De schepen van Rijkswaterstaat zijn oud, sommige varen al een kwart eeuw. Onlangs nam de dienst een schip van tien jaar over van de politie. Deze nieuweling, de RWS 21, houdt als verkeersregelaar de wateren rond Dordrecht veilig.

Arco van Rijsbergen (28) is de gezagvoerder op de RWS 21 en leidt de schippers op om te varen op de RWS 21. ‘Dit schip is stabiel en maakt weinig geluid, bovendien heeft ‘ie airconditioning’, zegt hij over het nieuwe schip. Nou ja, het is een tien jaar oud tweedehandsje van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), maar de gele kleur, kenmerkend voor Rijkswaterstaat, is nieuw. Verkeersleider Harry van Dongen (47) waarschuwt voor de hoge opstap om de kajuit binnen te komen. ‘Dat is ook een verschil, bij de oude kun je gewoon doorlopen’, zegt Van Dongen. Assistent gezagvoerder Michel Paans (24) maakt het schip los van de steiger voor de verkeerscentrale, waar het waterverkeer wordt geregeld, in standplaats Dordrecht. Deze ochtend hebben zij patrouilledienst in het district Merwede & Maas.

Soms gebeurt er niets tijdens een patrouille, of ligt het schip een halve dag in de werf, zoals in de eerste vaarweek van de RWS 21, omdat de schroef werd vervangen. De bemanning voer toen op een reservevoertuig.  De hoofdtaak is om het verkeer in goede banen te leiden op de drukke vaarroute waar binnenvaart, zeevaart en pleziervaart elkaar tegenkomen. ‘Je bent er voor iedereen’, aldus Van Rijsbergen. In hun werkgebied ligt ook het drukste vaarknooppunt ter wereld, waar drie rivieren samenkomen: de Merwede, de Noord en de Oude Maas. Rijkswaterstaat is als enige 24 uur per etmaal op het water in ploegendiensten, meestal met dezelfde teams. ‘De politie werkt met piketdiensten en soms bellen we die ’s nachts als er echt wat gebeurt’, zegt de verkeersleider.

Het is een regenachtige winderige dag. ‘Het weer werkt niet zo mee, normaal is het drukker’, zegt Van Dongen, als het schip richting de vaarweg Noord vertrekt. ‘De brug is net gedraaid en dan heb je hier gewoonlijk veel jachten die door de Dordtse Kil varen, vaak aan de verkeerde kant. Ze moeten stuurboord houden, maar dat doen ze niet allemaal. Dan ren ik naar buiten om ze terecht te wijzen.’ Nu gaat het goed. De paar jachtjes houden keurig rechts aan.

Boete

Hij wijst rechts naar de met gras begroeide kade. ‘Zie je dat grasveldje? Daar zijn soms zwemmers. Dat mag niet, dus die sturen we weg.’ Nu, tussen twee regenbuien, is het veldje leeg. ‘We hebben hier laatst ook een malloot gehad die naar de overkant zwom. Op dit drukke vaarwater. We hebben hem aan boord genomen en de KLPD ingeseind. De politie wachtte ons aan de oever op en gaf meteen een boete’, vervolgt Van Dongen.

De verkeersleider mag zelf als bijzonder opsporingsambtenaar ook boetes uitdelen. ‘Alleen als iemand moedwillig kwaad doet, bijvoorbeeld door olie te lozen, krijgt hij meteen een bon. Maar ik deel vooral waarschuwingen uit.’ Bijvoorbeeld bij een met zand gevuld schip dat ligt afgemeerd naast een groot schip vol auto’s. ‘Die gaan we even aanspreken. Zo dicht bij de brug mogen aangemeerde schepen maar vijftien meter uitsteken vanuit de kant.’ Hij loopt het dek van de RWS 21 op, toegeblaft door twee honden op het zandschip. De eigenaar wist niet dat hij in overtreding was. Omdat het schip met de auto’s binnen een uur vertrekt en er geen uitwijkmogelijkheden zijn, ziet de verkeersleider het door de vingers. ‘Je moet er geen politiestaat van maken. Je kunt iedereen wel meteen wegsturen of bekeuren, maar daar maak je geen vrienden mee’, redeneert hij.

Van Rijsbergen bestuurt het schip vanachter zijn apparatuur, een radarscherm, veel verschillende meters en rechts een digitale vaarkaart. Hij kijkt rond en volgt de gesprekken over de marifoon. ‘Als we beschadigingen zien aan de waterwerken, zoals bruggen, de oevers of aan kribben, dan stellen we de beheerder van het gebied of werk direct op de hoogte.’ Als de gezagvoerder even naar het toilet moet, neemt zijn assistent Paans, die nu vier maanden bij Rijkswaterstaat vaart, de besturing van de RWS 21 over.

