Het waren topdagen, stuk voor stuk. Zondag 23 maart waren de laatste voorbereidingen nog aan de gang en woensdag 25 maart was het einde van de NSS top in Den Haag. Even wennen vandaag dat er geen helicopter meer zoemt boven mijn hoofd, de grote constante van de afgelopen dagen. Een deel van Den Haag was even omgetoverd tot vestingstad. 

Zondag 23 maart ging ik mijn accreditatiepas ophalen in de Kerk van de Heilige Martelaren van Gorcum aan het stadhoudersplantsoen, dezer dagen de ingang voor de media. De pas moest vooraf worden aangevraagd met brief van de hoofdredacteur, kopie van paspoort, perskaart en een recente pasfoto. De envelop was kwijt. “Alles is Politiek heb ik hier niet, weet u zeker dat u geaccrediteerd bent onder die naam?”, Ik wrijf de beveiliger nogmaals de uitgeprinte mail onder de neus. Want hoewel het een papierloze top is, had ik een kopie van de mail mee, voor de zekerheid. Een collega springt in: “Die heb ik gezien”. Samen speuren ze nogmaals door de eerste doos van de rij van vijf, vol enveloppen op alfabetische volgorde, naar de envelop en ja hoor. Ergens uit het midden wordt de Alles is Politiek- envelop gevist. Ik krijg een pas en een map en mag door. Naast de rij voor de ingang staat een dame met een oranje sjaal naast een tafel vol ‘Doppers’. Design drinkflessen. Ik vraag haar waar het voor is: omdat niemand eten en drinken mee naar binnen mag nemen, deelt Dunea deze uit, om bij te vullen en deze mogen mee naar binnen en weer mee naar buiten.

De deur wordt beveiligd door marechaussee, leger, politie en er staan ook ambulancemedewerkers. En weer dames met oranje sjaaltjes. “Wij werken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en helpen u als u vragen heeft”. Aha. Ik krijg een rij toegewezen. Er zijn vijf poortjes op een rij, maar vandaag, de dag voor het begin, zijn er maar twee open. Als ik een seintje krijg, moet ik langzaam naar voren lopen en in de camera links voor in het hokje kijken. Ik liep te snel en moest terug tot achter de streep. De tweede poging is goed. Ik ben binnen. Ik moet linksom over het bruggetje en dan wijst het zich vanzelf. Overal staan hekken en buiten lopen de vrije mensen, nieuwsgierige buurtbewoners vooral. Binnen lopen organisatoren met groen koord, pers met geel koord, beveiliging met groen geel koord en , gastvrouwen met oranje koord en delegatieleden met blauw koord. Ik ga de buurt verkennen en mag bijna overal komen, behalve in het World Forum zelf: dat is alleen voor de belangrijke mensen.

Het perscentrum naast Brasserie Berlage is nog nagenoeg leeg. De tuin van het gemeentemuseum is bezet door een tent. De zuilenrij deelt het perscentrum in twee en aan beide kanten staat een tuinbeeld tussen linten. Aan de achterkant is een opening gemaakt met een toiletcontainer. Koffie en water (met en zonder bubbels) is vrij verkrijgbaar. Voor de rest moet worden betaald. In de ruimte ernaast is een balie met IT-hulp, een VVV-stand, een kraam van gemeente, NFI en Rij. Waar normaal dekassa is, kun je vouchers kopen. Voor een snack twee euro, voor ontbijt elf euro, voor lunch 17,50 en diner is 35 euro. Ik loop door naar de zaal voor de persconferentie. De eerste is om 16 uur met minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken, Premier Mark Rutte en burgemeester Jozias van Aartsen. Het gloednieuwe dak boven de tuin maakt dit een ideale plek voor zulke bijeenkomsten. Alleen de zon is spelbreker, die maakt dat ik bijna mijn zonnebril wil opzetten. Op het dak zie ik mannen lopen. Scherpschutters? Zij hebben grote kokers in hun hand. Dan loopt er eentje over de randen van het glas. Geen sensatie, de lichtinval is ook de organisatie opgevallen en een deel van het glas wordt afgedekt.

