad.
Gouverneur
De commissaris van de Koning in de provincie Limburg, wordt traditiegetrouw officieus aangeduid met gouverneur, in navolging van hoe dat gebruikelijk was ten tijde van het hertogdom Limburg (1839-1866). De commissaris van de Koning (CvdK) is in Nederland de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten van de provincies, en in die functie ook vaak het ‘gezicht’ van het bestuur van de provincie. Zo gaat de commissaris van de Koning altijd mee tijdens als begeleider van de Koning tijdens werkbezoeken in de provincie. De commissaris van de Koning beëdigt de burgemeesters in de provincie. De regering benoemt een commissaris van de Koning of de gouverneur voor zes jaar. Herbenoeming voor nog eens zes jaar is mogelijk.
Griffie
Griffie is volgens het woordenboek: secretarie van rechterlijke colleges, van Provinciale Staten, van de beide Kamers, maar ook gemeenten hebben een griffie.
De griffie zorgt er vooral voor dat het besluitvormingsproces zo optimaal mogelijk verloopt. Dat betekent van de ene kant dat ze verantwoordelijk is voor de logistieke ondersteuning van de vergaderingen, bijeenkomsten en het presidium. De griffie stelt agenda’s op en controleert de aangeleverde stukken op kwaliteit. Van de andere kant is de griffie ervoor verantwoordelijk dat het besluitvormingsproces van tevoren helder in kaart wordt gebracht. Bij vergaderingen zijn altijd mensen van de griffie aanwezig om de volksvertegenwoordigers te ondersteunen.
Daarnaast helpen de medewerkers van de griffie bij het opstellen van initiatiefvoorstellen, amendementen, moties en schriftelijke vragen en letten ze op dat toezeggingen van het bestuur worden nagekomen. In de gemeente verzorgt de griffie bovendien de communicatie van de gemeenteraad, zodat de positie en de handelingen van de raad zo veel mogelijk bekend zijn bij de inwoners.
Griffier
De Griffier van de Tweede Kamer adviseert de Kamer, de voorzitter en het Presidium over procedurele en staatsrechtelijke aspecten van de werkzaamheden van de Tweede Kamer. Daarnaast is de Griffier het hoofd van de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer. Tijdens plenaire vergaderingen zit de Griffier vaak rechts van de voorzitter met het wetboek en het reglement van orde binnen handbereik.
Provinciale Staten en gemeenteraden hebben ook een griffier, het eerste aanspreekpunt van de volksvertegenwoordigers. De griffier biedt ondersteuning en is bij alle vergaderingen aanwezig om het verloop ervan te stroomlijnen. De griffier ondertekent alle officiële stukken van de raad. De griffier vervult daarmee de functie van secretaris tijdens de raadsvergaderingen, maar doet nog veel meer: de griffier is namens de raad de vertegenwoordiger, belangenbehartiger en gesprekspartner in de driehoek met burgemeester en gemeentesecretaris. De griffier is bovenal ook ondersteuner van raad en raadsleden en levert zo een cruciale bijdrage in het functioneren van de lokale democratie. De griffier en de medewerkers van de griffier tezamen vormen de ‘griffie’.
Grondwet
De Grondwet legt de grondrechten van burgers vast. Ook staan in de wet regels voor de inrichting van de Nederlandse staat. Dat begint met de grondrechten. Dit zijn rechten die burgers de vrijheid geven om zonder bemoeienis van de overheid te leven. Ook bevat de Grondwet de rechten om deel te nemen aan de samenleving en de politiek. Dit zijn bijvoorbeeld kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy en recht op gelijke behandeling.
In de Grondwet staan regels voor de inrichting van de Nederlandse staat. Denk aan:
- De manier waarop we staatsinstellingen kiezen (zoals het parlement) of benoemen (zoals ministers, staatssecretarissen en rechters). En wat hun taken en bevoegdheden zijn.
- Hoe we wetten maken en hoe we de Grondwet kunnen wijzigen.
- Het bestuur van provincies en gemeenten.
- Het Koninklijk Huis.
Hamerstuk
Een hamerstuk is een vergaderstuk dat zonder behandeling kan worden aangenomen. Hier is geen debat meer over nodig, omdat alle fracties het voorstel goed genoeg vinden. De voorzitter kan het voorstel afhameren, dat wil zeggen zonder stemming, met woorden zoals: “Wenst iemand het woord of stemming? Zo niet, dan is conform besloten”, met een tik van de voorzittershamer akkoord bevinden namens de volksvertegenwoordiging. Mocht een van de leden toch een debat willen over het onderwerp, dan kan het geen hamerstuk zijn en komt het op de agenda om te behandelen.
Handelingen
De Nederlandse Handelingen van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal bestaan uit de notulen van de vergaderingen van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer en van de Verenigde Vergadering. Ze worden verzorgd door de Dienst Verslag en Redactie (voor 1 mei 2004 door de Stenografische Dienst). Deze verslagen komen met de uitslagen van stemmingen terecht in de Handelingen, tenzij opmerkingen zoals vloeken of beledigingen door de voorzitter met de schrapbepaling uit het verslag zijn gehaald. Dit worden ook wel lijken genoemd. Als bijlagen staan Kamervragen en Kamerstukken opgenomen in de handelingen. De handelingen kregen in het verleden als boeken een plek in de Handelingenkamer van de Tweede Kamer. Een lege plek was er in de oorlogsjaren toen de Tweede Kamer niet bijeenkwam en er dus geen verslagen waren. Als herinnering aan deze zwarte periode voor Nederland is daarom een plank leeggehouden voor die jaren.
Hoge Colleges van Staat
Naast regering en parlement bestaan er zogenaamde Hoge Colleges van Staat. Dit zijn Eerste en Tweede Kamer, de Algemene Rekenkamer, de Raad van State en de Nationale ombudsman. Ze hebben een zelfstandige positie en vervullen een aantal belangrijke functies. Raad van State is het belangrijkste adviesorgaan van de regering en brengt onder andere advies uit over alle wetsvoorstellen.
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelt het hoger beroep in bestuursrechtelijke zaken (geschillen tussen of met overheden) voor zover deze niet betrekking hebben op sociale verzekeringen en ambtenarenzaken.De Algemene Rekenkamer zorgt voor het toezicht op de uitgaven van de rijksoverheid en controleert of deze rechtmatig en doelmatig zijn. Gevraagd en ongevraagd brengt de Algemene Rekenkamer daarover verslag uit aan de Tweede Kamer. Dit kan voor de Tweede Kamer aanleiding zijn om ministers ter verantwoording te roepen. De rapporten van de Algemene Rekenkamer worden als Kamerstuk gedrukt.
Burgers die klachten hebben over de overheid kunnen terecht bij de Nationale ombudsman. Hij stelt vervolgens een onderzoek in en brengt naar aanleiding daarvan advies uit in rapporten, die ook op internet beschikbaar zijn. De Nationale ombudsman is geen rechter; de overheid is niet verplicht om gevolgen te verbinden aan zijn uitspraken.
Hoorzitting
Een hoorzitting is een bijeenkomst van een overheidsinstelling (bijvoorbeeld de Tweede Kamer, Provinciale Staten of gemeenteraad), waarbij verschillende partijen en belanghebbenden hun mening kunnen geven. De volksvertegenwoordiging hoort hen bijvoorbeeld als ze willen weten hoe burgers of bepaalde deskundigen denken over bepaalde zaken, zodat ze daar bij het beoordelen van een voorstel rekening mee kunnen houden. Dit gebeurt vaak in het openbaar. Er is ook een wettelijke regeling in de Algemene wet bestuursrecht. Die wet geeft regels hoe een bestuursorgaan tot een besluit kan komen. Bij bepaalde besluiten moeten belanghebbenden, ook wel genoemd de bezwaarde, al van tevoren in de gelegenheid worden gesteld om hun ideeën, de wet spreekt over zienswijze, kenbaar te maken. Dat kan schriftelijk, maar dat kan ook mondeling tijdens een hoorzitting. In de hoorzitting kan de bezwaarde een ingediend bezwaarschrift mondeling verder toelichten en dat vormt een essentieel onderdeel van de bezwaarprocedure.
