Innovatie kan een dolende economie weer op weg helpen. De overheid stimuleert de aanvraag van regelingen, subsidies en krediet. Op pad met innovatieadviseur Gerwin Woelders van SenterNovem.

Het is vooral veel papierwerk waar innovatieadviseur Gerwin Woelders mee te maken heeft. Hij beoordeelt aanvragen, bezoekt bedrijven, geeft voorlichting en schrijft mee aan wetteksten. Zijn werkterrein is de Wet bevordering speur- en ontwikkelwerk (WBSO) op ICT-gebied. De WBSO is een fiscale stimuleringsregeling die voor alle ondernemers –van starter tot multinational– een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelwerk compenseert. Dat kan gaan om producten of processen, nieuwe software of onderdelen daarvan. Vanuit Zwolle legt Woelders jaarlijks ongeveer dertig bedrijfsbezoeken af door het hele land. Hij controleert of bedrijven de regeling terecht hebben aangevraagd, of zij wel iets hebben ontwikkeld en of ze hun administratie op orde hebben. Daarnaast geeft hij voorlichting over mogelijke andere regelingen waar het betreffende bedrijf recht op heeft. ‘Het leukste van dit werk is dat je ICT-trends volgt en nieuwe ontwikkelingen als eerste voorbij ziet komen. Het ene moment zit ik bij een groot bedrijf als TomTom, het andere moment op een zolderkamertje bij een startende ondernemer thuis’.
SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, wil innovatie stimuleren. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen onder meer subsidie of fiscale aftrekmogelijkheden krijgen voor energiebesparing, duurzaam bouwen, groen beleggen, microkredieten. In 2007 kende SenterNovem in totaal 2.007 miljoen euro toe aan bedrijven en kennisinstellingen in de vorm van subsidies en fiscale voordelen. Het agentschap, dat 1.600 medewerkers telt en vanuit vier vestigingen werkt, controleert ook zelf of het geld goed wordt besteed. Daarbij kan SenterNovem een bepaald percentage van het financiële voordeel opleggen als boete.
Als de adviseur een bedrijf niet vertrouwt, kan hij het team handhaving van SenterNovem erop af sturen, dat de zaak verder doorlicht.

Chip
Payter heeft de WBSO aangevraagd voor de ontwikkeling van mobiel betalen met Near Field Communication (NFC). Managing director Remco Willemse begint met een bedrijfspresentatie voor de adviseur. Woelders begint normaliter een bezoek met de vraag hoe het bedrijf is ontstaan, maar die hoeft hij nu niet te stellen.
Het bedrijf heeft een systeem ontwikkeld waarmee je kunt betalen door je mobiele telefoon tegen een kastje aan de kassa te houden. ‘Mensen vergeten regelmatig hun portemonnee, maar bijna niemand vertrekt zonder mobiele telefoon’, legt Willemse uit. Een chip in de telefoon communiceert via NFC met een speciaal kastje aan een kassa of een chip in poster of magazine. Houd de telefoon tegen het blauwe teken met daarop “tap hier” en er is betaald, of er zijn bijvoorbeeld coupons, een voorfilm of een weekmenu op de telefoon binnengehaald. ‘Kun je de boodschappen dan ook laten bezorgen, vraagt Woelders. ‘Daar hebben we wel eens over gedacht, maar misschien moeten we daar nog eens achteraan’, reageert Willemse.
Een grote proef in Rotterdam met 1.800 consumenten en ruim 70 winkeliers, onder wie ook onderdelen van ketens zoals WE en Albert Heijn, is nu nog het visitekaartje van Payter. Willemse hoopt dat aan het eind van dit jaar heel Nederland met de mobiele telefoon kan betalen. In een testruimte met posters en tappunten toont Willemse de toepassingen nog even in de praktijk. Woelders –die zelf een informatica-achtergrond heeft– geniet zichtbaar van de mogelijkheden van dit nieuwe snufje.
Daarna geeft Woelders een korte omschrijving van zijn werk en de WBSO. Hij heeft zijn huiswerk gedaan door op de internetpagina’s van Payter te kijken en het dossier te lezen. Omdat in het dossier ook concurrentiegevoelige informatie staat, heeft Woelders net als zijn collega’s geheimhoudingsplicht.

Folders
De adviseur heeft een map vol SenterNovem-folders over mogelijk interessante regelingen voor Payter. Hij haalt ze uit de map en vertelt wat het bedrijf daaraan kan hebben. ‘We zijn hier ook om voorlichting te geven’, benadrukt hij. Willemse luistert vol aandacht en wil weten of SenterNovem ook advies geeft over octrooien. ‘Dat doen de collega’s van het Octrooicentrum Nederland en dat valt ook onder het ministerie van Economische Zaken’, zegt Woelders. ‘We willen voor de achterliggende technologieën nog octrooi aanvragen, maar hebben intern een discussie over wanneer, voor welk deel en of we dat ook in het buitenland moeten doen’, schetst Willemse zijn vraag. ‘Het hangt ervan af waar je het vast wil leggen, maar dat kan ook al op basis van een concept, vraag het nog even na bij het Octrooicentrum’, reageert Woelders.
Als de adviseur de mogelijkheid voor een aanvraag van de Groeifaciliteit en het Innovatiekrediet aankaart, veert Willemse op. Hij heeft gemerkt dat het investeringsklimaat is veranderd sinds het begin van de kredietcrisis. Daarom vestigt de overheid volgens Woelders extra aandacht op deze kredietregelingen.

