Op 12 september gaat Nederland weer naar de stembus. Ook in Den Haag duiken de partijposters weer op en zijn de pamfletten niet aan te slepen. Terwijl partijen hun messen slijpen, kijkt Den Haag Centraal hoe politieke thema’s in de stad worden vertaald. Ditmaal: onderwijs
Den Haag kent 80 brede buurtscholen in het basisonderwijs. Kinderen krijgen hier extra les, er zijn mogelijkheden voor naschoolse opvang en kinderopvang. Iedere school mag het op zijn eigen manier invullen en dat gaat in goed overleg met de gemeente. De scholen vormen met de ouders de opvoeders en de gemeente bewaakt dat kinderen gelijke kansen krijgen. Geen wonder dat wethouder Ingrid van Engelshoven (D66, Onderwijs) deze week met de scholen het onderwijsjaar opent.
“De ouders zijn de opvoeders, maar de driehoek school, ouder, kind is erg belangrijk. Het is niet meer vanzelfsprekend dat een kind na schooltijd buiten gaat spelen. Vaak hangen ze voor de televisie en dan heb ik liever dat ze op school bezig zijn met sport of het ontwikkelen van andere talenten”, zegt Van Engelshoven, tevens partijvoorzitter van D66. In Den Haag bestaat het leerkansenprofiel, een ingewikkelde term voor extra uren les in de week (zie kader). Daarnaast zijn er zomerscholen en zondagscholen waar kinderen extra uren in de schoolbanken kunnen zitten. “Op het Johan de Wittcollege combineren ze die extra uren met een programma voor ouders, die bijvoorbeeld kunnen fitnessen of andere lessen kunnen volgen. Dat is een mooi voorbeeld van hoe het kan werken, de brede buurtschool is ook een ontmoetingsplek voor ouders die kennis en ervaring uit kunnen wisselen”.
Gestopt met leerkansenprofiel
Klaas Aalbers, directeur van basisschool Prinsehaghe heeft gewerkt met het leerkansenprofiel, waarbij zijn leerlingen extra lessen kregen. “Wij zijn ermee gestopt. Je moet goed kijken naar wat er kan en niet kan en wat goed is en wat niet. Onze kinderen zaten tot ’s middags tot half vijf op school en als ik naar het rendement keek was dat te laag. De lerende opbrengst is niet bekend, maar het huiswerk kwam in de knel en de leerlingen raakten vermoeid”. Veel kinderen hebben bovendien al andere activiteiten als muziek en sport en ook die raakten in de knel, zag Aalbers. Reden voor hem om de stekker uit het project te trekken. “Denk goed na, want het verlengen van de schooltijden is niet voor alle scholen en kinderen geschikt”, waarschuwt hij. Prinsehaghe is een multiculturele school met 38 verschillende nationaliteiten. Veel ouders zijn middelbaar tot hoger opgeleid, waardoor het geen zwarte school mag heten. Deze ouders ondernemen ook van alles met de kinderen en dat is volgens Aalbers mede de reden waarom het leerkansenprofiel of de onderwijstijdverlenging bij hem niet werkt. Volgens de wethouder is Prinsehaghe de enige school die ermee gestopt is. “Het is intensief, zo’n programma met extra uren. Dat vergt veel van de organisatie en het is belangrijk dat de school goed kijkt of het die extra uren een goede kwaliteit kan bieden. Andere scholen hebben andere ervaringen en je moet het wel de tijd geven om de resultaten te zien”.
Extra investering
Aalbers had de extra investering in de leerlingen geen probleem gevonden als deze vertaald werd in hogere scores. “Je hebt het hier over een investering van 40 weken lang vier dagen in de week 1,5 uur extra les. De scores gingen wel iets omhoog, maar niet genoeg om dit te handhaven”, zegt de schooldirecteur. De wethouder ziet de citoscores, de uitslag van de eindtoets op vele basisscholen, iets toenemen door de extra lesuren. Ze weet wel dat extra uren misschien zwaar zijn voor de kinderen, maar het is aan de scholen om er een evenwichtig programma van te maken. “Het is de bedoeling dat de extra lesuren op een ontspannen manier worden ingedeeld, de scholen bewegen mee op het dagritme van het kind. Mijn droom is een groot kindcentrum om te voorkomen dat kinderen thuis met een zak koekjes op de bank hangen. De realiteit is dat veel ouders werken en daar moeten we op inspelen. Zij moeten wel betrokken blijven en de kinderen helpen met huiswerk en voorlezen, maar scholen hebben hier ook een rol. Zij geven de kinderen kennis mee en dat is een investering in de samenleving. We moeten ook af van het idee dat kinderen in achterstandswijken met minder toekunnen, fnuikend vind ik dat. De ambitie moet overal hoog zijn. Een mooi initiatief in dit kader vind ik de excursie van de Comeniusschool uit de Schilderswijk naar InHolland om de leerlingen te laten zien waar ze terecht kunnen komen”.