Ik loop naar het Fotomuseum. Het restaurant is open voor personeel, ambulancemedewerkers, leger, marechaussee, politie en de brandweer krijgt buiten een briefing. Ik zwaai met mijn gele koord en vraag of ik mag eten, want ik heb nog geen voucher. “Mevrouw, wij hebben niks gehoord over een voucher en iedereen mag hier gewoon pakken”, zegt een pokdalige jonge man, vast een vriendelijke goedwillende student. Ik zwaai nogmaals en vraag of het dan wel voor de pers is. “Ik heb niet gehoord dat het niet voor de pers is, dus ga uw gang. U kunt hier pakken, of beneden”. Ik pak wat brood, brie, een kroket en een vruchtensap en ga tussen de rest zitten. Het smaakt heerlijk. Daarna weer snel de zon in en ja hoor, daar is hij weer. Continue zoemt er wat boven mijn hoofd, soms hoor ik het niet eens meer, maar soms dendert het als een schroefboor mijn schedel binnen.

Nu is het er eentje, soms zijn het er drie tegelijk. Ik loop verder en kom tot de ingang van het World Forum. Op de terugweg moet ik ontzettend denken aan het Klein Orkest, want de vogels vliegen hier over de hekken van de vesting. Druk met het maken van nesten, zo zie ik aan de materialen in menig passerende snavel. Ik loop eerst langs een serie zendwagens, SNG’s, klaar voor live verslagen en het doorsturen van beeld- en geluidmateriaal. En dan langs de hekken, waar de buurt geniet van een zonnige dag en van de vreemde mensen aan de andere kant van het hek. Apies kijken.

 

Dan is het tijd om terug te gaan naar de persconferentiezaal voor de eerste persconferentie. Tussendoor zijn er presentaties en panelgesprekken onder leiding van Charles Groenhuijsen, maar deze zijn lastig te volgen. Er staan namen op het scherm, maar niet wie van welke organisatie is en soms is het slecht te verstaan. De persconferentie met de drie politici met hun gezicht naar de mensen en ieder met een eigen microfoon is gelukkig wel goed te verstaan.

Daarna ben ik uitgelopen en aangezien er niets interessants meer op het programma staat, zo lees ik in mijn app, ga ik naar huis. Die app is overigens wel de ergste die ik ooit heb gezien, niet alleen de belgegevens, contactgegevens en andere zaken geef je prijs. Deze wil echt alles zien en kunnen aanpassen, ook je agenda. Privacy is hier ver te zoeken, maar nu had ik ook al niet het idee dat met een dergelijke accreditatie en open wifi iets geheim zou blijven. Ik heb stoïcijns wel steeds mijn 4g gebruikt, maar zonder de illusie dat ik dan ‘veilig’ zou zijn.

Dag 1

De eerste dag van de top. Begeleid door de helicopters ga ik naar het terrein. De rij voor de ingang lijkt enorm, maar de politie krijgt een briefing precies voor de ingang, ik mag doorlopen. Een tijdje wachten en jawel, alle vijf de hokjes in de kerk zijn nu open. Ik moet even wachten in de meest rechtse rij en praat met de beveiliger. Dan mag ik naar voren. Ik loop langzaam en nu had ik nog iets gezegd en met mond open herkent het ding me niet. Dus weer terug. De tweede keer keek ik te veel naar de beveiliger voor me, concentrerend op het dicht houden van mijn mond. Weer niet goed. De derde keer lukte het wel. De routes zijn veranderd en we moeten nu linksom naar het gemeentemuseum. Met een bevriend fotograaf loop ik achterom naar het World Forum. Gisteren kon je doorsteken, vandaag mag dat niet meer. Hij vertelde me dat in het OPCW-gebouw gratis koeken liggen. En inderdaad. Hier bij de ontvangst- en werkruimte voor de internationale pers liggen koeken en minireepjes. Lekker bij de koffie. Ik meld me bij de balie aan voor de bijeenkomst van het Nederlands Forensisch Instituut over forensisch nucleair onderzoek. Er zijn ook briefings en dit is de kans om onder begeleiding het World Forum in te kunnen. De app doet het niet, dus ik kan niet direct zien of ik naar binnen mag. Maar nu eerst terug voor een bijeenkomst van de internationale rechtsorganen. Van Aartsen mag dit panelgesprek openen en heeft een spiekbriefje bij de hand met enkele zinnen en veel krabbels, dus dat wordt een eigen tekst.

