Nederland kent heel wat plaatsen met een politieke geschiedenis. Een daarvan is het Augustijnenklooster in Dordrecht, waar midden in de tachtigjarige oorlog de eerste Vrije Statenvergadering werd gehouden. Vlak voor de Statenverkiezingen daarom de groeten uit het Augustijnenklooster.
Naast de Augustijnenkerk aan de Voorstraat is één van de poorten naar het voormalige kloosterterrein. Een gangetje met deurtjes links en de muur van de kerk rechts leidt tot de volgende poort naar het plein met aan de overkant de huidige Statenzaal. Nu is het hier rustig. In 1572 was hier ongetwijfeld meer reuring, toen de roversbende van de Watergeuzen en de adel in het geniep bijeenkwamen. Deze eerste Vrije Statenvergadering in het Augustijnenklooster duurde van 19 tot en met 23 juli. Het bijeenroepen van de vergadering was een revolutionaire daad, want eigenlijk mocht alleen de vorst – Filips II – of zijn stadhouder van Holland, de graaf van Bossu, zo’n vergadering bijeenroepen.
Watergeuzen
In de eetzaal van het klooster zaten afgezanten uit Dordrecht, Alkmaar, Edam, Enkhuizen, Gorinchem, Gouda, Haarlem, Hoorn, Leiden, Medemblik, Monnickendam en Oudewater. Het bier vloeide er ongetwijfeld rijkelijk en aan spijzen ook geen gebrek, op een lege maag is het lastig vergaderen. Namens Willem van Oranje nam Filips van Marnix van Sint-Aldegonde deel aan dit overleg. Behalve de vertegenwoordigers van de steden uit Holland en vertegenwoordigers van de adel – de twee standen – waren ook de Watergeuzen aanwezig. In de persoon van Willem van der Marck. Hij was heer van Lummen, een gemeente in Belgisch Limburg, en wordt kortweg Lumey genoemd. Lumey was gevreesd. Hij veroverde op 1 april 1572 Den Brielle, de eerste stad die in handen blijft van de rebellen en raasde door tot Gorcum. Zijn werkwijze was gewelddadig en hij wilde naar verluidt als legeraanvoerder de eerste Vrije Statenvergadering verlaten. Het was een historische vergadering, het begin van de gezamenlijke strijd tegen de Spaanse overheersing.
Statenzaal
De vergadering was in de oude eetzaal. Het moet een bont gezelschap zijn geweest met rovers, adel en een afvaardiging van Willem van Oranje. Toen was de ruimte waarschijnlijk nog een eetzaal met een grote tafel in het midden en kroonluchters daarboven. De geheime vergadering kon redelijk ongezien bijeen komen, elke groep kon een eigen poort nemen en de dag erop weer een ander van de vier poorten. Allemaal moeten ze door de groene deur met een ijzeren hekje voor de spion zijn gegaan. Waarom daar? Dordrecht was gastheer als oudste stad en had de partijen uitgenodigd. De keuze voor de eetzaal komt misschien door de hoge ramen van de refter. Hier konden ze zonder pottenkijkers vergaderen. In de ramen zijn nu in glas-in-lood de wapenschilden te zien van de twaalf steden die in 1572 bij de vergadering waren. De zuilen die nu voor de zaal staan, waren er toen nog niet. De vrijheid van godsdienst, een belangrijke eis van Willem van Oranje, is hier geregeld. De verhouding met de wilde watergeus Lumey, die over troepen en wapens beschikt, is hier vastgelegd. En een derde, belangrijk punt gaat over de vraag hoe men de strijd tegen Spanje betaalt. Ook dat is hier geregeld. In Dordrecht is met deze bijeenkomst onbedoeld een natie geboren. Nu heet de voormalige eetzaal van het Augustijnenklooster, als herinnering aan de historische gebeurtenis, Statenzaal.
Het Hof van Dordrecht, zoals het terrein van het voormalige Augustijnenklooster nu heet, wordt binnenkort heropend. In de Statenzaal is dan een film te zien van Theu Boermans over de eerste Vrije Statenvergadering. De kroonluchters hangen er niet meer en de tafel is ook verdwenen.