Informateur
De informateur wordt aangewezen door de Tweede Kamer, Provinciale Staten of gemeenteraad. Die geeft de informateur altijd een afgebakende opdracht mee. Dit kan een brede opdracht of een beperkte opdracht zijn. Dat is afhankelijk van de (verwachte) complexiteit van de onderhandelingen. Het kan voorkomen dat de onderhandelingen leiden tot een nieuwe opdracht en een andere informateur. Dit betekent dat uiteindelijk meerdere informateurs bij de totstandkoming van een kabinet, Gedeputeerde Staten of college van burgemeester en wethouders betrokken kunnen zijn geweest. De informateur heeft vaak als taak een specifieke coalitie te onderzoeken. De informateur begeleidt daartoe de onderhandelingen tussen de betrokken fracties. Als de onderhandelingen stuklopen, kan de Tweede Kamer, Provinciale Staten of gemeenteraad dezelfde informateur of een andere informateur opdracht geven om een andere coalitie te onderzoeken.
De Kamer, Staten of raad kan een informateur uitnodigen om inlichtingen te geven over zijn/haar werkzaamheden. Als de onderhandelingen succesvol zijn, zal dit uiteindelijk leiden tot een regeer– of coalitieakkoord. De betrokken informateur speelt een begeleidende rol in de onderhandelingen over de inhoud van het beleid. Een informateur kan via zijn of haar opdracht dus zowel de coalitievorming als de programmavorming sturen. De informateur bestaat bij de decentrale overheden nog niet zo lang, die functie ontstond na de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 en de Wet dualisering provinciebestuur in 2003. Voordien was het gebruikelijk dat na Provinciale Staten- of gemeenteraadsverkiezingen de grootste partij het voortouw nam in coalitievorming. Nu stellen betrokken partijen vaak een informateur aan om hen te ondersteunen in het formatieproces voor een nieuw college van burgemeester en wethouders of College van Gedeputeerde Staten en de coalitie-onderhandelingen.
Initiatief
Volksvertegenwoordigers controleren niet alleen de regering, ze mogen ook zelf (wets)voorstellen maken. Dit heet het recht van initiatief. Een dergelijk voorstel wordt op vrijwel dezelfde wijze behandeld als voorstellen die bestuurders indienen. Belangrijk verschil is dat de initiatiefnemers het voorstel in de volksvertegenwoordigende organen verdedigen. Bij de behandeling geeft meestal ook de betrokken bestuurder zijn/haar mening. Als het voorstel is aangenomen, moet het bestuur het bekrachtigen. Dat gebeurt vrijwel altijd.
Interpellatie
Het recht van interpellatie maakt het voor Kamerleden, Statenleden en raadsleden mogelijk om een debat te houden over een onderwerp dat nog niet eerder op de agenda stond. Bij een interpellatie stelt de interpellant (degene die de interpellatie houdt) schriftelijk of mondeling vragen gesteld aan het bestuur, dus regering, Gedeputeerde Staten of college van burgemeester en wethouders. Na het mondelinge antwoord van de regering volgt een discussie met de Kamer. Na de interpellant kunnen dan ook andere Kamerleden mee debatteren.
Meerderheid van de leden is nodig om een interpellatie te kunnen houden, maar die krijgt de interpellant bijna altijd, een reden waardoor het wel eens is tegengehouden is als het onderwerp al op de vergaderagenda staat voor de nabije toekomst.
Jij-bakken
In menig politiek debat komt een jij-bak voor. Dat betekent dat niet de argumenten, maar wel de persoon zelf of zijn handelwijze onderwerp is van een woordelijke aanval. Dat is een onvervalste jij-bak, een drogreden. Je speelt niet de bal, maar de man. Een voorbeeld is Geert Wilders die Mark Rutte tijdens een Kamerdebat toebijt: “Doe even normaal man”, waarop Rutte reageert met: “Doe zelf even normaal”.
Kabinet
Kabinet is de verzameling ministers en staatssecretarissen. Anders dan bij de regering is dit zonder het staatshoofd. Die staat formeel aan het hoofd van de regering en ondertekent daarom ook alle wetten.
Het kabinet van de koning is overigens de organisatie die de koning ondersteunt. Burgemeesters, commissarissen van de koning en ministers hebben ook vaak een kabinet, dat bestaat uit ambtelijke ondersteuning voor bijvoorbeeld het organiseren en coördineren van officiële bezoeken, ontvangsten, recepties, bijvoorbeeld, voor het onderhouden van de bestuurlijke netwerken en bestuurlijke contacten op lokaal, regionaal en landelijk niveau. De leden van dit kabinet organiseren en coördineren ook activiteiten om het werk van de werkgever beter in beeld te brengen.
Kabinetschef
De kabinetschef staat aan het hoofd van het kabinet van een minister, commissaris van de Koning of burgemeester. Deze staat aan het hoofd van de afdeling voor het organiseren en coördineren van officiële bezoeken, ontvangsten, recepties, bijvoorbeeld, voor het onderhouden van de bestuurlijke netwerken en bestuurlijke contacten op lokaal, regionaal en landelijk niveau. De chef leidt ook het organiseren en coördineren van activiteiten om het werk van de werkgever beter in beeld te brengen.
Kamerleden
Kamerleden zijn de leden van de Tweede Kamer. Eerste Kamerleden worden senatoren genoemd. De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
De Tweede Kamer heeft 150 leden, die rechtstreeks worden gekozen door Nederlanders die 18 jaar en ouder zijn. De Eerste Kamer bestaat uit 75 indirect gekozen volksvertegenwoordigers.
Kamerstuk
Een Kamerstuk is een schriftelijk stuk dat de regering en het parlement uitwisselen. Stukken voor de Tweede Kamer moeten, volgens artikel 151 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, voor zover mogelijk, direct digitaal beschikbaar zijn.
Kiesdeler
Nederland kent formeel geen kiesdrempel, dat is een minimum percentage dat een partij moet hebben om in een volksvertegenwoordigend orgaan te komen. Wel komt een partij bij de Tweede Kamerverkiezing pas in aanmerking voor een zetel als het de kiesdeler heeft behaald. Een voorbeeld van de website van de Kiesraad: Bij de Tweede Kamerverkiezing in 2017 werden 10.516.041 geldige stemmen uitgebracht. De kiesdeler was 10.516.041 : 150 zetels = 70.107.
Kiesdrempel
Als politieke partijen minimaal een vooraf vastgesteld percentage van de stemmen moeten halen om een zetel te bemachtigen, dan vormt dat percentage de kiesdrempel. Dat betekent dat er een minimaal aantal stemmen van alle kiezers nodig is voor het behalen van één zetel. Zo moeten partijen in Duitsland vijf procent van de stemmen halen, in Turkije is het percentage zelfs tien procent. Met een kiesdrempel wordt beoogd versplintering, heel veel vooral kleine partijen in de volksvertegenwoordiging, te voorkomen.