Bredeschoolacademie
Aalbers heeft wel een tip voor de wethouder. Hij was onlangs in Overvecht op de bredeschoolacademie. “Daar werken ze gericht aan de taal en woordenschatontwikkeling van kinderen. Het is een initiatief van de basisscholen en er zitten ook docenten van die scholen. Leerlingen van groepen 6, 7 en 8 van de verschillende scholen kunnen daar terecht als ze een extra steuntje kunnen gebruiken in de rug, bijvoorbeeld op het gebied van taal, maar ook bij rekenen. Zij krijgen daar twee keer in de week anderhalf uur les. Als je dat hier in Den Haag zou hebben, zou ik zeker meedoen. Het is aan gemeentebesturen om hiermee verder te gaan”, besluit de schooldirecteur. “Persoonlijk zie ik meer in het inpassen op één school”, zegt Van Engelshoven. “Het kind houdt dezelfde leerlijn, dezelfde juffen en meesters. Als je overdrachten moet maken voor het kind, loop je de kans dat je iets misten kunnen fouten ontstaan”. In het coalitieakkoord was afgesproken dat in Den Haag 25 scholen extra lesuren gingen aanbieden. Momenteel zijn dat er zeventien, maar daar komen er de komende tijd nog een paar bij, dus de coalitie haalt het doel.
Investeren
Wat haar betreft gaat het nieuwe kabinet, van welke signatuur dan ook, niet bezuinigen op onderwijs. “Ik mag toch hopen dat een komend kabinet zich realiseert dat Nederland het in de toekomst moet hebben van kennis. Dan moet je investeren in de jonge generatie en een slag maken in het opleidingsniveau”. Daarbij horen naast extra lesuren ook investeringen in de kwaliteit van de leraren. Dat is ook de kern van de toespraak van Van Engelshoven bij de opening van het onderwijsjaar. De kwaliteit van scholen hangt mede af van de kwaliteit voor de klas. De gemeente gaat scholen bijvoorbeeld ondersteunen bij het aanpakken van onderbevoegdheid van leraren. Daarmee wil de wethouder ook de talentontwikkeling bij leraren en docenten ondersteunen. Zij roept scholen op om te investeren in personeelsbeleid. De tijd dat leraren het idee hadden van dit is mijn klas en ik weet het het beste, moet voorbij zijn. Als voorbeeld noemt ze de Van Ostadeschool waar afspraken zijn gemaakt dat het onderwijzend personeel bij elkaar kijkt en commentaar geeft op elkaars werk. “Je ziet dat het effect heeft”. Samen met de schoolbesturen wil ze ook bekijken waar knelpunten zitten in de regelgeving vanuit het Rijk, om zo samen een vuist te kunnen maken, of in ieder geval verbeterpunten aan te kunnen geven bij een nieuw kabinet.
Samenwerken is dus het devies, zo ook bij de gezamenlijke opening van het nieuwe schooljaar. “Dat doen we als gemeenten samen met de schoolbesturen, wat een unicum is in Nederland. We hebben veel overleg en dat is goed, ook al is vaak de eerste reflex dat een wethouder zich niet moet bemoeien met de kwaliteit van het onderwijs. Het besef is er wel dat ik ook verantwoordelijkheden heb naar de mensen in de stad en dat ik wel kan helpen. Samen hebben we het aantal zwakke scholen al gehalveerd de afgelopen twee jaar, een mooie prestatie, toch?”