Dan springt Van Dongen op. ‘Die kinderen mogen daar helemaal niet zijn, ga eens wat meer naar de kant’, zegt hij en wijst naar een krib vlak voor hem. Het naderende schip is voor de meiden genoeg om van het puntje van de krib naar de oever te rennen. De golven die de RWS 21 maakt met de motor, overspoelen het einde van de krib waar net de tieners nog stonden. ‘Zie je, die golven maken het gevaarlijk en glad.’ De kinderen zijn inmiddels te ver weg om nog een reprimande te geven.

De sfeer op de RWS 21 is gemoedelijk. De mannen praten wat en lijken niet continue de oevers af te speuren. ‘Op den duur weet je waar je moet kijken’, zegt Van Dongen die zelf van de binnenvaart komt, net als veel collega’s. Van Rijsbergen heeft gevaren bij een rederij.

Geen taxibedrijf

Een werkdag is hier nooit te voorspellen. De ene keer  moet ambulancepersoneel naar gewonden op het water worden gebracht of assisteert het schip bij het zoeken naar drenkelingen. Een andere keer ligt het schip ergens op wacht, zoals bij afsluiting van de waterweg vanwege een tewaterlating van een nieuw schip of een lek in een leiding onder water. Het schip houdt ook toezicht bij evenementen op en om het water. Zo was de bemanning met een ander schip bij het huwelijk van Frans Bauer. ‘René Froger moest daar zingen en vroeg of we hem wilde overzetten. Dat mag niet. Wij houden de wacht en zijn geen taxibedrijf’, zegt Van Dongen. ‘Uiteindelijk hebben we hem toch overgezet na uitdrukkelijke toestemming van onze chef en toen is ook Frans Bauer nog even aan boord geweest’, vult Van Rijsbergen aan.

De gezagvoerder pakt zijn verrekijker. ‘Een vriend van mij heeft zo’n soort jacht’, wijst hij naar een jacht met zwarte rand, ‘maar het is hem niet.’ Hij zet de verrekijker weer naast zich. De marifoon ratelt al de hele ochtend door. ‘Soms hoor je hier scheldpartijen tussen schippers, ook al is dat verboden’, zegt Paans. De meeste meldingen komen van grote schepen die willen weten of de route vrij is, zodat ze veilig vanuit de haven de rivier op kunnen varen. Zij vragen de mensen in verkeerscentrale of er schepen in de buurt zijn. In de verkeerscentrale worden continue de beelden bekeken van radarscanners en camera’s langs de oever die een gedetailleerd zicht geven van de situatie op het water. Zij weten daarom precies wie waar vaart en waar het schip naartoe vaart.

Deze dag is het zo rustig, dat zelfs de marifoon in de loop van de ochtend af en toe zwijgt. Dan klinkt er een stem die de RWS 21 oproept. Vier jachten varen aan de verkeerde kant van de rivier. ‘We draaien om’, zegt Van Rijsbergen tegen de marifoon. Het schip kan ruim veertig kilometer per uur, maar nu even niet, omdat een naburig jacht last kan hebben van de golven achter de RWS 21. ‘Dan gaat ‘ie op één oor’, verklaart Van Dongen. Vaktaal voor omslaan van een vaartuig.

Dan schiet de RWS 21 vooruit. De verkeersleider ziet door zijn verrekijker het eerste jacht aan de verkeerde kant de bocht om varen. Van Dongen trekt snel een reddingsvest aan en loopt de voorkant van het schip. ‘U moet naar stuurboord. U heeft geluk dat hier geen duwbak  vaart, want die had u niet kunnen zien’, roept hij in de wind tegen de schipper. Die maakt excuses en stuurt zijn schip naar de rechterkant. De volgende, een Belg, wordt ook naar stuurboord gedirigeerd. In de kajuit windt de gezagvoerder zich op. ‘Zag je dat? Die Belg stuurde zo naar mijn kop, dat ging maar net goed.’

Werkgebied

Rijkswaterstaat Zuid-Holland is opgedeeld in drie districten: Haringvliet, Merwede & Maas en Nieuwe Waterweg. Zij werken allemaal aan beheer en onderhoud van vaarwegen. Ze hebben wel ieder een specialisme. Merwede & Maas heeft de scheepvaart en verkeersbegeleiding, Haringvliet bedient de sluizen Waterweg beheert en onderhoudt de grote waterkeringen in het gebied.

De vloot

Rijkswaterstaat heeft ongeveer120 schepen in de vaart. Het district Merwede & Maas heeft er twaalf, een mix van snelle patrouilleschepen en inspectievaartuigen. De meeste daarvan zijn al oud, tussen de 23 en 27 jaar oud, terwijl ze ooit gebouwd zijn voor een levensduur van tien tot twaalf jaar. Door bezuinigingen was er geen geld voor nieuw materiaal. Onlangs is wel een snelle motorboot aangekocht die 70 kilometer per uur kan en plat op het water ligt. Ideaal voor inspectie van de watersport en het varen in ondiepe wateren, zoals de Biesbosch. De RWS 21 is in augustus in de vaart genomen. Begin volgend jaar komt er een nieuw schip bij, dat nu wordt gebouwd.