Kèk nâh! Kap nâh, lekkâh belangrék! Dat riep iemand achter mij uit vlak nadat de rook optrok. Ongetwijfeld die ene met het petje en de ADOsjaal. Ik sta ongeveer vijf rijen van het zojuist onthulde standbeeld af. Daar staat hij: Haagse Harry vereeuwigd in keramiek met naast hem een keramieken hoopje Kak. Het voorplein van de Grote Markt in Den Haag staat vol. Zo vol dat de ambulance er maar met moeite doorheen komt. Ondanks de gillende sirenes.

Een uur eerder waren de eerste mensen al aanwezig. Schuilend voor de sneeuw onder de vele luifels om het voorplein heen. Ook keken de mensen mee vanuit omliggende gebouwen, zoals De Volharding.

Langzaam stroomde het voorplein vol en de zon kwam door. Ragmob speelde een mopje en een deel zong mee met de band. Om het netjes te zeggen het ‘welgestelde’ deel van het publiek.

Want het was een mengelmoes op het overvolle plein. Van jong tot oud, van bekende tot onbekende Hagenaars en Hagenezen, onbekenden en vrienden van Marnix Rueb, de geestelijk vader van Haagse Harry die in 2014 overleed, mannen en vrouwen, arm en rijk, werkzaam en werkeloos, net gekleed en voddenbalen, dronken en nuchter, high en met beide benen op de grond, nat en droog, En even was een glimp te zien van het beeld, toen de rookmachine werd aangezet. Boven het ronde doek om het beeld heen kringelde steeds meer (wiet?)rook in het donker wordende Den Haag.

Vooraan stond de familie van Marnix en enkele goede vrienden. Ook een dronken man in witte jas met capuchon die naar zijn biertje tuurde en aansluiting zocht bij weduwe Nienke. Toen wethouder Joris Wijsmuller arriveerde begon Sjaak Bral met zijn komische noot bij de onthulling. Hij keek uit op zijn goede vriend die aan het dak van het pand van Grieks restaurant Irodion preikte met zijn verzinsel Haagse Harry. Het stripfiguur dat nu in keramiek is gehuld met bij zijn hart een beetje as van Marnix. “Want as hoort bij Marnix”, aldus Bral. Hij zei ook dat hij dit alles graag had opgegeven als hij daarmee zijn vriend had teruggekregen, maar dat kan niet.

Tot in de Grote Marktstraat kreeg hij bijval van het toegestroomde publiek. Met veel onbekende en een aantal bekende gezichten. Bral prees de wethouder Joris Wijsmuller, omdat door zijn toedoen het beeld er zo snel kon komen. Waar het eerder tijd was voor bijpraten en spontane kennismakingen in het publiek, kwam nu het moment van de officiële handeling. Terwijl de rook boven het doek met de beeltenis van Haagse Harry en aansprekende teksten in plat Haags steeds steviger kringelde en het publiek haast bedwelmd werd door wietdampen, riep Bral Wijsmuller naar voren. Die memoreerde hoe hij bij de herdenking in het Paard met pizzatas even tussen wat vergaderingen door Marnix had herdacht. Toen riep hij diens dochter naar voren en samen telden ze af van tien tot nul.

Bij nul ramde Jody op de rode knop en een seconde later viel de hand van de wethouder op de hare. Het doek viel en daar in de rook – het leek de werkkamer van Rueb wel als hij daar aan het werk was- stond Harry in het groot op zijn shirt Kap Nâh!! Lekkâh Belangrèk met naast hem een drol.
    
En achter zijn rug stak hij zijn middelvinger uit naar de Grote Markt en daarachter de grote kerk. Koos zette er snel een flesje bier op. Na de nodige foto’s en selfies was het tijd om aan het bier te gaan. Onbekenden en vrienden van Marnix dronken er eentje op hem. Of meer. En zoals cabaretier Marcel Verreck zei: Den Haag heeft er een selfieplek bij. Al hoopte een deel van de aanwezigen dat de tramtunnel het niet houdt en Haagse Harry met drol op het spoor onder hem pleurt. Ik hoop met Nienke vooral dat het beeld het respect krijgt wat Marnix verdient en dat het vrij blijft van graffiti. Op Marnix!