Kiesgerechtigde
Een kiesgerechtigde is iemand die het recht heeft om te kiezen. Hierbij bestaat onderscheid tussen actief en passief kiesrecht. Actief kiesrecht is het recht om te stemmen, passief kiesrecht het recht om gekozen te worden. Meestal heeft iemand met actief kiesrecht ook passief kiesrecht, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Een gevangene heeft wel actief kiesrecht via een machtiging, maar geen passief kiesrecht, bijvoorbeeld. De rechter kan iemand het kiesrecht ontnemen na het plegen van een ernstig delict of als deze geestelijk niet in staat is om te stemmen.
Het staatshoofd is politiek neutraal en stemt in principe niet, de rest van de koninklijke familie doet dit over het algemeen wel.
In Nederland is in principe elke meerderjarige kiesgerechtigd. Immigranten zonder Nederlandse nationaliteit zijn kiesgerechtigd op lokaal niveau (dus alleen bij gemeenteraadsverkiezingen) als zij ten minste vijf jaar legaal in Nederland wonen.
Kiesraad
De Kiesraad treedt bij verschillende verkiezingen op als centraal stembureau. Verder is de Raad adviesorgaan en informatiecentrum op het gebied van kiesrecht en verkiezingen. De zeven leden van de Kiesraad worden bij koninklijk besluit benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen twee keer worden herbenoemd. De taken van het centraal stembureau zijn het in ontvangst nemen, beoordelen en nummmeren van de kandidatenlijsten en het vaststellen van de verkiezingsuitslag. Dat laatste gebeurt in een openbare zitting na de verkiezingen en dan maakt het centraal stembureau ook bekend wie met voorkeurstemmen gekozen is.
De Kiesraad heeft als landelijk centraal stembureau ook de taak van registratie van namen en logo’s van politieke partijen. De Raad keurt de kandidatenlijsten die de politieke partijen daar moeten inleveren en maakt deze bekend tijdens een openbare zitting. Dan krijgen de kandidatenlijsten ook hun nummers. Zittende partijen krijgen een nummer op basis van de laatste verkiezingsuitslag (de grootste 1, die daarna 2 etc. en nieuwe partijen krijgen een nummer door loting.
Komkommertijd
Komkommertijd is een aanduiding voor de rustige zomerperiode, waarin er weinig nieuws en weinig handel is. Het komkommerseizoen was voorheen altijd in de zomer – voor de kwekers een drukke tijd, maar in veel andere vakgebieden was er dan juist niets te doen.
Voor politici is dit de tijd om proefballonnen op te laten, omdat ze daarmee al gauw het nieuws halen. Het is ook de tijd waarin onbekende politici plannen lanceren, in de hoop dat ze zo de media halen en aandacht krijgen om toch een beetje bekend te raken onder het publiek. Een bekend voorbeeld is voormalig CDA-Kamerlid Joop Atsma die elk reces de landelijke pers wist te halen. Het ging onder politieke journalisten een Atsmaatje heten toen andere relatief onbekende Kamerleden hetzelfde gingen doen.
Koning
De koning vormt samen met de ministers de regering. De koning is het staatshoofd en heeft op grond hiervan een aantal formele taken. De koning is staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden, dat naast Nederland bestaat uit de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Sinds 1848 staat in de Grondwet dat de koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Dit wil zeggen dat de ministers verantwoording moeten afleggen aan het parlement over het beleid van de regering. De ministers zijn ook politiek verantwoordelijk voor de uitspraken en het handelen van de koning.
De rol van het staatshoofd bestaat onder meer uit het ondertekenen van wetten en besluiten die mede ondertekend worden door een minister. Aan het slot van de kabinetsformatie ondertekent de koning de besluiten tot benoeming van de ministers en staatssecretarissen. Vervolgens beëdigt hij hen. Daarnaast is de Koning voorzitter van de Raad van State en spreekt hij jaarlijks de Troonrede uit.
Lid
Een gekozen volksvertegenwoordiger is lid van een fractie en van het orgaan waarin het lid is gekozen: Tweede Kamerlid, Eerste Kamerlid, Statenlid of gemeenteraadslid.
Lobby
Lobbyen is volgens het woordenboek: als organisatie door gesprekken proberen belangrijke politieke beslissingen te beïnvloeden. In de landelijke politiek was de sigarettenlobby jarenlang erg sterk aanwezig om Kamerleden voor hun zaak te winnen, andere voorbeelden zijn de olielobby en de autolobby, maar ook op provinciaal en lokaal niveau kom je lobbyisten tegen. Zij benaderen politieke partijen met hun mening en plannen en maken regelmatig moties voor politici. Bij menig politicus hoor je letterlijk zinnen van de lobbyorganisatie in hun bijdragen, al is het tegenwoordig goed gebruik als politicus om te ontkennen dat dat zo is.
Minister
Een minister geeft politieke leiding aan een ministerie. Daarnaast zijn er ministers zonder portefeuille, die geen eigen budget hebben, maar onder een andere minister vallen. De verantwoordelijkheid ligt bij de minister van een ministerie, de minister voor een ministerie is een minister zonder portefeuille. De minister van Binnenlandse Zaken heeft de afgelopen jaren de verantwoordelijkheid gehad voor de minister voor Volkshuisvesting.
Een ministerie kan ook nog één of meer staatssecretarissen hebben die een onderwerp van de minister overnemen, ofwel, aan wie de minister een gedeelte van zijn taak opdraagt. De taakomschrijvingen van de staatssecretarissen kunnen per kabinetsperiode verschillen en zoals alle taken van een kabinet verschijnen deze na hun benoeming in de Staatscourant.
Een staatssecretaris vervangt over het algemeen de minister als die niet bij de ministerraad kan zijn, maar heeft dan geen stemrecht. Staatssecretarissen komen verder alleen in de ministerraad als daar een van hun onderwerpen voorligt ter bespreking of besluitvorming.
Samen vormen de ministers en staatssecretarissen het kabinet en de ministers vormen samen met het staatshoofd de regering.
Ministeriële verantwoordelijkheid
De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in ministers gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. Het staatshoofd, dat deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn ook politiek aansprakelijk.
Een belangrijke uitwerking van de ministeriële verantwoordelijkheid is de vertrouwensregel. Dat betekent dat een minister, staatssecretaris of het hele kabinet aftreedt als de meerderheid van het parlement geen vertrouwen meer heeft in de minister, staatssecretaris of het kabinet. Als het een staatssecretaris of minister zonder portefeuille is die het vertrouwen verliest, is het goed gebruik dat ook de verantwoordelijke minister opstapt.
Het staatshoofd maakt onderdeel uit van de regering. Sinds 1848 staat in de Grondwet dat het staatshoofd onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. De uitspraken en daden van het staatshoofd vallen daarmee ook onder de ministeriële verantwoordelijkheid.
Ministerraad
De ministerraad is de wekelijkse bijeenkomst van het kabinet. Hier nemen zij besluiten en bespreken zij lopende zaken. Een staatssecretaris vervangt over het algemeen de minister als die niet bij de ministerraad kan zijn, maar heeft dan geen stemrecht. Staatssecretarissen komen verder alleen in de ministerraad als daar een van hun onderwerpen voorligt ter bespreking of besluitvorming.
Aan het einde nemen zij mogelijke vragen door in voorbereiding op de persconferentie in perscentrum Nieuwspoort voor de parlementaire pers. Soms zijn daarna nog specifieke persconferenties over een bepaald beleid waar overeenstemming over is bereikt met de minister die over dat onderwerp gaat.
Demissionaire bewindslieden vergaderen gewoon door over lopende zaken, alleen tijdens de zomervakantie en rond verkiezingen komen de ministers niet bij elkaar.
