Aan de noordkant van het historische centrum van ‘s-Hertogenbosch ligt een klein industriegebied. Het is voor vele meisjes uit de omgeving de plek waar hun carrière begon. Daar staat de fabriek van koekjesgigant Verkade. Koekjes zijn er nu alleen nog bij de koffie in het café-restaurant. De fabriek van weleer heeft plaatsgemaakt voor een cultureel centrum en ontmoetingsplek.

Architect Hubert-Jan Henket heeft er in samenspraak met de huidige gebruikers een cultureel centrum van gemaakt in opdracht van de gemeente. De totale verbouwing kostte zo´n 13 miljoen euro. De gele vloertegels van de oude expeditieruimte dragen nu cultuurminnend publiek.

Een klein industrieterrein tegen het centrum van ’s-Hertogenbosch is niet de meest logische locatie voor een cultureel centrum. Toch durfde de gemeente het aan op verzoek van enkele cultuurminnaars. Met succes. Zelfs als er geen films of voorstellingen zijn, komen mensen naar de Verkadefabriek voor een ontmoeting, een zakelijke bespreking of zomaar voor een hapje en een drankje. Het deels moderne en deels historische gebouw is een begrip geworden in de stad en de wijde omgeving. De ruimtes zijn ook te huur voor feesten en partijen, vergadersessies of andere bijeenkomsten. De inrichting is modern en bevat verschillend meubilair voor verschillende functies, zoals loungen, eten en een serieus gesprek voeren. De herinnering aan de koekjesfabriek van weleer blijft door de stalen buizen aan het plafond en de tegelvloer.

Meisjes

De meisjes van Verkade zijn in Den Bosch en ver daarbuiten nog steeds een begrip. Het waren de Bossche meisjes die na de huishoudschool aan de slag gingen in de koekjesfabriek. Hele generaties werkten er in de bakkerij, de inpakafdeling of de expeditie. De oude bakkerij maakt halverwege de vorige eeuw plaats voor productiehallen. De architect, Adolf Eibink, ontwierp ook andere fabrieken voor Verkade. Zijn werk in ’s-Hertogenbosch bestaat uit een betonskelet over twee verdiepingen met een getoogde betonnenkap. Deze vroegere afzuigkap van de koekjeshal bestaat uit een staalskelet over één verdieping met een sheddak met de karakteristieke zaagtanden. Tussen het betonskelet zijn de buitenpuien geplaatst van baksteen borstweringen en stalen kozijnen. Deze delen staan nog overeind. Alle andere bouwwerken en de later gebouwde bedrijfshallen zijn gesloopt. Deels omdat ze vergaan waren, te lelijk, of omdat ze niet meer voldeden aan de wensen van deze tijd. Henk van Laarhoven van architectenbureau Henket: “De ruimte van de kleine theaterzaal is herbouwd, omdat de nieuwe technische snufjes niet in het oude bouwwerk verwerkt konden worden. Het is wel in de oude stijl herbouwd.”

Theater Bis

“Het begon allemaal met Theater Bis. Een simpel theater met één zaal en we wilden wat anders`, zegt één van de initiatiefnemers Jos Dolk. Vanuit Theater Bis groeide de groep met Theatergroep De Wetten van Kepler, Productiehuis Brabant, Amateurtheaterschool Picos en Filmhuis Jeroen. De initiatiefnemers wilden een kunstcluster neerzetten. Een theater met ruimte voor andere kunsten. Het gebouw moest groot genoeg zijn voor meerdere groepen en ook genoeg oefenruimten hebben. Toen de gemeente de oude Verkadefabriek aankocht, heeft de groep interesse getoond. De gemeente ging akkoord en de ontwikkeling van een kunstencentrum kon beginnen. De architect werd ingehuurd en de toekomstige gebruikers dachten intensief mee. Onderling verdeelden zij de taken. Jan van der Putten werd directeur en Dolk nam samen met anderen de technische kant voor zijn rekening.

Sheddaken

Architect Hubert-Jan Henket heeft in zijn ontwerp voor het kunstcluster de karakteristieke eigenschappen van de oude Verkadefabriek behouden. De sheddaken bleven en zijn doorgevoerd in de nieuwbouw. De driehoekige vormen van de daken maken dat er vrijwel overal in het gebouw daglicht is. De ruimtelijkheid van de lichtinval valt meteen op als je het pand betreedt. Van alle kanten komt het licht je tegemoet.