 

Het einde haal ik niet, want ik weet nog steeds niet of ik naar het NFI mag door de haperende app en wil toch ook even het zwaarbeveiligde deel in. Dat deel is overigens gedurende de dag steeds verder uitgebreid tot de ingang van het OPCW aan toe. Alleen binnendoor mag je binnen, niet meer over de weg. Ik mag naar binnen en na een interessante bijeenkomst, stuit ik in de verzameltent op een bordje Sherpa. De hoofdonderhandelaar van Nederland, Piet de Klerk, heeft een persbijeenkomst ingelast. Die wil ik niet missen, dus ik sluit me aan.

Veel nieuws heeft hij niet, een goede start, zegt hij. De leiders zijn al weg naar Huis ten Bosch of naar de G7 in het Catshuis en hij moet ook direct weg naar Huis ten Bosch, waar hij aanschuift voor het diner met de koning en koningin. Hier zit het er dus weer op voor vandaag. Als ik al lang en breed thuis ben en de app heb verwijderd en weer heb geïnstalleerd, zie ik dat ik me voor 10 uur de volgende ochtend kan aanmelden voor de afsluitende persconferentie. Ik overweeg nog terug te gaan, maar mijn pijnlijke voeten weerhouden mij ervan.

Dag 2

Om 7 uur meld ik mij weer en loop direct door naar de aanmeldingsdesk. Er zijn pas 140 mensen voor mij, dus ik kan er nog bij. De zaal biedt ruimte aan 400 mensen. Als er te veel aanmeldingen zijn, wordt geloot, waarschuwt de man achter de balie. Dat wordt spannend. Buiten is de afzetting weer iets soepeler, voor de ingang van het OPCW is weer vrijgegeven. Enkele militairen inspecteren de auto van Mark Rutte, die door veel collega’s het kleine beest wordt genoemd.

Het wachten is op het grote beest, the beast, bijnaam voor de auto van de Amerikaanse president. Samen met collega’s wacht ik in het zonnetje. De tijd verstrijkt en wij kletsen over werk, als een gemeentewoordvoerder arriveert ook nog even over zijn werk en enkele privézaken, koetjes en kalfjes. Een militair zorgt dat wij en de collega’s van het Jeugdjournaal niet voorbij een denkbeeldige lijn mogen. Maar ineens wenkt hij ons. Of we naar voren willen, want een deel van de perspool voor de aankomst is niet op komen dagen en er is genoeg ruimte. Dus wij naar voren. Het grootste deel van de delegaties is al binnen, maar we zien China komen en direct daarna Koningin Maxima vertrekken.

Het wachten op Obama duurt lang, hij heeft een ingelast gesprek met Kazachstan in de ambassadeurswoning. Dan maar even rondkijken en goed blijven stampen met de voeten, want het is koud. Vooral aan de voeten. Tijd genoeg om de scherpschutters te spotten. Een op het dak tegenover de ingang en eentje erachter.

En dan komt hij, vlak na de Duitse Angela Merkel en de meest besproken man tijdens de top, de Russische minister Lavrov, vanwege de bezetting van de Krim door Rusland. In het beest: de Amerikaanse president. Hij begroet ons vriendelijk met “Hi guys” en loopt naar binnen voor de slotbijeenkomst. Voor hem een korte sessie. En de groepsfoto is ook daarbinnen. Maar daar kon ik niet meer bij.