Minister van Staat
Minister van Staat is een eretitel die, in uitzonderlijke gevallen, wordt toegekend aan politici die geen publieke functie meer vervullen. Het staatshoofd kan ministers van Staat om advies vragen, bijvoorbeeld bij gecompliceerde staatsrechtelijke kwesties. De ministerraad draagt een Minister van Staat voor. Het staatshoofd benoemt hem of haar.
Motie
Moties bevatten een oordeel over het gevoerde beleid, ze kunnen het bestuur vragen iets te doen of juist niet te doen of om meer algemeen een uitspraak te doen over bepaalde zaken of actuele ontwikkelingen. Moties kunnen bij de bespreking van elk onderwerp worden ingediend door elke volksvertegenwoordiger. De motie van wantrouwen zegt het vertrouwen op in één bestuurder. Een motie van treurnis geeft aan dat de indiener het beleid betreurt, maar dat de bestuurder mag blijven zitten. Een motie van afkeuring is stelliger en keurt het beleid af, het hele bestuur moet bij aanname opstappen.
Een motie kan worden ingediend door één of meerdere volksvertegenwoordigers en kan in stemming worden gebracht. Als het volksvertegenwoordigend orgaan vóór stemt, is er sprake van een uitspraak. Soms trekt de indiener een motie nog voor de stemming in. Dit is met name het geval als een minister of staatssecretaris al direct belooft te doen wat in de motie wordt gevraagd. Een motie kan ook worden overgenomen door de minister of staatssecretaris en dat wil zeggen dat die gaat doen wat de motie vraagt.
Nationale ombudsman
Burgers die klachten hebben over de overheid kunnen terecht bij de Nationale ombudsman. Hij stelt vervolgens een onderzoek in en brengt naar aanleiding daarvan advies uit in rapporten, die ook op internet beschikbaar zijn. De Nationale ombudsman is geen rechter; de overheid is niet verplicht om gevolgen te verbinden aan zijn uitspraken. De Nationale ombudsman is een Hoog College van Staat.
Nevenfuncties
Voor zowel leden van de Eerste als Tweede Kamer, Gedeputeerde en Provinciale Staten en college van burgemeester en wethouders en raadsleden is het mogelijk om nevenfuncties te hebben. Er is echter een groot verschil in hoe dit ingevuld kan worden. Eerste Kamerleden bekleden de functie in deeltijd en hebben genoeg tijd om ernaast een ander beroep uit te oefenen. Tweede Kamerlid is een voltijdbaan. Dit maakt het lastiger om nevenfuncties uit te voeren die veel tijd vergen en het aantal leden met betekenisvolle nevenfuncties is dan ook klein. Wel hebben sommigen één of meer functies om ‘voeling’ te houden met de samenleving. Sinds 1976 houdt de griffier een openbaar register van betaalde en niet betaalde nevenfuncties van leden van de Tweede Kamer bij. Ook bij provincies en gemeenten bestaat een register, al blijkt in de praktijk dat niet iedereen alle functies daarin laat opnemen.
Voor alle politici bestaat het risico dat ze de schijn krijgen van belangenverstrengeling. Vaker ontstaat er ophef ten gevolge van een bepaalde nevenactiviteit. Als een bedrijf of organisatie waar een volksvertegenwoordiger actief is, in opspraak komt, kan dat al snel ook tot negatieve publiciteit voor die volksvertegenwoordiger leiden.
Notulen
Van elk debat in de Tweede Kamer maakt de Dienst Verslag en Redactie (voor 1 mei 2004 door de Stenografische Dienst) een woordelijk stenografisch verslag. Deze notulen komen terecht in de Handelingen. Ook bij debatten in Provinciale Staten en gemeenteraden worden notulen gemaakt. Deze komen aan het begin van de volgende vergadering als agendapunt voor om ze vast te stellen.
Overheid
De overheid is het hoogste gezag op een bepaald grondgebied. In Nederland hebben we een parlementaire democratie. Daarin heeft de volksvertegenwoordiging, het parlement, het laatste woord. Verder bestaat de overheid uit een regering met een staatshoofd.
De gekozen volksvertegenwoordigers in de provincie, de Statenleden, en bestuurders van de provincie, de gedeputeerden en de commissaris van de Koning/gouverneur, zijn onderdeel van de overheid. Dat geldt ook voor de volksvertegenwoordigers in de gemeenten, de gemeenteraadsleden en de gemeentebestuurders, de burgemeester en wethouders. Bij de overheid werken tienduizenden ambtenaren. Sommigen bereiden beleid en wetgeving voor, anderen voeren beleid uit, zoals politiemensen, militairen, leraren in het openbare onderwijs.
De Grondwet regelt in grote lijnen hoe de overheid eruit ziet. De Grondwet regelt ook welke rechten burgers hebben tegenover die overheid en welke plichten de overheid heeft tegenover de burgers.
Parlement
Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Beide Kamers controleren de regering en zijn (mede)wetgever. De Kamers hebben speciale rechten om die taken goed te kunnen uitvoeren. Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (het staatshoofd en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
Petitie
Een petitie is een verzoekschrift aan de overheid. Vaak is het een klacht over het optreden van de overheid. Dat kan gaan over een onderwerp dat veel mensen in de samenleving bezighoudt. Zoals bijvoorbeeld een vuurwerkverbod. Een petitie kan ook gaan over een persoonlijke klacht, zoals uw belastingaangifte. De overheid moet de petitie aannemen, maar is niet verplicht actie te ondernemen. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen. Dat staat in artikel 5 van de Grondwet, ‘het recht van petitie’.
Iemand kan alleen een petitie starten, of met de buurt, een vereniging of stichting. De aanbieding gebeurt vaak namens een groep, het maakt niet uit hoe groot die groep mensen is. Het aantal handtekeningen is geen vereiste, wel dat het per brief of digitaal wordt aangevraagd en met daarin waarover de petitie gaat, wat het doel is en wie de indiener is. De petitie kan bij elke overheid worden ingediend. De Tweede Kamer neemt deze per commissie vaak op dinsdag voor het begin van het Vragenuurtje in ontvangst.
Plucheplakkers
Plucheplakkers zijn personen die hechten aan hun zetel. Zij willen er niet meer vanaf en doen er alles aan om te blijven zitten. Bijvoorbeeld door het voeren van een voorkeurscampagne of door het lobbyen voor een plek op de kandidatenlijst of in het bestuur.
Politieke ambtsdrager
Politieke ambtsdragers zijn de mensen die het land, de provincies, waterschappen en gemeenten besturen. Denk aan ministers, burgemeesters, wethouders en gedeputeerden van provincies. Politieke ambtsdragers zijn geen ‘gewone’ werknemers of ambtenaren. Voor hen gelden daarom soms aparte regels. Die regels gaan onder andere over de rechtspositie, onkostenvergoedingen, ziekte en arbeidsongeschiktheid, pensioen en ontslag.
Premier
De premier of minister-president is de voorzitter van de ministerraad. Daarnaast is het ook de regeringsleider. De premier is hoofdverantwoordelijk voor het regeringsbeleid en voor de acties en woorden van de Koning en zijn familie. Die vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid. De premier is het politieke gezicht van Nederland in Europa en de rest van de wereld.
Presentielijst
De presentielijst ligt in de Tweede Kamer naast de griffier en alle Tweede Kamerleden die aanwezig zijn, moeten die ondertekenen. Daarmee tonen zij aan dat ze aanwezig zijn en dit is belangrijk om bijvoorbeeld het quorum te halen, zodat vergaderingen kunnen doorgaan.