De oude bakkerij en expeditiehallen zijn verlengd met nieuwe gedeelten. De achttienduizend oude gele vloertegels zijn verwijderd, schoongebikt en teruggeplaatst in de hal, die nu in gebruik is als café-restaurant. De gele tegelvloer loopt door naar buiten op het terras, wat het idee geeft dat binnen en buiten in elkaar overlopen. De verdiepingsvloer -van de vroegere koekjeshal- is open gezaagd voor een ruimtelijk effect. Op de eerste verdieping zijn de kantoren gevestigd. Verder zijn er in het cultureel centrum de grote (270 stoelen) en de kleine zaal met 106 stoelen, filmzalen, vergaderzalen en repetitieruimten. Wie voor een voorstelling in de grote zaal komt en nog even moet wachten neemt plaats in de serre, pal voor de ingang van de zaal. Glas reikt tot het plafond en tegen het glas staan vrolijke banken om zittend het begin van de voorstelling af te wachten. De glazen pui is voor de voorkant van de Verkadefabriek geplaatst. Twee kunstenaressen, Jolanda Huntelaar en Roosje Klap, hebben daar in verschillende kleuren de letters Verkadefabriek opgezet en ook gespiegeld. “Het kunstwerk hoort niet bij ons ontwerp, maar wij hebben wel uitdrukkelijk gezegd dat er iets met de gevel mocht gebeuren”, zegt Van Laarhoven. Op de wand is ook een lichtkrant aangebracht waarmee de leiding van de Verkadefabriek zelf teksten of afbeeldingen op het glas kan laten verschijnen. De invloed van de toekomstige gebruikers is vanaf het begin groot. Zij praten mee over het ontwerp en kunnen ook hun wensen aangeven. Zij brengen ook enkele kleine vaak technische veranderingen in het ontwerp aan. De gebruikers nemen verder de hele inrichting op zich.

Kleuren

In het cultureel centrum is veel gewerkt met kleuren. De filmzalen hebben bijvoorbeeld allemaal een andere kleur. De grootste heeft lichtpaarse muren en blauwe stoelen, de middelste gele muren en groene stoelen, de kleinste heeft een blauw met oranje motief op de muur en grijze stoelen. De grote theaterzaal heeft knalrode stoelen, net als veel oude theaters. In het café-restaurant staan comfortabele banken om wat te loungen of chillen. In het midden staat een grote leestafel en daarachter is de ruimte om te genieten van een hapje of een drankje. Aan het plafond van het café hangen grote stalen buizen die nog een beetje doen denken aan de fabriek van weleer. Anders dan toen kun je nu verder kijken dan dat plafond naar de eerste verdieping met kantoorruimten. Grote televisieschermen tonen de te verwachten films en voorstellingen. Aan het bovenste plafond hangen de ellipsvormige lampen met rose glas. Ook de rest van de ruimte is sfeervol verlicht met oog voor detail in de verschillende lampenkappen. Grote koperen lampenkappen verlichten bijvoorbeeld de leestafel, kleine effen oranje/bruine lampen de loungeruimte.

Toiletten

Een speciale vermelding bij de inrichting is voor het tegelwerk rond de toiletten. De Verkadefabriek en de geschiedenis zijn vastgelegd op zwartwitfoto´s die zijn verwerkt op de tegelmuur voor de ingang van het toilet. Het geeft een goed beeld van het oog voor detail en de geest van de kunsten die de oplettende bezoeker in het hele gebouw terugziet. Volgens Van Laarhoven heeft vooral directeur Jan van der Putten zich hard gemaakt voor de inrichting. Hij heeft Piet Hein Eek ingehuurd voor de inrichting van het café-restaurant. Van der Putten is erin geslaagd de uitstraling van weleer te combineren met de functies van nu, waardoor de Verkadefabriek een begrip is geworden op cultureel gebied.

Architect Hubert-Jan Henket

Hubert-Jan Henket (1940) studeerde in 1969 cum laude af aan de afdeling Bouwkunde van T.H. Delft. Daarna studeerde hij een jaar stedenbouw aan de Otaniemi Universiteit in Helsinki. Na enkele jaren werken begon hij in 1976 zijn eigen bureau Hubert-Jan Henket architecten. Nu heet het Henket&partners architecten. Henket is ook actief in het architectuuronderwijs.

Uitgangspunt in het werk van Henket is: Architectuur is gebruikskunst, het ruimtelijk vormgeven van sociale structuren. Henket wil menselijke behoeften realiseren en hun dromen verbeelden. De architect is inspirator én dienaar. Hij zoekt naar de essentie en naar evenwicht in alle aspecten van een gebouw. Het ontwerp is gericht op de toekomstige functie met lichtheid, helderheid, rust en transparantie. Henket vindt daarbij de intensieve samenwerking met de gebruikers in het ontwerp essentieel.

Henket is onder meer verantwoordelijk voor de verbouwing van het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen, het MECC in Maastricht en het Catharijneconvent in Utrecht. Voor zijn werk kreeg hij vele prijzen. In 2003 is hij bijvoorbeeld onderscheiden tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in november 2004 ontving hij de BNA Kubus.

Verkadefabriek ´s-Hertogenbosch

Oppervlakte:             5000m2 inclusief 140 parkeerplaatsen

Investeringsbedrag:  13 miljoen euro

Eerste ontwerp:        rond 1950

Architect:                  Adolf Eibink

Nieuw ontwerp:        2000 – 2001

Oplevering:               2004

Opdrachtgever:        Gemeente ’s-Hertogenbosch

Initiatiefnemers:       Theater Bis, Theatergroep De Wetten van Kepler, Productiehuis Brabant, Amateurtheaterschool Picos en Filmhuis Jeroen

Architect:                  Henket & partners architecten

Hubert-Jan Henket, Henk van Laarhoven, Yvonne Segers, Janneke Bierman, Teresa van Rosmalen

Adviseurs:                 Arcadis

D3BN

Huisman & van Muijen

Adviesbureau Peuts en Associés bv

Bremen Bouwadviseurs

Landschapsarchitect:           MTD Landschapsarchitecten

Inrichting café:         Piet Hein Eek

Aannemer:                BDW Bouwgroep