Dan is het wachten. Ik ga voor een lekkere en niet zo dure lunch snel even naar Brasserie Berlage. Gisterochtend klaagde de uitbater op Radio 1 dat hij geen drukte verwachtte en dat hij baalde van het beveiligd gebied dat zijn restaurant afsluit voor de buitenwereld. Nu loopt, of liever rent hij door een volle zaak met een rood hoofd. De tent zit vol en ook al zijn medewerkers hebben rode hoofden. Met een grote glimlach zet hij mijn lunch neer. “Ja het is enorm druk. Fijn en eet smakelijk” en hij rent weer door. Daarna is het spannend. Mag ik naar de persconferentie, of niet. Een mededeling op de schermen dat in de App de lijst beschikbaar is. En ja ik mag naar binnen. Om half drie verzamelen bij het beeld van Mandela en dan is de chaos compleet. Terwijl ik even in discussie ben met een Franse collega, haar regering houdt mond dicht over nucleair gevaar, stapt een man op het blok en roept dat we in drie groepen moeten. Cameramensen, ook die krijgen voorrang, fotografen en de rest. Ik naar de rij voor de rest, waar de brede Willem Post zorgt dat ik uit de wind sta. Letterlijk en figuurlijk. Ik krijg een sticker en mag blijven of doorlopen naar de ingang. Ik loop door met een klein clubje fotografen. De rest begreep het kennelijk niet en bleef achter op het plein bij het beeld van Mandela. Als ik in de rij sta- naast de Amerikanen, want die mogen eerst- is het uit de zon koud. Ik stamp met mijn voeten, klets met wat fotografen, de vriendelijke politieagent en de marachaussee die de doorgang ordentelijk moet regelen en tussendoor informatie krijgt via zijn oortje. De Amerikanen zien er gestresst uit, in onze rij is de sfeer gelaten. De burgemeester komt nog even langs, vast om Obama langs de Victory Boogie Woogie te loodsen. Dan gaan de deuren open en drommen de Amerikanen naar binnen. Ik zoek een plek in het midden, maar wordt even later weggestuurd, omdat ik in het Amerikaanse deel zit. Ik haast mij naar het nog bijna lege Nederlandse deel en eindig op rij drie.

De zaal stroomt vol en voor me zit Sunny Bergman die een documentaire maakt over Zwarte Piet. Zij zit naast de steller van de vraag over Zwarte Piet bij de openingspersconferentie waar premier Rutte iets te enthousiast vertelde over zijn ervaring met afschminken. Een gênante vertoning waar genoeg over is gezegd in andere media. Een deel van de zaal is leeg. Zonde voor de afgewezenen en laatkomers, zoals de collega die even kwam buurten toen ik in de rij voor de ingang stond. Maar dan komen Rutte en Obama en een deel van de aanwezigen ontpopt zich tot klapvee.

Er zijn vier vragen geselecteerd. Twee voor de Amerikaanse pers en twee voor de Nederlandse pers. Een tv-verslaggever en 1 persbureau per land. Vooral Obama gaat uitgebreid op de vragen in. Die Amerikaanse jongens zijn ook best handig in het stellen van vier vragen in één.

En dan is het afgelopen. Ik heb intussen ontdekt dat de drooglegging van het terrein op één plek wordt geschonden, dus daar ga ik even heen voor een lekkere Kruìde Baggâh van Van Kleef.

Op weg naar de uitgang kom ik nog een enthousiaste collega tegen die Obama net heeft zien vertrekken in the Beast. De president gaat nu naar de ambassadeur en daarna via Schiphol naar Brussel. Boven mij zoemt de helicopter. Nog heel even. Dan zijn de topdagen hier voorbij en wordt het weer wennen aan een stad zonder legermacht, politiemacht en gezoem.