Presidium
Het presidium is het dagelijks bestuur van het volksvertegenwoordigend orgaan. Niet alle volksvertegenwoordigers kunnen dagelijks meepraten over de lopende – vaak procedurele en organisatorische- zaken en daarom vaardigen zij leden af naar het dagelijks bestuur, het Presidium. De voorzitter en de ondervoorzitters vormen samen het Presidium van de Tweede Kamer, de leden hiervan stellen de begroting van de Tweede Kamer op en beheren de financiën. In de Provinciale Staten en gemeenteraad houdt het presidium zich voornamelijk bezig met zaken van bedrijfsvoeringstechnische en huishoudelijke aard. Het bereidt bijvoorbeeld de conceptagenda van de Statenvergadering of gemeenteraadsvergadering voor.
Prinsjesdag
Elke derde dinsdag in september is het Prinsjesdag en begint het nieuwe werkjaar van de regering. In de Troonrede spreekt het staatshoofd een deel van de verwachtingen en plannen van het komend jaar uit. De tekst is voorbereid in de ministerraad, gezien de ministeriële verantwoordelijkheid. De minister van Financiën biedt de Miljoenennota en de Rijksbegroting aan de Tweede Kamer aan. Een dag later beginnen de debatten tussen Tweede Kamer en het kabinet over de begroting tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, de week erna zijn de Financiële Beschouwingen en daarna volgen de begrotingsbehandelingen per ministerie.
Proefballon
Een proefballon is de term voor een politiek idee, een voorgenomen beleidswijziging of een nieuw voorstel waar een politicus graag de meningen over wil peilen. In plaats van een vragenlijst rond te sturen, kan deze ook het idee de wereld in slingeren, tijdens een debat, in een brief of in een interview, bijvoorbeeld, om zo reacties te ontlokken.
Provinciale Staten
Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van de provincie. De Statenleden bepalen het beleid van de provincie op de belangrijkste punten, en controleren de Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten stellen commissies met elk een eigen beleidsterrein in, zoals ruimtelijke ordening en wonen. Hoe meer inwoners een provincie heeft, des te meer Statenleden een provincie heeft. De provincie Zeeland heeft het minste aantal Statenleden (39). De provincies Noord-Brabant, Noord-Holland en Zuid-Holland hebben het grootste aantal (55).
Een bijzondere taak van de Provinciale Staten is dat zij de leden voor de Eerste Kamer kiezen. Dit gebeurt vlak na de verkiezing van de nieuwe Statenleden.
Provinciesecretaris
De provinciesecretaris is de hoogste ambtenaar van het provinciehuis. Hij is de belangrijkste adviseur van het college van Gedeputeerde Staten. De provinciesecretaris zorgt ervoor dat de besluiten van het college door de ambtelijke organisatie worden voorbereid en uitgevoerd.
Publieke tribune
De publieke tribune is de naam voor de plek waar het publiek de vergaderingen van Tweede Kamer, Eerste Kamer, Provinciale Staten of gemeenteraad kan volgen. Vergaderingen van deze organen zijn in principe openbaar, dus iedereen kan deze bijwonen. Bij sommige vergaderingen, zoals die in de Tweede Kamer is vooraf aanmelden verplicht, bij anderen, veelal bij provincies en gemeenten, kan het publiek onaangekondigd binnenlopen. Mensen op de publieke tribune mogen zich niet bemoeien met het debat, dus niet roepen of applaudisseren. Protestacties door het meenemen van spandoeken of het dragen van kleding met protestteksten bij debatten mag ook niet. Mensen die zich niet aan deze regels houden, worden over het algemeen van de publieke tribune verwijderd.
Quorum
Het quorum is het minimale aantal leden dat aanwezig moet zijn om besluiten te mogen nemen. Het woord komt uit het Latijn en betekent van wie.
Om een vergadering te openen moet de helft van de leden plus één aanwezig zijn. De omvang van Provinciale Staten en gemeenteraden is afhankelijk van het inwoneraantal, dus daar verschilt het quorum in aantal (helft van de leden plus één).
In de Tweede Kamer is het quorum 76 en in de Eerste Kamer 38. Het quorum blijkt uit het aantal handtekeningen op de presentielijst. Er kunnen daardoor feitelijk minder dan 76 leden aanwezig zijn om te kunnen vergaderen. Vooral bij avondvergaderingen komt dat geregeld voor. Mochten er dan onverwacht nog stemmingen zijn, dan moeten vertrokken leden terugkomen tot het quorum weer aanwezig is.
Raadsleden
Raadsleden zijn de door de inwoners van de gemeente gekozen volksvertegenwoordigers die lid zijn van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Zij geven aan wat er in een gemeente moet gebeuren en controleren het werk van de burgemeester en wethouders.
Raad van State
De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van Nederland. De Afdeling advisering houdt ook onafhankelijk toezicht over de Europese begrotingsregels. De Raad van State draagt als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij aan het behoud en de versterking van de democratische rechtsstaat.
Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en het staatshoofd is de voorzitter. De vice-president van de Raad van State heeft de dagelijkse leiding. De kroonprins of -prinses heeft vanaf de achttiende verjaardag ‘van rechtswege’ zitting in de Raad van State en in de Afdeling advisering. De Raad van State is een Hoog College van Staat.
Reces
De periodes waarin volksvertegenwoordigers niet vergaderen, noemen we reces. Bijvoorbeeld tijdens vakanties en rond verkiezingen in verband met campagnes. Dit geldt voor landelijke, provinciale en lokale volksvertegenwoordigers. Het betekent niet dat de volksvertegenwoordigers dan ook het hele reces niets doen. Tijdens verkiezingsreces voeren zij campagne en tijdens andere recessen plannen zij bijvoorbeeld extra werkbezoeken in.
Regeerakkoord
Een regeerakkoord bevat de belangrijkste doelstellingen voor het beleid van de regering in haar regeringsperiode: wat wil de regering doen en bereiken in de komende vier jaar. De regeringspartijen in de Tweede Kamer bepalen tijdens de kabinetsformatie het regeerakkoord. Een coalitieakkoord op landelijk niveau. De onderhandelaars van de partijen moeten het eerst eens worden over een voorlopig regeerakkoord. Het definitieve regeerakkoord is een compromis tussen de verschillende partijstandpunten dat op steun kan rekenen van alle coalitiepartijen.
Als de nieuwe ministersploeg compleet is, komt het nieuwe kabinet bij elkaar voor een oprichtend of constituerend overleg. Daarbij verklaren de ministers het eens te zijn met het regeerakkoord. Daarna beëdigt de Koning de ministers en staatssecretarissen.
Regering
De Koning en de ministers vormen samen de regering. Een kabinet bestaat uit alle ministers en de staatssecretarissen. Nederland is een constitutionele monarchie. Dat betekent dat het staatshoofd een Koning of Koningin is van wie de bevoegdheden zijn vastgelegd in de Grondwet. Deze tekent bijvoorbeeld alle wetten. In Nederland zijn de bevoegdheden van de koning zeer beperkt. In de Grondwet is vastgelegd dat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn.
Regeringsprogramma
Een regeringsprogramma is een lijst van wat een nieuw kabinet gaat doen. Vroeger was het gebruikelijk dat een (in)formateur een regeringsprogramma opstelde en dat aan kandidaat-ministers, vaak de fractievoorzitters, voorlegde. Als zij het met de inhoud eens waren, traden ze toe tot het kabinet. De kandidaat-ministers konden het programma aan hun fractie voorleggen, maar hoefden dit niet. Daarin verschilt het van een regeerakkoord, daar moeten de deelnemende fracties achter staan. Het regeringsprogramma vormt de basis voor een extraparlementair kabinet, omdat het buiten het parlement om kan ontstaan en dus niet de steun van een meerderheid hoeft te hebben.