Leerkansenprofiel en Bredebuurtschool
Het Leerkansenprofiel loopt nu vijf jaar en 22 scholen doen mee. Iedere school kiest een eigen invulling. Sommige scholen hebben 6 uur extra opgenomen in het reguliere rooster. Andere scholen geven de extra lessen gescheiden van het normale lesprogramma. De gemeente Den Haag steekt dit jaar € 4 miljoen in de extra onderwijsactiviteiten. Het leerkansenprofiel is een van de mogelijke invullingen voor een brede buurtschool. Den Haag kent verschillende soorten brede buurtscholen. Sommige scholen werken samen met de kinderopvang. Andere scholen bieden naschoolse activiteiten aan, of een combinatie van beide. Extra les betekent niet nog meer in een leslokaal zitten, hoewel de nadruk ligt op taal en rekenen, krijgen de kinderen ook les in muziek, ze dansen, sporten of zijn buiten in een schooltuintje.
Standpunten voormalige coalitie en gedoogpartner
VVD: Als leerlingen in het basisonderwijs toch nog een taalachterstand hebben, krijgen zij via kopklassen of zomerschool actieve ondersteuning om de taal te leren. Wie in groep 8 nog niet voldoende Nederlands spreekt, kan niet met een positief advies naar het voortgezet onderwijs.
CDA: Onderwijs dat aansluit bij de thuissituatie, regels voor buitenschoolse opvang versimpelen. Kinderopvang zal voor ouders beter aansluiten bij de situatie thuis en de situatie op school. Dat vergt veelal kleinschalige, op maat gerichte initiatieven. Procedures die dat belemmeren, moeten worden afgeschaft.
PVV: Op de basisschool staan taal en rekenen centraal en de terugkeer van de ambachtsschool ook in het lager onderwijs.
Standpunten voormalige oppositie
PvdA: We willen waar nodig onderwijstijd ook verlengen. Denk aan hele jonge kinderen met ontwikkelingsachterstanden. Via voor- en vroegschoolse educatie (vve) moeten de kansen van deze kinderen in hun vervolgonderwijs worden vergroot. Het opleidingsniveau van veel van de pedagogisch medewerkers in de vve moet worden verhoogd. Nog lang niet alle kinderen die voor hun ontwikkeling gebaat zouden zijn bij deelname aan de vve, worden daarvoor aangemeld. Van Consultatiebureau tot huisarts tot Centra voor Jeugd&Gezin moet alertheid bestaan op ontwikkelingsachterstanden. Ouders moeten soms over een drempel worden geholpen.
D66: Leerrecht vanaf 2,5 jaar De brede school bundelt onderwijs en kinderopvang, waarbij ouders betrokken zijn en zeggenschap hebben. Op de brede school krijgen kinderen een totaalpakket aan ontwikkelingsmogelijkheden. Naast het reguliere onderwijs biedt de brede school ook kinderopvang, voorschoolse educatie, buitenschoolse opvang, sport en cultuur. Door dit brede aanbod kan de school beter inspelen op de individuele behoeften van een kind, talenten stimuleren en eventuele achterstanden tijdig signaleren.
SP: Zoveel mogelijk gemengde scholen. Het is van belang om taal- en onderwijsachterstanden zo vroeg mogelijk op te sporen. Medewerkers in kinderdagverblijven en voorscholen zijn daartoe opgeleid.
GroenLinks: Alle peuters kunnen terecht op brede crèches. Daar leren ze spelen, fantaseren en praten, in kleine groepen en onder begeleiding van goed opgeleide pedagogisch medewerkers. Zo voorkom je niet alleen achterstanden, maar wordt ook segregatie tegengegaan. Het spreekt voor zich dat deze voorziening betaalbaar moet zijn voor iedereen: geen ouder zou minder hoeven te gaan werken omdat de kosten van de opvang te hoog zijn geworden.
ChristenUnie: De overheid doet een stap terug. Deze moet de ideale voorwaarden scheppen voor goed onderwijs en de rest aan de scholen overlaten.
SGP: Het eigen karakter van kleuterperiode wordt sterker benadrukt. De specialisatie ‘jonge kind’ binnen de pabo wordt verdiept. Daarbij wordt ook het overladen onderwijsprogramma aangepakt, onder andere door meer onderwijstijd.