Administratie
Als de informatiemap leeg is en alle folders met verschillende regelingen en subsidies op tafel liggen, vraagt Woelders naar de administratie. De subsidieaanvraag en correspondentie met SenterNovem zit in een ordner. Woelders herkent de map als die van één van de vijfhonderd commerciële tussenpersonen op het gebied van subsidies. Hij rekent voor dat die bedrijven met tien procent provisie ongeveer 50 miljoen euro verdienen alleen al aan de WBSO. ‘Maar de intermediairs zijn wel een belangrijk marketingkanaal voor ons’.
Woelders pakt de subsidieaanvraag van Payter erbij om te laten zien hoe eenvoudig een aanvraag is. Die beslaat anderhalf A4 en bevat vooral door Payter aangeleverde teksten over het product. Maar Willemse vindt een tussenpersoon wel handig, omdat hij zelf vaak vergeet wanneer een subsidie moet worden aangevraagd en hij geen zicht heeft op alle regelingen. ‘Ik hou me liever bezig met de ontwikkeling en niet met deze dingen’, zegt hij, wijzend op de map.
De complete administratie van de producten, verslagen van overleggen en de volledige ontwikkeling van bijproducten staan in de bedrijfslaptop. ‘Prima, ik heb wel eens meegemaakt dat ik zes ordners met verse printjes kreeg. Zonde van het papier’, zegt Woelders. Hij bekijkt verschillende documenten en af en toe schrijft hij wat op. ‘Keurig. Zo zie ik het niet vaak’. Willemse is blij met deze bevestiging dat het bedrijf de zaken op orde heeft.
Woelders ziet nog wel een achterstand in de loonadministratie die grote gevolgen kan hebben. De gewerkte uren en loonkosten van Willemse, die nu als enige onder de WBSO valt, zijn nog niet verrekend met de belastingdienst. Zijn bedrijf heeft daardoor nog geen WBSO-voordeel gekregen. Het gaat hier om een bedrag van 15.000 euro. ‘De WBSO moet per maand worden verrekend met de loonheffingen. Daar moet u een correctiebericht over sturen aan de belastingdienst, anders kan je boete krijgen en dat is zonde van het geld’.
Na twee uur vooral praten en bekijken van documenten, dankt Willemse de adviseur van SenterNovem voor zijn bezoek. ‘Ik vind deze persoonlijke aandacht wel prettig en heb veel nieuwe dingen gehoord. Die verrekening maak ik snel op orde en we kijken zeker ook nog even naar het octrooi- en de kredietmogelijkheden. Dit zou wel eens het verschil kunnen maken om iemand aan te nemen’.
Woelders zal in de trein terug naar Zwolle al beginnen aan zijn verslag van dit bezoek. ‘Daarin geef ik een stuk voorlichting door de mogelijke regelingen nog even op een rijtje te zetten. Het administratieve deel was goed, compleet en het kan nooit te veel zijn. Ik attendeer het bedrijf wel op de verrekening van de loonheffingen en geef daarbij een rekenvoorbeeld. Ze hebben nu de WBSO nog helemaal niet benut.’

WBSO

De oudste en meest aangevraagde regeling op innovatiegebied is de WBSO, de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk. De regeling bestaat veertien jaar en biedt ondernemers de kans een deel van de loonkosten terug te krijgen voor het ontwikkelwerk doordat zij recht hebben op een speciale aftrekpost. De regeling is voor startende ondernemers extra interessant: de eerste drie jaar mogen zij zestig procent van de loonkosten aftrekken van de belasting. Bedrijven die langer dan drie jaar bestaan, mogen 42 procent van de loonkosten aftrekken. In 2007 is 501 miljoen euro uitgegeven aan de regeling en in 2008 ongeveer 530 miljoen euro op een totaal innovatiebudget van 847,6 miljoen euro.

Boetes

De boete die medewerkers van SenterNovem kunnen opleggen, varieert van nul tot 100.000 euro of bij hogere bedragen 20 procent van het toegekende bedrag. ‘Een boete van nul euro geldt als een dringende waarschuwing. Daar kunnen we naar verwijzen en hoger straffen als het nog eens gebeurt’. Meestal krijgen bedrijven daarmee te maken door slordigheden in de administratie, of omdat het beloofde project nog niet is uitgevoerd, terwijl wel van de WBSO gebruik is gemaakt. Woelders heeft vorig jaar dertig bezoeken afgelegd en zes boetes opgelegd. ‘Daar zaten er een paar van een paar duizend euro tussen. Dat klinkt vaag, maar meer kan ik er niet over zeggen’.