Regeringsverklaring
Een nieuw kabinet stelt een regeringsverklaring op met daarin de belangrijkste punten van het regeerakkoord. De minister-president spreekt de regeringsverklaring uit in de Tweede Kamer. Daarna volgt een debat over de verklaring. Meestal gebruiken de coalitiepartijen dat om te laten zien waar en waarom ze akkoord zijn gegaan met voor hen lastige punten. De oppositie gebruikt het debat vaak om aan te geven wat ze er niet goed aan vinden en hoe zij zaken hadden opgelost.
Roffel
In volksvertegenwoordigende organen is je mening geven door applaus verboden. Lawaai hoort niet bij de omgangsvormen. Boegeroep mag ook niet. Wat wel mag om waardering voor een persoon of aangenomen voorstel te tonen is met je handen roffelen op de tafel.
Senatoren
Senatoren zijn de leden van de Eerste Kamer, Senaat, ofwel chambre de réflection en zij zijn niet direct verkiesbaar. De Provinciale Statenleden stemmen direct na hun aantreden op de leden van de Eerste Kamer. De Eerste Kamer komt in het wetgevingstraject pas aan bod nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel niet meer wijzigen. Formeel kan de Kamer het wetsvoorstel alleen aannemen of verwerpen. In de praktijk zijn er een aantal middelen (novelle, toezeggingen, moties) om invloed uit te oefenen om het wetsvoorstel aangepast te krijgen.
Staatshoofd
De Koning vormt samen met de ministers de regering. De Koning is het staatshoofd en heeft op grond hiervan een aantal formele taken. De Koning is staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden, dat naast Nederland bestaat uit de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Sinds 1848 staat in de Grondwet dat de Koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Dit wil zeggen dat de ministers verantwoording moeten afleggen aan het parlement over het beleid van de regering. De ministers zijn ook politiek verantwoordelijk voor de uitspraken en het handelen van de Koning.
De rol van het staatshoofd bestaat onder meer uit het ondertekenen van wetten en besluiten die mede ondertekend worden door een minister. Aan het slot van de kabinetsformatie ondertekent de Koning de besluiten tot benoeming van de ministers en staatssecretarissen. Vervolgens beëdigt hij hen. Daarnaast is de Koning voorzitter van de Raad van State en spreekt hij jaarlijks de Troonrede uit.
Staatssecretaris
Een staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van een ministerie. Staatssecretarissen komen vooral voor bij ‘zware’ ministeries waar veel onderwerpen onder vallen. Daar krijgen zij een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister blijft medeverantwoordelijk. Net als de minister moet een staatssecretaris verantwoording afleggen aan het parlement.
De staatssecretaris maakt geen deel uit van de ministerraad, maar schuift aan als het specifieke beleidsterrein aan bod komt, of om de minister te vervangen. Een staatssecretaris heeft geen stemrecht in de ministerraad. Soms mag een staatssecretaris zich in het buitenland minister noemen. Zo mag de staatssecretaris van Economische Zaken, die Nederland vaak vertegenwoordigde in handelsdelegaties en op internationale conferenties, zich in het buitenland ‘minister van Buitenlandse Handel’ noemen.
De staatssecretaris legt zelf verantwoording af in de Tweede Kamer. Mocht die het vertrouwen opzeggen, dan mag de minister blijven zitten, maar als medeverantwoordelijke is het goed gebruik dat die ook opstapt.
Staten-Generaal
De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Beide Kamers controleren de regering en zijn (mede)wetgever. De Kamers hebben speciale rechten om die taken goed te kunnen uitvoeren. De Staten-Generaal (ook wel parlement) controleert het beleid van de regering (het staatshoofd en de ministers). Ook heeft de Staten-Generaal een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
Statenleden
Statenleden zijn de volksvertegenwoordigers van de provincie. Zij bepalen het beleid van de provincie op de belangrijkste punten, en controleren de Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten stellen commissies met elk een eigen beleidsterrein in, zoals ruimtelijke ordening en wonen. Hoe meer inwoners een provincie heeft, des te meer Statenleden een provincie heeft. De provincie Zeeland heeft het minste aantal Statenleden (39). De provincies Noord-Brabant, Noord-Holland en Zuid-Holland hebben het grootste aantal (55).
Een bijzondere taak van de Provinciale Staten is dat zij de leden voor de Eerste Kamer kiezen. Dit gebeurt vlak na de verkiezing van de nieuwe Statenleden.
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de staatkundige relatie tussen de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
In het Statuut staat dat de landen zelfstandig hun eigen aangelegenheden behartigen en samen de koninkrijksaangelegenheden verzorgen. Daarnaast geeft het regels voor onderlinge samenwerking, bijstand, overleg en staatsinrichting van de landen.
Het Statuut kwam in 1954 tot stand. Sindsdien hebben de landen van het Koninkrijk een gelijkwaardige positie en behartigen de landen zelfstandig hun eigen aangelegenheden. Het is alleen mogelijk het Statuut te wijzigen als alle landen van het Koninkrijk daarmee instemmen. De Nederlandse Grondwet en de Staatsregelingen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn ondergeschikt aan het Statuut.
Stemgerechtigde
Een stemgerechtigde is iemand die het recht heeft om zijn stem uit te brengen bij een verkiezing, iemand die bevoegd is om te stemmen, het actief kiesrecht heeft, ook wel kiesgerechtigde. In Nederland is in principe elke meerderjarige kiesgerechtigd. Immigranten zonder Nederlandse nationaliteit zijn kiesgerechtigd op lokaal niveau (dus alleen bij gemeenteraadsverkiezingen) als zij ten minste vijf jaar legaal in Nederland wonen.
Stemmingen
De Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden nemen besluiten door al dan niet na een debat over een onderwerp te stemmen. Bij het stemmen velt iedere volksvertegenwoordiger op basis van eigen inzicht en overtuiging een oordeel. Wel bepalen fracties als regel of zij voor of tegen stemmen. Dat heet fractiediscipline. Voor sommige onderwerpen kunnen zij deze loslaten, vaak is dat een besluit uit de voorafgaande fractievergadering.
Stemmingen kunnen bij handopsteken per fractie, hoofdelijk of schriftelijk zijn. Dat laatste gebeurt meestal bij personen, bijvoorbeeld bij het kiezen van een nieuwe ombudspersoon of in het geval van de Tweede Kamer een nieuwe voorzitter.
Stenografisch verslag
Van elk debat in de Tweede Kamer maakt de Dienst Verslag en Redactie (voor 1 mei 2004 door de Stenografische Dienst) een woordelijk stenografisch verslag. Deze verslagen komen met de uitslagen van stemmingen terecht in de Handelingen, tenzij opmerkingen zoals vloeken of beledigingen door de voorzitter met de schrapbepaling uit het verslag zijn gehaald. Dit worden ook wel lijken genoemd. Als bijlagen staan Kamervragen en Kamerstukken opgenomen in de handelingen. De handelingen kregen in het verleden als boeken een plek in de Handelingenkamer van de Tweede Kamer. Een lege plek was er in de oorlogsjaren toen de Tweede Kamer niet bijeenkwam en er dus geen verslagen waren. Als herinnering aan deze zwarte periode voor Nederland is daarom een plank leeggehouden voor die jaren.
Subsidie
Landelijke partijen kunnen een subsidie van de Rijksoverheid ontvangen. Zij moeten hiervoor wel aan een aantal eisen voldoen die staan op rijksoverheid.nl. Hoe meer zetels een partij heeft in het parlement en hoe meer leden, hoe hoger de subsidie. De hoogte van de totale subsidie aan politieke partijen hangt af van het aantal partijen dat een aanvraag indient. De Rijksoverheid heeft jaarlijks een maximum bedrag voor alle subsidies aan politieke partijen. De subsidie bestaat uit een algemeen deel voor de politieke partij zelf, een deel voor het wetenschappelijk instituut van de partij, een deel voor de jongerenpartij en een deel voor buitenlandse activiteiten.
In 2023 is een wetsvoorstel gemaakt om te regelen dat ook lokale politieke partijen subsidie krijgen. Dat begint met een basisbedrag van 250 euro per zetel, aangevuld met een variabel deel. Tijdens het schrijven van dit alfabet is dat voorstel nog niet aangenomen.
Trias Politica
De Franse filosoof Montesquieu is de bedenker van de driemachtenleer, ook wel de trias politica genoemd. Volgens deze theorie dient de staat zo ingericht te zijn dat drie machten van elkaar gescheiden zijn en elkaars functioneren bewaken. Het gaat hierbij om de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Deze indeling voorkomt dat een van de machten de overhand krijgt.
In Nederland zijn de drie machten niet strikt gescheiden. De uitvoerende macht, de regering, heeft ook wetgevende taken. Deze wetgevende taken deelt de regering met de Staten-Generaal (de Eerste en de Tweede Kamer). Zowel de Staten-Generaal als de rechtsprekende macht controleren de uitvoerende macht van de regering. Raad van State, als rechtsprekende instantie onderdeel van de rechtsprekende macht, heeft zelf de bevoegdheden om het wetgevingsproces te beïnvloeden door middel van het uitbrengen van adviezen.
Troonrede
Op Prinsjesdag spreekt de koning in zijn functie als staatshoofd de Troonrede uit. De regering maakt in de Troonrede haar plannen voor het komende jaar bekend. De koning spreekt de Troonrede uit in een Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal, een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer. Het uitspreken van de Troonrede is in de Grondwet bepaald. In de Grondwet staan verder geen eisen voor de lengte en inhoud van de Troonrede. Dat kan dus per jaar verschillen.
Tweede Kamer
De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
De Tweede Kamer heeft 150 leden, die rechtstreeks worden gekozen door Nederlanders die 18 jaar en ouder zijn. De Tweede Kamer is een Hoog College van Staat.
Ultimatum
Een ultimatum is een laatste eis, voordat men tot actie overgaat. Ultimatums kunnen in allerlei kringen voorkomen, dus ook in de politiek. Een veelvoorkomende is als vragen lang onbeantwoord blijven, een ander is bijvoorbeeld om te zorgen dat er iets gebeurt.
Verantwoordingsdag
Op de derde woensdag in mei is het Verantwoordingsdag. Op die dag maakt de Algemene Rekenkamer bekend hoe de Rijksoverheid in het afgelopen jaar met het geld is omgegaan, of ministers zich aan de regels hielden en hun zaken goed op orde hadden. Ook zit er een overzicht bij van wat er terechtkwam van de plannen die met Prinsjesdag zijn gepresenteerd.
De Algemene Rekenkamer is meer dan een jaar bezig met deze controle. Over de uitkomst gaat de Tweede Kamer in debat met het kabinet.
Verenigde vergadering
Een bijzondere vergadering is bijvoorbeeld op Prinsjesdag als de Tweede en Eerste Kamer samen vergaderen tijdens de Troonrede. Een echte vergadering is het niet, omdat er geen debat is, maar de zitting wordt keurig geopend en gesloten. Dit heet de Verenigde Vergadering. Deze vindt ook plaats tijdens een kroning.
Vergaderdag
De Tweede Kamer vergadert van dinsdag tot en met donderdag, uitzonderingen daargelaten. Dat kwam omdat vroeger de leden per koets uit allerlei delen van het land moesten komen na het vrije weekend en op vrijdag weer terug moesten. Vergaderdagen in Provinciale Staten en gemeentraden verschillen, maar staan ook vooraf vast, al zijn ook hier uitzonderingen mogelijk.
Verkenner
Een verkenner of soms meerdere kunnen in het formatieproces verkennende gesprekken voeren met de partijen in de volksvertegenwoordiging om te ontdekken welke coalitie de grootste kans van slagen heeft. De verkenner brengt verslag uit aan de volksvertegenwoordiging, waarna een debat volgt waarin vaak ook een informateur wordt gekozen die de onderhandelingen tussen de beoogde coalitiepartijen gaat leiden.
Verkiezingen
Elke Nederlander van 18 jaar en ouder met kiesrecht mag stemmen (actief kiesrecht) en kan zich ook verkiesbaar stellen (passief kiesrecht). Er zijn verschillende verkiezingen. Bijvoorbeeld die voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten en de gemeenteraad. De uislagen worden daags na de verkiezingen vastgesteld en bekendgemaakt door het Centraal stembureau, compleet met voorkeurstemmen
Verkiezingsuitslag
De officiële uitslag van de verkiezingen komt een paar dagen na de verkiezingen. Landelijk stelt de Kiesraad deze vast, lokaal en provinciaal is het een eigen centraal stembureau dat die taak heeft. Voorzitter is de commissaris van de Koning/gouverneur of de burgemeester. Tijdens de bijeenkomst kijken zij tevens wie met voorkeurstemmen is gekozen.
Volksvertegenwoordiger
Tijdens de verkiezingen gekozen personen die namens de bevolking de regering controleren. In de Tweede Kamer zijn dat 150 Tweede Kamerleden, het aantal Statenleden en raadsleden verschilt en hangt af van het aantal inwoners van de provincie, of gemeente.
Voorkeurscampagne
Een kandidaat die op de kandidatenlijst staat op een plek die mogelijk niet verkiesbaar is, kan een voorkeurscampagne voeren. Dit kan door aan zelfpromotie te doen, flyers en website te maken in de trant van: stem op nummer 21, bijvoorbeeld. Daarmee kan de kandidaat kiezers verleiden om op nummer 21 te stemmen. Afhankelijk van het aantal mensen dat gaat stemmen en de kiesdeler, kan het dan zijn dat de persoon met voorkeurstemmen alsnog volksvertegenwoordiger kan worden.
Voorkeurdrempel
Na de verdeling van zetels over de partijen bij het vaststellen van de officiële verkiezingsuitslag, stelt de Kiesraad voor de Tweede Kamer vast welke kandidaten zijn gekozen. Bij de gemeenteraads- en provinciale verkiezingen doet het eigen centraal stembureau dat. Zetels worden in eerste instantie toegekend aan kandidaten die met voldoende voorkeurstemmen zijn gekozen. In dat geval moet de kandidaat wel de voorkeurdrempel hebben gehaald.
De voorkeurdrempel voor de Tweede Kamerverkiezing is 25 procent van de kiesdeler. Dat geldt ook voor Provinciale Staten en grote gemeenteraden. Bij gemeenten met minder dan 19 raadszetels bedraagt de voorkeurdrempel 50 procent van de kiesdeler.
Voorkeurstemmen
Een kiezer kan op de buurman stemmen, op een bekende, of op een politicus waar een band mee bestaat of sympathie voor is. Over het algemeen is een stem op een ander dan de lijsttrekker een voorkeurstem, omdat de kiezer daarmee aangeeft dat een andere kandidaat de voorkeur heeft boven de nummer één van de lijst. Hiermee kan een kandidaat op een onverkiesbare plek een kandidaat die wel verkiesbaar stond van de zetel stoten.
Het aantal stemmen is leidend voor de indeling van de fractie. Al kan een kandidaat altijd nog afzien van een plek in de fractie. Of er kan uit de geloofsbrieven blijken dat iemand een zetel niet kan innemen, maar dat is nog niet voorgekomen. Wel dat achteraf bleek dat een kandidaat had gelogen, dit gebeurde staatssecretaris Philomena Bijlhout. Zij was slechts enkele uren in functie toen zij moest aftreden, omdat ze onjuiste informatie had verstrekt over haar activiteiten voor burgermilities in Suriname.
Voorzitter
Tweede Kamerleden kiezen hun voorzitter. Kamerleden kunnen zich kandideren, de kandidaten gaan in debat en alle Kamerleden stemmen op de persoon. Dat gaat met briefjes die in een stembus gaan en later worden geteld. De voorzitter van de Provinciale Staten is de commissaris van de Koning en in Limburg de Gouverneur, de voorzitter van de gemeenteraad is de burgemeester.
Vragenrecht
Als uitvloeisel van het recht op inlichtingen, waarover alle individuele Kamerleden beschikken, kennen Tweede en Eerste Kamer het vragenrecht. Alle leden kunnen zo ook buiten de debatten en de schriftelijke behandeling van (wets)voorstellen vragen stellen aan de regering. Hiervoor hebben ze, in tegenstelling tot bij het recht van interpellatie, geen toestemming van de Kamer nodig.
Ook Statenleden en raadsleden hebben recht op inlichtingen en ook zij kunnen schriftelijk en mondeling vragen stellen.
Vragenuur
Het wekelijks vragenuur in de Tweede Kamer is op dinsdag om 14.00 uur aan het begin van de vergaderweek. Dit is bedoeld om het recht op inlichtingen van de Tweede Kamer te kunnen uitoefenen. Gemiddeld melden Kamerleden zo’n veertig vragen aan voor het vragenuur. Samen met de griffiers maakt de voorzitter hieruit een selectie op advies van de griffiers. Een onderwerp moet actueel en urgent zijn. De voorzitter bepaalt ook de volgorde van de vragen. Het vragenuur is wekelijks live te volgen.
Wachtgeld
Wachtgeld is in Nederland de informele naam voor een toelage voor politici en bestuurders, die zij ontvangen na al dan niet vrijwillig vertrek uit de functie, zoals door ontslag of na beëindiging van het (verkiezings-)mandaat, in afwachting van een andere functie, een baan of een pensioen. Tot 2001 was er ook een dergelijke regeling voor (semi-)ambtenaren.
De naam wachtgeld stamt uit de tijd dat een ambtenaar formeel niet ontslagen kon worden. Als hij geen actieve functie meer had, moest hij wachten op een nieuwe betrekking.
De reden van de aparte regeling voor wachtgeld voor politieke ambtsdragers is een verhoogd afbreukrisico door, onder andere, de kans dat de betrokkene onverwacht zijn functie verliest. Niet altijd is terugkeer naar de oude baan mogelijk. Politieke ambtsdragers zijn ministers, staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, commissarissen van de koning, gedeputeerden, burgemeesters, wethouders en bestuurders van waterschappen.
Waterschap
Een waterschap is een overheidsorganisatie, net zoals de Rijksoverheid, de provincies en de gemeenten. Een waterschap zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het zorgt bijvoorbeeld voor genoeg en schoon water en bescherming tegen overstromingen. Daarvoor betalen de inwoners van Nederland belasting. Eens in de vier jaar zijn er waterschapsverkiezingen waar nieuwe leden voor het algemeen bestuur worden gekozen. Zij controleren het beleid van de waterschappen. Een deel van het algemeen bestuur is gereserveerd voor vertegenwoordigers van boeren en natuurbelangen. Zij worden niet gekozen via verkiezingen. Zij hebben zogeheten geborgde zetels. Het dagelijks bestuur van een waterschap bestaat uit de dijkgraaf en een aantal (meestal rond de vijf) andere leden. Dit bestuur is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid van het waterschap. Hun vergaderingen zijn niet openbaar, die van het algemeen bestuur wel.
Wetgevingsoverleg
Een mondeling overleg van één of meer Tweede Kamercommissies, met één of meer ministers of staatssecretarissen over een wetsvoorstel heet wetgevingsoverleg (WGO). Deze zijn vaak op maandag, omdat dat geen reguliere vergaderdag is van de Tweede Kamer. Ieder lid (ook mensen die niet in de betreffende commissie zitten) van de Kamer mag er het woord voeren en moties indienen. Deze overleggen zijn altijd openbaar. In deze overleggen nemen de Kamerleden met de bewindspersoon en diens ondersteuning ook afzonderlijke artikelen en beweegredenen van het wetsvoorstel door. Zo kunnen de leden zich in de plenaire vergadering beperken tot de hoofdlijnen van het voorstel. Dit soort overleggen zijn in het leven geroepen voor wetsvoorstellen met veel technische termen, artikelen en amendementen erin.
Wethouder
De wethouders en de burgemeester besturen de gemeente. Ze zijn samen het college van burgemeester en wethouders (college van B&W). Het aantal wethouders van een gemeente is afhankelijk van het aantal raadsleden. Het aantal raadsleden is afhankelijk van het aantal inwoners. Iedere wethouder heeft zijn eigen taakgebied, bijvoorbeeld onderwijs of financiën. De wethouder komt op voor de belangen van zijn taakgebied. Wethouders hebben hierover overleg met ambtenaren die voor hen werken bij de gemeente, maar ook met die van het Rijk en de provincie. Ze hebben ook gesprekken met bewoners, bedrijven en organisaties. Na de gemeenteraadsverkiezingen onderhandelen de leden van de raad over het aantal wethouders dat elke partij levert. Tijdens die onderhandelingen bepalen ze samen ook welke taken of portefeuilles de wethouders krijgen. De partijen dragen kandidaat-wethouders voor aan de gemeenteraad. De gemeenteraad benoemt de kandidaat vervolgens tot wethouder. De gemeenteraad controleert het werk van de wethouder. Vindt de raad dat de wethouder zijn of haar werk niet goed doet? Dan kan dit ertoe leiden dat de wethouder moet aftreden.
Xenofoob
Volksvertegenwoordigers kunnen ook xenofoob zijn, dat betekent dat vreemdelingenangst of zelfs vreemdelingenhaat uitdragen en tegen voorstellen stemmen om bijvoorbeeld meer asielzoekers op te vangen.
Yuppificatie
Volgens wat oudere ingewijden in de politiek, komt deze steeds meer in handen van young urban professionals. De ambities nemen toe, ze blijven niet heel lang volksvertegenwoordiger, maar willen graag snel hogerop.
Zetel
Een volksvertegenwoordigend orgaan bestaat uit zetels. De Tweede Kamer heeft er 150, de Eerste Kamer 75 en bij gemeenten en provincies hangt het aantal zetels af van het bewonersaantal.
Zetelverdeling
De zetelverdeling vindt plaats na de vaststelling van de officiële verkiezingsuitslag door de Kiesraad of het centraal stembureau. Dit gebeurt enkele dagen na de verkiezingsdag. Aan de hand van percentages stemmen en de kiesdeler bepalen de leden van de Kiesraad / het centraal stembureau hoe de zetels over de gekozen partijen verdeeld moeten worden volgens de verkiezingsuitslag.
Zitvlees
Volksvertegenwoordigers en politiek bestuurders moeten bezitten over zitvlees. Een wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer kan bijvoorbeeld al twaalf uur duren. Ook reguliere vergaderingen van Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden kunnen lang duren, soms tot diep in de nacht.
(c) Verhalenschepper Elske Koopman. Aanvullingen, opmerkingen, vragen of het alfabet als pdf ontvangen? mail naar elske@verhalenschepper.nl.